ImageGod stelde Abraham op de proef?.                        
Genesis 22:1

God vroeg aan Abraham zijn zoon Isaac te offeren. Als kind vond ik deze geschiedenis spannend. Als onderwijzer vertelde ik dit verhaal graag. Wat een prachtig hoogtepunt als Abraham het mes mag laten zakken.
Later ging deze geschiedenis vragen oproepen. Hoe kan het dat God van een vader vraagt zijn kind te offeren? Het antwoord kan luiden dat het gelukkig niet hoefde. Maar wel ging Abraham drie dagen door een hel. Men kan trouwens zeggen dat het in het NT nog erger is. Want daarin wordt verteld dat God zijn Zoon wel offert.

Door deze gruwelijke verhalen kan ik niet in God geloven, zegt de schrijver Guus Kuijer. Lezers van zijn boeken zeggen het hem na. Lezers van de Bijbel lijken een wrede God tegen te komen. Hoe is dat te rijmen met de overtuiging dat God liefde is?

Laten we proberen zo onbevangen mogelijk te luisteren naar Genesis 22. Deze bekende geschiedenis is vol raadsels. Vol geheimen, is misschien beter gezegd.
Het roept veel vragen op, zoals de volgende. Waarom gehoorzaamt Abraham zonder tegenspraak? Heeft hij het aan Sara verteld? Wat wisten de knechten? Wat vertelde Abraham aan Isaac, en wanneer? Maar vooral: waarom beproeft God Abraham op deze manier?

Die laatste vraag is dringend, omdat uit het OT blijkt dat God mensenoffers verafschuwt (Deut.12:31). God zegt: Offer geen van uw kinderen aan de Moloch (Lev.12:21). De Isra?lieten moesten hun eerstgeboren zonen aan God geven (Ex.22:29). Maar zij mochten hem niet offeren; ze moesten hem lossen door een vervangend offer (Ex.13:13). Daarmee werd gezegd: wij hebben onze zoon van U gekregen, HERE. Wij geven hem aan U terug. Dat betekende: mijn toekomst ligt in uw handen. Deze oudtestamentische gegevens moeten we in ons achterhoofd houden als we Genesis 22 lezen. Dan blijft er nog genoeg duister. Maar toch komt er dan ruimte hierin  iets van Gods heilgeheim te ontdekken. God beproeft het geloof

God beproefde Abraham door van hem te vragen zijn zoon Isaac te brandofferen in het land Moria op de berg die Hij zou noemen. Het is niet in te leven wat dit voor Abraham betekende. Isaac was de zoon van wie hij zielsveel hield. Hij had de lach in hun leven gebracht. Bovendien was Isaac de zoon der belofte. Door hem zou er toekomst zijn. Niet alleen voor Abraham, maar voor de hele wereld. Maar God zei: geef je kind aan Mij terug. Dat was toch in strijd met Gods belofte, met zijn plannen voor de toekomst?
Toch gehoorzaamde Abraham God zonder uitstel. Op de tocht van drie dagen was Abraham ongetwijfeld in gedachten al steeds bezig Isaac te offeren. Wat een diepe beproeving! Achteraf bleek de beproeving een loutering.
Toen zij arriveerden bij de plek die God wees, zei Abraham tegen de knechten: Als wij hebben aangebeden, komen wij bij jullie terug. Was dat ?wij? misleiding of had Abraham een sprankje hoop vanwege Gods belofte die aan Isaac was verbonden? In elk geval geloofde Abraham dat God geen loze belofte had gegeven. Dat was gebleken in de geboorte van Isaac. Zou God niet opnieuw een wonder kunnen doen? Abraham overwoog dat God bij machte was Isaac uit de doden op te wekken. Dat staat te lezen in Hebree?n 11:18. In vers 19 staat dat Abraham zijn zoon bij wijze van spreken uit de dood heeft teruggekregen.
Toen Abraham en Isaac samen de berg beklommen, voerden zij een ontroerend gesprek.
Op de vraag van Isaac waar het lam voor het brandoffer was, zei Abraham: God zal zichzelf voorzien van een lam ten brandoffer, mijn zoon (8). Het lijkt alsof hij zijn zoon de waarheid nog niet wilde vertellen. Zou het niet een uiting van vertrouwen op God kunnen zijn, ondanks alles?
Daarna gingen ze samen verder. Totdat ze op de plaats kwamen die God had genoemd. Daar bouwde Abraham een altaar, schikte het hout er op, bond Isaac vast en legde hem op het altaar, boven op het brandhout.
Hoe Isaac reageerde, weten we niet. Wel wordt verteld hoe er een einde aan Abrahams beproeving kwam. Dat gebeurde toen hij het mes pakte om zijn zoon te slachten. De engel van de HERE riep: Abraham, Abraham. Hij kreeg te horen dat hij Isaac niets mocht doen. Het was voor God duidelijk dat Abraham godvrezend was.
Zo kreeg Abraham zijn zoon terug. Uit de dood, bij wijze van spreken. Als een voorafbeelding van het offer van de Zoon van God. Bij die voorafbeelding hoorde ook de ram in de struiken. Abraham offerde hem in de plaats van zijn zoon.
God maakte Abraham duidelijk dat hij helemaal van Hem afhankelijk was. Dat er zonder Hem en het offer dat Hij geeft, geen toekomst is. Dat geloofde Abraham, zoals hieruit blijkt dat hij die plaats noemde: de HERE ziet.
De HERE kiest, betekent dat. Hij ziet wat ik niet zie. Dat maakt niet onzeker, maar geeft juist vertrouwen. Hij kiest voor Abraham en zijn zoon, Isaac; Hij kiest voor mensen. Dat blijkt hieruit dat God zijn belofte onder ede herhaalde: zegen voor Abrahams nageslacht en voor alle volken op aarde. Daarom wordt gezegd: op de berg des HEREN zal erin voorzien worden.

Dat laatste kan ook worden vertaald als: H?t wordt gezien. Of: Hij of men laat zich daar zien. De HERE liet zich daar zien. En Abraham ook. Daar werd het dier gezien dat mocht worden geofferd in de plaats van Isaac. God zag dat. Hij koos het. Abraham zag het ook, en verheugde zich.
Het gaat erom dat ook wij op de berg des HEREN gezien worden. En dat we daar de HERE zien. Op de berg Golgota, bedoel ik nu. Daar offerde de HERE zijn Zoon.

In zo?n God kun je toch niet geloven? Wacht even. Waarom offerde Hij zijn Zoon? Wie deed Hem dat aan? Dat hebben wij gedaan; ik deed dat. Mijn kritiek op God komt op mijzelf neer. Christus? kruisiging is Gods oordeel over mijn leven. Door dat oordeel werd Jezus getroffen. Hij stierf in de plaats van zondaren. Hij is het Lam op wie Gods keus viel.
God ziet Hem. Hij roept mijn en uw naam om het ook te zien en te geloven. Om te geloven dat er dank zij Jezus heil en toekomst is. De derde dag, Pasen, spreekt daarvan. Elke zondag, voor wie hoort en ziet. Laten we dat (blijven) geloven. Ook in alle beproevingen.
Waarom beproeft God ons? Kunnen ook wij met een beproeving als Abraham te maken krijgen? Abraham was door God gekozen om de vader van alle gelovigen te zijn. In die hoedanigheid werd hij op de proef gesteld. God wist toch vast wel wat Abraham zou doen? Ervaren is meer dan weten.
God stelde Abraham niet op de proef om hem tot ongehoorzaamheid te verleiden, maar om zijn geloof zichtbaar te maken. Zo gebeurde het, zagen God en Abraham. Zo gingen die beiden samen, als vrienden. God deed de toekomst open. Hij heeft dat gedaan in de zoon van Abraham, in Jezus. Dat gebeurde op de derde dag. Daaruit is een volk gegroeid van kinderen van Abraham, van kinderen van God. Zij zijn mensen die van (dit verhaal van) God lang niet alles begrijpen. Zeker niet als ze zelf worden beproefd en door een hel gaan. Het zullen uiteindelijk toch niet meer dan een paar dagen blijken te zijn. En God gaat mee. Hij heeft het Offer gegeven. Daardoor is er leven. En kunnen we, ondanks beproevingen t?ch geloven. De weg van en met Hem in vertrouwen gaan. In de overtuiging dat niets ons zal kunnen scheiden van Gods liefde in Christus. Daarvan mogen we, ook in alle beproevingen, verzekerd zijn.

Amersfoort                                       
D. Visser