ImageHenk van Dam, schrijver van dit artikel, is verbonden aan Radar, een organisatie die zich bezighoudt met toerusting van ouders en andere opvoeders op het gebied van (geloofs)opvoeding. Daarnaast is hij parttime docent godsdienst in het voortgezet onderwijs.
Rond het motto: geloven in opvoeding verschijnt een reeks van drie artikelen van zijn hand in ons kerkblad

Pesten, wat is dat?
Plagen doet ieder kind wel eens. Met een plagerijtje op z?n tijd is niks mis. Maar als plagen voor een van de partijen niet leuk meer is kan het pesten worden.
De twee omschrijvingen die het meest duidelijk maken wat pesten is luiden als volgt:
-    Pesten is het systematisch uitoefenen van fysiek en/of psychisch geweld of seksueel geweld door een of meer kinderen ten opzichte van een of meer klas- of leeftijdsgenoten die niet (meer) in staat zijn zichzelf te verdedigen.
-    Een persoon wordt getreiterd of gepest als hij of zij herhaaldelijk en langdurig blootstaat aan negatieve handelingen, verricht door een of meerdere personen.
Kenmerkend voor pesten is dus:
-    agressief of opzettelijk kwaad doen
-    vindt herhaaldelijk en gedurende enige tijd plaats
-    ongelijke krachtsverhouding tussen de pestkop en het slachtoffer.
Er is verschil tussen rechtstreeks pesten (met betrekkelijke open aanvallen op het slachtoffer) en indirect pesten (door sociale isolering en opzettelijke uitsluiting van een kind uit een groep).
Wie is de pester?
Pesters blijken vaak niet erg gelukkige kinderen te zijn. Vaak zijn pesters ooit zelf gepest of ze hebben thuis met agressie te maken. Kinderen zetten frustratie om in agressie en zoeken in een groep een onschuldig en hulpeloos slachtoffer. Wanner ze zo iemand gevonden hebben ontstaat pestgedrag.
De agressie die je bij pesters ziet ten opzichte van leeftijdsgenoten zie je ook vaak terug in hun houding tegenover volwassenen, zoals ouders, leerkrachten etc.
Vaak lijken uiterlijke kenmerken aanleiding te zijn voor een pester om iemand te gaan pesten: rood haar, een stomme bril, dikker dan de andere kinderen. Het is echter de vraag of dat in werkelijkheid de aanleiding is. Wel zie je dat slachtoffers van pestgedrag vaak lichamelijk gezien zwakker zijn dan gemiddeld, terwijl pesters juist sterker zijn. Daardoor ontstaat bij pesters, in combinatie met hun frustratie de neiging om te pesten. Vaak blijkt dat pesters als ze alleen zijn medelijden hebben met de kinderen die ze zelf pesten. Pesten blijkt vaak ook een groepsgebeuren te zijn: in de groep ontstaat het gedrag doordat de groep een soort macht uitoefent op de pester die mede daardoor komt tot dit gedrag.

Wie wordt gepest?
Een blauwdruk van kinderen die gepest worden bestaat niet. Er zijn uiteenlopende aanleidingen waardoor kinderen zondebok worden. Met alle afschuwelijke en onterende gevolgen van dien voor de betrokkene. Zondebok-zijn kan mensen en zeker ook kinderen tot wanhoop brengen.
Enkele factoren die kinderen tot slachtoffer maken:
-    anders-zijn, bijvoorbeeld in huidskleur of kleding
-    bereikbaar zijn: het kind is slachtoffer van afreageren van frustratie zonder dat de bron van die frustratie bereikbaar is
-    - niet weerbaar (weerloos) zijn: juist kinderen die niets terug kunnen/durven  doen worden tot slachtoffer gekozen
-    herhaling: kinderen die eerder zondebok geweest zijn kunnen dat imago bijna niet kwijtraken.
Vaak zijn kinderen die gepest worden angstig en meer onzeker dan gemiddeld. Ze hebben een  negatief zelfbeeld en gedragen zich daardoor onopvallend. Dat maakt hen kwetsbaarder.
Wanneer een kind gepest wordt, dan leidt dat vaak tot bepaald gedrag. Het is belangrijk om dat gedrag te (onder)kennen;  daardoor zijn pesters eerder te herkennen voor ouders of leerkrachten en kan geprobeerd worden om iets te doen.
Er zijn zeven gedragstypes die kenmerkend zijn voor slachtoffers en/of ertoe leiden dat kinderen slachtoffer worden:
1.    Bevelen van anderen uitvoeren (volgzaam gedrag)
2.    Contact zoeken met klasgenoten op een hinderlijke en afweer oproepende manier (sociaal-ineffectief gedrag)
3.    Kinderen zijn thuis zondebok geweest en hebben niet die sociale vaardigheden geleerd waarmee ze zich buitenshuis kunnen handhaven (onderworpen gedrag)
4.    Kinderen zijn anders in uiterlijk, gedrag, motivatie (ander gedrag)
5.    Kinderen kopen zich vrij van de groep door middel van snoep en geschenken te geven aan die ander (afkoopgedrag)
6.    Kinderen overtreden een groepsnorm of groepscodes argeloos door met bijvoorbeeld een groepsleerkracht te praten over andere kinderen (klikgedrag)
7.    Kinderen scheppen er genoegen in om lijdend voorwerp te zijn en zoeken  die rol. (aandachttrekkend gedrag).

Pesten, hoe kom je dat op het spoor?
Wanneer je als ouder, clubleider of groepsleerkracht het vermoeden hebt dat er sprake is van pesten is  belangrijk dat je probeert te ontdekken of dat werkelijk zo is en wat precies het geval is.
Een manier om dat te ontdekken is dat je alle kinderen van de groep vraagt om drie namen op te schrijven van kinderen met wie ze omgaan en drie namen van kinderen met wie ze niet omgaan. Je verwerkt die gegevens door een waarderingscijfer toe te kennen: een kind wat als eerste genoemd wordt krijgt drie punten, de tweede twee punten en de derde een punt. Per kind ontstaat dan een positieve en/of negatieve score. Die trek je van elkaar af, waardoor uiteindelijk een nulscore, een positieve score of een negatieve score ontstaat. Vervolgens kun je met elk kind een gesprek voeren. Een kind met een lage score kan mogelijk gepest worden. Als het kind dat ontkent is er of geen sprake van pestgedrag of het kind durft dat niet toe te geven. Observatie kan helpen om te ontdekken hoe het werkelijk zit met die kinderen die een lage score hebben.
Wanneer je observeert is het belangrijk om te letten op signalen.
Er zijn zowel als het om slachtoffers als wanneer het om pestkoppen gaat een aantal belangrijke en algemene signalen te noemen.

Signalen van slachtoffers van pesten:
-    Kinderen worden geplaagd, uitgescholden (scheldnaam), bespot, gekleineerd, belachelijk gemaakt, vernederd, bedreigd, gecommandeerd, overheerst, onderworpen
-    Andere kinderen steken de draak met hen, en lachen ze op een spottende en onvriendelijke manier uit.
-    Slachtoffers worden lastig gevallen, geduwd, geslagen, bespuugd, gestompt en zijn daarbij niet in staat om zichzelf te verdedigen
-    Ze zijn betrokken bij ruzies waarin ze zich totaal niet kunnen verdedigen en waaruit ze soms huilend proberen te ontsnappen
-    Bezittingen (boeken op school, kleren in de kleedkamer bij de sportclub) worden beschadigd, weggegooid, nat gemaakt.
-    Slachtoffers hebben blauwe plekken, verwondingen,  of gescheurde kleding die ze niet op een normale manier opgelopen kunnen hebben.
-    Op school zie je bijvoorbeeld dat deze kinderen:
+ vaak alleen zijn en buitengesloten worden tijdens pauzes
+ geen enkele (goede) vriend in de klas lijken te hebben
+ in pauzes dichtbij de leerkracht blijven
+ bang en onzeker zijn en in de klas bijna niet hardop iets durven zeggen
+ er bang, ongelukkig en neerslachtig, soms zelfs huilerig uitzien
+ hun schoolprestatie teruglopen
-    Thuis zie je dat deze kinderen:
+ thuiskomen met gescheurde kleren en vernielde boeken
+ geen klasgenoten mee naar huis nemen en ook zelden bij klasgenoten gaan spelen
+ niet of bijna niet uitgenodigd worden op feestjes en ook zelf geen feestjes (durven) geven. (Niemand komt toch op mijn feestje)
+ slechte eetlust, vooral ?s morgens vaak hoofdpijn en maagpijn, ze willen  niet naar school
+ nemen een afwijkende route naar school
+ slapen slecht, hebben last van nachtmerries, huilen in hun slaap
+ minder belangstelling voor schoolwerk
+ ze vragen of stelen geld om zo de pestkoppen tegemoet te komen.

Hulp geboden!
Wie het vermoeden heeft dat hij of zij in zijn/haar omgeving met pestgedrag te maken heeft mag het er niet bij laten zitten! Om het slachtoffer niet, maar ook om de pester niet. Beide kunnen levenslange schade oplopen van deze manier van omgaan met elkaar.
Hulp bieden in dit soort situaties vraagt de nodige deskundigheid en kan in elk geval niet zonder deskundig advies.

Elburg                           
Henk van Dam

Voor meer informatie over Radar: www.radar-geloveninopvoeding.nl