In deze rubriek vertellen mensen die een functie in de kerk bekleden, iets over hoe ze deze functie in praktijk brengen. Diverse aspecten mogen daarbij aan bod komen. Bijvoorbeeld wat het werk inhoudt, hoeveel tijd het kost, welke leuke of vervelende dingen ze tegenkomen, en nog veel meer.

Vandaag ‘de catecheet’. Aan het woord is Ina Brouwer, lid van de CGK te Winschoten.

 

Toen mij gevraagd werd om catechisatie te geven aan de kinderen en jongeren, moest ik daar eerst wel goed over nadenken, alvorens ik ja of nee wilde zeggen. Jaren geleden had ik wel een kinderclub geleid, samen met andere zusters uit de gemeente. Ik heb ook leiding gegeven aan een aantal Alphacursussen. Die beide dingen vond ik erg leuk en vooral ook leerzaam voor mezelf. Catechisatie geven aan kinderen is toch wel iets heel anders.

Bij de kinderclub lazen we een verhaal uit de kinderbijbel en praatten daar even over, maar het grootste gedeelte van de avond werd gevuld met zingen en knutselen. Bij de Alphacursus heb je te maken met mensen die echt nieuwsgierig zijn naar het geloof en de beleving daarvan.

Maar catechisatie, daar hebben de meeste kinderen geen zin in. En dan proberen aan hen iets over te brengen van je eigen geloof, dat leek mij niet gemakkelijk.

 

Belangrijk

Toch heb ik besloten het te proberen, omdat ik het heel belangrijk vind dat ook de kinderen van de gemeente leren hoe goed en groot onze God is en dat Hij altijd voor ons zorgt, dat je Hem altijd kunt vertrouwen.

Het is nu het derde seizoen dat ik dit werk mag doen. In onze gemeente wordt de catechisatie  samen met de GKv gegeven. Ik geef les aan de jongste groep van ongeveer elf of twaalf tot veertien jaar.

In het begin viel het me allemaal niet mee. De kinderen waren niet echt geïnteresseerd en soms nogal onrustig. Dat lag zeer waarschijnlijk ook wel aan mijn eigen pedagogische kwaliteiten. Langzamerhand ging het wat beter.  Je moet elkaar ook even leren kennen en al doende leert men ook natuurlijk. En het verschilt ook per groep. Nu hebben wij samen toch een goede tijd op de dinsdagavond eens in de twee weken.

 

Methode

Wij gebruiken meestal een boekje voor de catechisatie. Het heet Geloof.nu. Dit seizoen proberen we het eerste deel door te gaan. Daarin wordt over God in verschillende blokken verteld:

God is God: Wie is God, God maakt zich bekend, God is de Drie-enige.

God is Vader: heeft alles geschapen en is liefdevol naar ons mensen die naar Zijn beeld zijn geschapen.

God is Koning: God houdt alles in Zijn hand. Niets gebeurt er zonder dat Hij het weet en er bij is. Ook zal Hij alles nieuw maken op Zijn tijd.

Tot slot gaat het over de kloof tussen God en mensen: de zondeval, ongehoorzaamheid aan God.

De kinderen hebben veel vragen over allerlei dingen. Zoals: had God het niet kunnen voorkomen, die zondeval? Waarom deed Hij dat dan niet?

Ook zeggen ze: Hij doet nog steeds niets zo te zien. Overal is oorlog en hongersnood. En waarom gaan er mensen dood die nog niet zo oud zijn? Of kinderen?

Dat zijn vragen die hen bezighouden. Daar mag je dan proberen een antwoord op te geven, wat niet altijd gemakkelijk is.

Maar samen proberen we eruit te komen, door erover te praten en ook door hen zelf te laten nadenken over wat God in Zijn Woord zou kunnen bedoelen.

 

Niet altijd volgens boekje

Af en toe willen de kinderen graag een avond over iets anders praten dan over de onderwerpen uit het boekje. Zoals bijvoorbeeld over andere wereldgodsdiensten. Wat is het verschil en wat is er nu zo veel beter aan het christendom?

Het is prachtig om uit te leggen dat elke godsdienst wel iets heeft wat goed is, maar dat je wel in bijna alle godsdiensten zelf moet zorgen om in de hemel te komen of een hoogste vorm van leven te bereiken, maar dat het christendom rust geeft. Wij hoeven niets zelf te doen, maar alles is door Gods Zoon gedaan. Dat God dat voor ons heeft overgehad, dat is het belangrijkste van het christendom.

Ik vind het heel fijn om ook met de kinderen in discussie te gaan. Dan blijkt dat ze heel goed nadenken over alles.

Ik ben dankbaar dat ik op deze manier een bijdrage mag leveren aan de geloofsopvoeding van de kinderen van de gemeente. Ik ervaar dat ik zelf hierdoor ook veel leer, dat ik gezegend word doordat ik dit werk mag doen.

 

 

Ina Brouwer, Winschoten