Een christen leeft bij het Woord van God, zoekt in gebed zijn aangezicht en bouwt op zijn beloften. Juist ook in tijden van beproeving. Hij verlangt er naar Gods wil te doen en gehoorzaam te wandelen naar zijn aanwijzingen. Heilig en toegewijd. Als discipel volgt hij Jezus na, met vallen en opstaan weliswaar, maar toch, hij zoekt naar een leven in overeenstemming met de wil van zijn Heiland. Dat alles vraagt om geestelijk leven, een leven met en voor God. In deze serie willen we jou en onszelf daarin opbouwen.

Wie geraakt wordt door Woord en Geest gaat zijn schuld voor God kennen en erkennen. De zonde wordt persoonlijk: Ik belijd mijn zonden. Wij zien het David doen in Psalm 51. ‘Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd en gedaan wat kwaad is in uw ogen.’

Catechisanten biechten hun fouten makkelijker op aan God, dan aan mensen. Als ik hen vraag waarom dat zo is, dan antwoorden ze steevast dat je meer schaamte voelt tegenover een mens dan tegenover God. Het wordt gevoeld als een afgang. Tegenover God is het makkelijker, want Hem zie je niet. Bovendien is Hij een God van vergeving.

Herkent u zich hierin? Ik denk het wel. De ervaring bewijst het ook. Wanneer ik onheuse dingen over iemand heb gezegd of iemand verkeerd heb behandeld, dan valt het vaak niet mee  dat te erkennen en om vergeving te vragen.

Spannend

Dat is ook spannend. Allereerst al om voor jezelf toe te geven dat je fout zat. We hebben  in ons hoofd en hart heel wat mechanismen om die misstap te vergoelijken. De ander deed ook zo dom. Of: die ander was zo heftig. Of we menen dat de tijd alle wonden wel heelt. Het waait wel over. Niet dus. Het woekert verder in je leven, in relaties, in gemeenten. Ik maak mee dat sommigen jaar en dag een vete in stand houden omdat de één voor de ander geen fouten wil erkennen. Het krijgt een inktvlekwerking. Gaandeweg wordt het steeds groter en…smeriger.  De lijn die de Bijbel ons wijst is: je fout erkennen en vergeving vragen. Het herstelt relaties.

Zwijgen

Hoewel het makkelijker lijkt je zonden aan God te belijden, in de praktijk ligt het vaak anders. Ook onze zonden en misstappen tegen God en zijn geboden erkennen we moeilijk. We verklaren veel als ‘niet zondig’. We praten onze zonde goed door te denken en te zeggen: ‘We zijn allemaal zondaars.’ Soms  gaan we zelfs zover dat we onze misstap verdringen.  Dat is wat David deed met zijn zonde tegenover Bathseba en Uria. In Psalm 32 lezen we dat David zweeg. Hij hield zijn zonde verborgen voor de mensen en voor God. Het gevolg voor zijn geestelijke leven staat er ook bij. Lichamelijk en mentaal ging hij er aan onderdoor. Door de ontdekkende woorden van de profeet Nathan ‘Gij zijt die man’, brak hij en beleed hij zijn zonden. Met als onverdiend, maar  rijk gevolg, de vergeving van God.

Nogmaals aan wie?

We hebben allemaal gezondigd, maar wat moet er dan gebeuren? De apostel Johannes is daar heel duidelijk over. Hij spreekt over het belijden van de zonden en ook heel duidelijk aan Wie we onze zonden moeten belijden, namelijk aan God. Hij kent de diepste schuilhoeken van ons hart (Ps. 139). Tegen Hem is het dat we in de eerste plaats gezondigd hebben. Als David tot inkeer komt na zijn zonde met Bathseba zegt hij in zijn gebed tot God: ‘Tegen U, U alleen heb ik gezondigd’, Psalm 51,6. Had hij dan ook niet tegen mensen gezondigd? Ja zeker, hij had Uria de dood ingestuurd. Maar mensen vallen voor David weg. Hij ziet zich in het licht van God en beseft dat zijn zonde in de eerste plaats een zonde tegen God was. Moeten we dan ook niet tegen mensen onze zonde belijden? Zeker wel, maar dan betreft het de mensen tegen wie we gezondigd hebben of de mensen die pastoraal gezien met de zondaar te maken krijgen. Dat is naar mijn gevoelen de betekenis van Jakobus 5,16 ‘Belijdt daarom elkaar uw zonden’. Augustinus heeft er sterk de nadruk op gelegd dat we onze zonden aan God moeten belijden en niet aan jan-en-alleman. Hij heeft dat ongeveer zo uitgedrukt:  ‘Wat heb ik te doen met mensen dat ze mijn belijdenis zouden horen alsof zij mijn overtredingen kunnen genezen. Een volk dat nieuwsgierig is hoe het leven van anderen eruit ziet, maar die er geen haast mee maakt om zichzelf te corrigeren.’

 

Sfeer

En wanneer we dan elkaar al onze zonden belijden, dan moet dat kunnen rekenen op de sfeer die Paulus weergeeft in Kolossenzen 3,12,13 ‘ Doet dan aan, als door God uitverkoren heiligen en geliefden, innerlijke ontferming, goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld. Verdraagt elkaar en vergeeft elkaar, indien de een tegen de ander een grief heeft; gelijk ook de Here u vergeven heeft, doet ook gij evenzo.’

 

Stoffer Otten, Assen


Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...