‘Hoe kunnen jullie geloven, eer bij elkaar in ontvangst nemende en de eer bij de enige God niet zoeken?’ Aan deze woorden van Jezus (Joh.5,44) moest ik denken bij het hele gedoe rond Tim Keller. Over de intrekking van de Kuyper Price is op deze plaats al een en ander geschreven.

We kunnen over die intrekking verontwaardigd zijn, maar is dat geen verspilling van energie? Dat het allemaal wat onverkwikkelijk is verlopen staat buiten kijf. Over ‘prijzen’ gesproken, dat verdiende niet de schoonheidsprijs. Maar er gaat wellicht een vraag aan vooraf. Moet je in de wereld van de theologie willen werken met prijzen en eer?

Vanwege Kellers standpunten aangaande homoseksualiteit en vrouwen wordt hij niet overal gepruimd. Op zichzelf is het uiteraard mooi dat iemands morele standpunt bij een prijstoekenning ertoe doet. Met de beoordeling van dat morele standpunt kun je het natuurlijk wel of niet eens zijn. Dat is dan weer wat anders. Je kunt het de Universiteit van Princeton verwijten dat ze haar oren laat hangen naar de vrijzinnigen. Andersom is natuurlijk net zo denkbaar. Dat iemand een prijs (of aanstelling) niet krijgt omdat hij door de goegemeente als te vrijzinnig of te licht wordt bevonden. Daar liggen de ‘zwaren’ dan weer niet zo wakker van.

En mogelijk dat de orthodoxen in de volgende eeuw zelfs meer begrip gaan opbrengen voor de kritiek die de universiteit van Princeton, al of niet lafhartig, ter harte nam. Dat zou zomaar kunnen. Per slot van rekening zijn christenen in de loop van de tijd váker dingen anders gaan waarderen. Denk maar aan zaken als Jodenhaat, slavernij, vrouwenstemrecht of de apartheid.

Terugkomend op eer. Zowel in de tijd van Jezus als nu kan men druk zijn met eretitels en prijzen. Niks nieuws onder de zon. Over eer en andere ‘deftigheid’ gesproken: ook op orthodoxe theologische universiteiten laat men op sommige hoogtijdagen hooggeleerde heren rondstappen in deftige gewaden...

We kunnen dit mooi vinden, of er om glimlachen. Maar Jezus vond ijdelheid, in welke vorm dan ook, niet zo grappig.

 

Nynke Sikkema-Holwerda, Hoogeveen