{mosimage}Ik zeg u, aan een ieder die heeft, zal gegeven worden en hem die niet heeft, zal ontnomen worden ook wat hij heeft.                                          
Lucas 19:26

Met deze woorden verklaart Jezus de strekking van de gelijkenis van de ponden (Lucas 19:11-27). Uit vers 11 blijkt dat Hij deze gelijkenis vertelt als reactie op de overtuiging dat het Ko-ninkrijk van God spoedig zou komen. Dat is dus niet zo.
Tot de Koning komt, worden zijn leerlingen geroepen te handelen in de Geest van Christus. Als de Koning komt, zullen wij aan Hem verantwoording moeten afleggen. Dat gebeurt met tweeërlei uitkomst. Dat zegt Jezus in vers 26.

Het is een tekst die vragen oproept. Hoe kan het dat de knecht met de tien ponden dat ene pond erbij krijgt? Past het bij (ons beeld van) Jezus dat Hij de knecht met het ene pond alles afneemt? Deze vragen maken duidelijk dat deze gelijkenis niet zo eenvoudig is als ze op het eerste gezicht lijkt. Dat geldt trouwens van alle gelijkenissen.

Neem de gelijkenis van de zaaier (Matteüs 13:1-8), een ogenschijnlijk eenvoudig verhaal, uit het leven gegrepen. Bovendien legt Jezus deze gelijkenis uit in Matteüs 13:18-23. Maar tussen de gelijkenis en de uitleg zegt Jezus in Matteüs 13:10-17, als antwoord op de vraag van zijn leerlingen waarom Hij in gelijkenissen spreekt, dat het aan hen gegeven is de geheimen van Gods Koninkrijk te kennen. Maar de schare is dat niet gegeven! De schare hoort de gelijkenissen, maar zij begrijpt ze niet. Dat verschil tussen de leerlingen en de schare wordt in Matteüs 13:12 inhoudelijk net zo verwoord als in Lucas 19:26. Want wie heeft, hem zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben; maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal hem ontnomen worden.
Weer rijst de vraag: wat bedoelt Jezus met deze woorden? Past dit wel bij Hem en de verkon-diging van het evangelie? Dit is toch niet het beeld dat wij van Hem en van zijn gelijkenissen hebben?

Dezelfde tekst komen we ook in Marcus 4:25 en Lucas 8:18 tegen, beide keren aansluitend bij de gelijkenis van de zaaier.
Lucas 8:18 heeft een paar toevoegingen die de bedoeling van Jezus’ woorden verduidelijkt. Ziet dan toe, hoe gij hoort. Want wie heeft, hem zal gegeven worden, en wie niet heeft, ook wat hij meent te hebben, zal hem ontnomen worden.

De eerste toevoeging is: zie toe, hoe u hoort. Lucas heeft die als inleiding, terwijl Marcus en Matteüs dit in de context van Marcus 4:25 en Matteüs 13:12 onder woorden brengen. Het is een veelzeggende toevoeging, na Lucas 8:16 over de lamp die helder moet schijnen voor ieder die ‘binnenkomt’. De leerlingen van Jezus zijn kinderen van het licht. Dat zal aan het licht moeten komen.
In aansluiting daarop zegt Jezus: let op, hoe jullie luisteren. Wie heeft, hem zal gegeven worden. Wat bedoelt Jezus met: wie heeft? Dat kan worden verduidelijkt met wat Jezus in Johannes 3:36 zegt: wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven. Kort gezegd: wie gelooft, heeft. Wie heeft, gelooft in Jezus. Je hebt Hém.
Wie heeft, hem zal gegeven worden. De manier waarop dat gezegd wordt, geeft aan dat het God is die geeft. Dat doet Hij nu, maar vooral bij de komst van de Here. Hij geeft door en in Jezus leven en overvloed, een overvloed van leven. Of om het met Matteüs 13:12 te zeggen: wie heeft, hem zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben.
Hoe luisteren wij naar Jezus? In zijn onderwijs is horen geloven. En geloof uit zich in daden van liefde. Op geloven in de praktijk legt Jezus veel nadruk. Dat doet Hij zowel in de gelijkenis van de zaaier als in die van de ponden. Het gaat Hem in beide gelijkenissen om de vrucht.
Let op, hoe je luistert! Dat betekent ook: let op wat je doet. Wie oplet, ziet het licht. Die is licht. Die heeft het en hij ontvangt groei.
Er is een afschuwelijke keerzijde. Dan heb je (Jezus) niet. Je luistert wel, maar je gehoorzaamt niet. Je gelooft niet. De vrucht ontbreekt.
Het wil niet zeggen dat je dat zelf zo beleeft. Je meent wat te hebben, net als de derde knecht in de gelijkenis. Die had één pond gekregen.
Hij meende iets te hebben, om het met de tweede toevoeging uit Lucas 8:18 te zeggen. Maar in werkelijkheid had hij niets, omdat hij niets deed met het pond dat hem was toevertrouwd. Daarom werd hem dat ontnomen. Hij hield niets over, in tegenstelling tot de twee andere knechten.
Waarom kreeg de eerste die tien ponden winst had gemaakt dat ene pond erbij? Ik denk dat dit een verkeerde vraag is. Jezus had aan tien knechten een pond gegeven. Over de andere zeven gaat het niet in de gelijkenis. Aan het slot gaat het alleen nog over de knecht die in grote ijver en trouw voor zijn heer heeft gewerkt. Hij krijgt alles. Maar hij die niets gedaan heeft, krijgt niets. Want wie (Jezus) heeft, zal (het Koninkrijk) gegeven worden als de Koning terugkomt. Dan zal wie (Hem) niet heeft, ook wie (Hem) meent te hebben, alles ontnomen worden. Dat zegt de Here niet alleen in deze tekst. Dat klinkt overal in het evangelie. Bij Jezus is het alles of niets.

Amersfoort                                                      
D. Visser


Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...