ImageIn het eerste artikel heeft Alle Broersma het IDO voorgesteld. In dit artikel wil hij iets van het werk laten zien dat het IDO verricht.
 
De inloophuizen zijn vooral ontmoetingsplek met een warme huiskamer. ?Hier word ik tenminste niet weggejaagd? is de reactie van een bezoeker die ?s nacht slaapt in de nachtopvang van het Leger der heils, maar de dag moet zien door te komen. De Multi-culti-maaltijd is deze keer voorbereid door enkele mensen met een Afrikaanse achtergrond. Aan de maaltijd schuiven mensen aan voor wie dit vaak de enige warme maaltijd in de week is en ze betalen daar graag ? 2,50 voor. Ook als ze wel een eigen dak boven het hoofd hebben, verzorgen ze zich vaak slecht door problemen, ziekte en eenzaamheid. Het inloophuis probeert daar ook structureel verandering in te brengen o.a. door de cursus Uitkomen met je inkomen of de cursus Goedkoop en gezond eten. Elk jaar zijn er weer deelnemers. In het inloophuis waar ook nogal eens mensen komen met psychische problemen is ook af en toe de GGZ present met een cursus. In het inloophuis waar veel allochtone vrouwen komen met jonge kinderen wordt regelmatig gewerkt aan Spelen met kinderen. Een internethoek wordt in beide huizen veel gebruikt door mensen die langs deze weg iets bij instanties moeten aanvragen, maar zelf niet over een computer beschikken.
De vrijwilligers in de inloophuizen zijn vooral gastvrouwen en gastheren. Zij stellen zich beschikbaar voor de mens die binnenloopt en contact zoekt. Dat lijkt simpel maar gaat niet vanzelf. Regelmatig worden de vrijwilligers dan ook toegerust voor dit werk o.a. door training in de Presentiemethode die door professor Andries Baart wetenschappelijk is uitgewerkt: wil je beschikbaar zijn voor de m?ns die contact zoekt?; die mens heeft stellig heel wat problemen, maar probeer die persoon te blijven zien als mens, die meer is dan haar of zijn problemen. En als die persoon merkt dat hij of zij als mens gezien en aanvaard wordt is een volgende stap om te kijken wat er aan de problemen kan worden gedaan.

Schuldhulpverlening.
Er komen bij het IDO veel mensen met schuldenproblematiek. Het feit dat de schuldhulpverlening gevestigd is op de bovenverdieping van een van de inloophuizen, maakt de drempel heel laag en voor de buitenwereld vaak onzichtbaar omdat die weg via het kopje koffie in het inloophuis loopt. Daarnaast heeft de ISL 4 dagen per week een open spreekuur. Mensen kunnen binnen lopen en krijgen met een vrijwilliger te maken die hen verder helpt. In 2009 ging het om bijna 7000 mensen die contact zochten via dat spreekuur. Zo?n hulpvraag gaat in veel gevallen gepaard met een doos of een plastic zak vol papieren en (meestal ongeopende) brieven. Vastgelopen in de bureaucratie of moe geworden van alle schuldeisers hebben ze de post al lang niet meer geopend (als ze al niet de brievenbus hebben dichtgeplakt). Dat betekent dat eerst een vrijwilliger van de Papierenbrigade zich door de post heen worstelt en de problemen overzichtelijk op een rij zet. Daarna gaat de ISL-vrijwilliger in gesprek en neemt contact op met schuldeisers. Vaak vergt het een langdurig traject in de schuldhulpverlening (gemiddeld drie jaar) om de problemen wat te boven te komen. Als dit traject is afgesloten worden de hulpvragers niet zonder meer losgelaten; dat zou, heeft ervaring geleerd, binnen korte tijd tot nieuwe problemen leiden. Daarom wordt hen vaak een begeleidingstraject aangeboden waarin ze in kleine stapjes leren ook financieel weer op eigen benen te staan. Sinds kort wordt er met een aparte groep vrijwilligers gewerkt in het project Schuldhulpverlening in detentie. Mensen die in de Penitentiaire Inrichting Lelystad hun straf er bijna op hebben zitten en daarna in de Lelystadse samenleving terug zullen komen, krijgen al in de gevangenis een vrijwilliger op bezoek die hen helpt met schuldproblemen en andere zaken, om na vrijlating de kans op een goede start zo groot mogelijk te maken. Een opvallend project is ook Hulp met perspectief. Hierin worden cli?nten van de voedselbank begeleid om hun leven structureel beter op de rails te krijgen, zodanig dat ze de hulp van de voedselbank niet langer nodig hebben.
De vrijwilligers van de schuldhulpverlening zijn mensen die hun werkzame leven er op hebben zitten, maar ook jongere mensen die uit zichzelf of via hun werkgever een dagdeel per week besteden aan deze hulp aan medemensen. Zij krijgen regelmatig scholing in aspecten waar ze in hun werk mee te maken krijgen. De vrijwilligers in de contacten met hulpvragers worden terzijde gestaan door vrijwilligers die de technische en administratieve aspecten die bij dit werk horen verzorgen. Allen worden begeleid door een coach, een beroepskracht die in het veld van de schuldhulpverlening is opgeleid. Het is uniek dat een vrijwilligersorganisatie zo professioneel werk verricht dat de gemeente Lelystad het IDO als volwaardige partner erkent naast de gemeentelijke schuldhulpverlening. Op deze manier wordt een grote groep mensen bereikt die anders geen hulp zouden vinden.

Voedselbank.
Op vrijdagochtend is het druk in de loods achter de kringloopwinkel. Een groot aantal vrijwilligers is bezig voedselpakketten samen te stellen. De voorraden zijn in de dagen er voor aangevoerd vanuit het centrale depot in Rotterdam, aangevuld met levensmiddelen die door bedrijven en particulieren (volkstuinders o.a.) in de omgeving worden geleverd. Hier is het vooral aanpakken en inpakken. Als de plastic kratten zijn gevuld en de schappen flink leeg zijn geworden, gaan de kratten in de auto die ze naar een viertal uitdeelpunten in Lelystad brengt. De mensen die als cli?nt zijn geregistreerd halen daar in de middag hun pakket op bij weer andere vrijwilligers. Er wordt veel aan gedaan om de privacy van cli?nten te waarborgen. Dat hoort zo, maar dat verdienen ze ook. Ik hoor nog wel eens mensen wat denigrerend opmerken: lekker makkelijk als je zo aan je eten komt. Wij ervaren juist dat veel mensen die deze hulp tijdelijk nodig hebben er een eer in stellen om hun leven weer zo op de rails te krijgen dat ze zelf in hun onderhoud kunnen voorzien.
Die houding is geen uitzondering en komen we ook tegen bij inloophuizen en schuldhulpverlening. Het IDO geeft nooit geld. Als mensen soms in acute nood vanwege dreigende woninguitzetting geld nodig hebben kunnen ze een lening krijgen van de IDO-Noodhulp tegen een getekende schuldbekentenis. Ook daar merken we hoe het de mensen goed doet als ze die lening, soms met tientjes per maand, toch kunnen aflossen.
De economische crisis merken we ook bij de voedselbank: het aantal mensen dat tijdelijk een voedselpakket nodig heeft groeit; op dit moment ontvangen zo?n 250 gezinnen in Lelystad wekelijks een voedselpakket. Tegelijk schrijven bedrijven minder makkelijk etenswaren (met bijvoorbeeld een verkeerd etiket) af om het dan aan de voedselbank te schenken. Toch kunnen de vrijwilligers nog steeds een kwalitatief goed pakket levensmiddelen samenstellen.
 
Lelystad                               
Alle Broersma

Alle Broersma is voorzitter van het Interkerkelijk Diaconaal Overleg in Lelystad.