Je kunt die SGP-Kamerleden niet verwijten dat het jobhoppers zijn. Van die mensen die altijd rusteloos op zoek zijn naar een nieuwe uitdaging. Nee, bij de SGP geloven ze nog in roeping en in dienen, God dienen en het volk dienen. Wat een zegen. Dat het nog lang zo mag blijven.

 

Onlangs had ik een gesprekje met Menno de Bruijne, de kleurrijke woordvoerder van de Tweede Kamerfractie van de partij. We hadden het over van alles, maar ik had natuurlijk ook een brandende vraag. ‘Menno, ik durf het bijna niet te vragen…, blijft Kees? ‘Ik kreeg een vaag antwoord. We lieten het onderwerp liggen. Ik begreep dat verder vragen op dat moment niet gepast was. Drie dagen later kwam er duidelijkheid. Kees van der Staaij kondigde zijn vertrek aan. 

 

Hij gaat dus weg. Wat jammer. Sommige mensen wil je niet missen, ze zouden gewoon altijd moeten blijven. Maar goed, er bestaat ook nog zoiets als gezond verstand en dat dicteert ons, dat er een tijd is van komen en een tijd van gaan. Veel heeft hij de afgelopen vijfentwintig jaar kunnen betekenen. Voor zijn partij en voor ons land. Zonder ophef heeft hij de partij gemoderniseerd. Hij heeft de SGP verandert zonder haar te veranderen. Hij heeft het principe begrepen dat de Reveilman Isaac da Costa al heel lang geleden verwoordde, namelijk dat je onderscheid moet maken tussen de tijdsloop en de tijdgeest. Tegen de tijdsloop heeft hij zich niet verzet, wel tegen de seculiere tijdgeest.

 

En hoe. Vastberaden maar altijd met respect voor de ander. Het sterkste voorbeeld daarvan was, toen hij zich moest verdedigen voor zijn instemming met de intentie van de Nashville-verklaring. Daar stond hij in z’n eentje. Van alle kanten werd hem het vuur aan de schenen gelegd, maar hij bleef trouw aan zijn principes en respectvol. Nooit bitter, wel standvastig. Volgens een commentator van het NRC was humor zijn belangrijkste wapen. ‘Met grappen en zelfspot dwong hij respect af’. Humor is een vriendelijk wapen. Humor is onmisbaar. Het is een geweldig bindmiddel. Humor is relativeren. Humor is het zware, lichter maken. Ik las dat zijn opvolger Chris Stoffel er ook een flinke portie van heeft. Ik zie er naar uit.

 

En dan dat respect. Dat is ontwapenend. Hij was er goed in. Rutte roemde zijn ‘uitermate respectvolle omgang met zijn collega's’. Geen onnodige afstand creëren, zoveel mogelijk samen optrekken. Paternotte van D66, een van zijn belangrijkste tegenspelers, zag dat. ‘Hij wist bruggen te slaan waar weinigen die kans zagen’. Wat een mooie eigenschappen. Maar voor het echte geheim moeten we toch nog even dieper gaan. Ik denk dat we het moeten zoeken in zijn houding. Afhankelijk en ootmoedig. Hij weet zich afhankelijk van zijn God. En die ootmoed, die helpt je om je zelf en je werk in de juiste proporties te zien. Gering dus. Geen kapsones, geen dikdoenerij, geen trots, geen sterallures. Maar gewoon dankbaar, dankbaar voor alles wat je ontvangen hebt.  

 

Natuurlijk zijn de mensen op zo’n moment van afscheid vooral vriendelijk. Toch waren de commentaren wel opmerkelijk. Wat zou erachter schuilen? Misschien zouden ze stiekem allemaal die eigenschappen zelf willen hebben. Ik trouwens ook.

 

Krijn de Jong, Urk