Op de hoek bij een grote supermarkt staat een enquêteur. Ze vraagt aan het voorbijgaande publiek of ze iets mag vragen. Meer dan de helft zegt geen tijd te hebben en loopt gehaast verder. Een mevrouw in een scootmobiel, ze is hardhorend, mindert even vaart en zegt: ‘Wat zegt u?’
De enquêteur, met op haar neus een rood clownsdopje, vraagt of ze wel eens van Cliniclowns gehoord heeft.
Haar antwoord is kort: ‘Nee.’ Ze  geeft aan dat ze verder wil gaan.
‘Een fijne dag nog’, zegt de enquêteur.

De dame in haar scootmobiel draait zich om en zegt: ‘Een fijne dag nog! Ik word daar strontziek van. In de winkel en overal zeggen ze dat. Een fijne dag nog. Net alsof dat bestaat. Praat me er niet van. Alle mensen leven alleen maar voor zichzelf. Mensen hebben geen tijd meer voor elkaar. Weet u wanneer er iemand voor het laatst bij mij aanbelde? De collectanten niet meegerekend? …..Nul komma nul!
Zelfs de huisarts heeft geen tijd meer voor je. Ik ben er helemaal klaar mee.
Vorige week ben ik met mijn scootmobiel op de spoorovergang blijven staan.
Voor mij hoeft het niet meer.
Komt daar zo’n idioot aan en drukt mij van de spoorbaan af.
Zegt nog: “U moet hier niet staan blijven, dat is gevaarlijk hoor!”
Aan de overkant gekomen zei hij: ”Nou een fijne dag verder hoor.”
Ik kon hem wel schieten. Jongeren springen voor de trein, als dat hen uitkomt.
En mij drukken ze van de baan af.’

De enquêteurmevrouw neemt de dame in haar scootmobiel op. Ze heeft een rond gezicht. De enkels zakken een beetje over haar versleten schoenen heen. Haar haar piekt. Doordat ze weinig beweegt, is haar buik vol en rond. Haar ogen kijken priemend en beschuldigend haar aan.  Alsof zij de oorzaak van alle ellende is. Het blijft even stil.
Dan…
Het lijkt of er iets ontdooit bij haar vanbinnen. Een traan zakt langzaam over haar wang naar beneden. Bijna ruw veegt ze hem weg. Zet haar boodschappenmandje even weer recht en zegt dan:
‘Dank u wel voor het gesprek.’
Een fijne dag kon er waarschijnlijk niet af.
Maar het was voor haar wel een goede dag. Want je hart eens kunnen luchten, kan een hele opluchting zijn.

 

 

Douwe Janssen