D.V. zaterdag 30 oktober 2010 wordt ds. C.P. de Boer als predikant van de gemeente Urk-Maranatha bevestigd en vangt zijn werk op Urk aan. Voor ons in het noorden is hij een wat onbekende predikant; hij was zelfs niet eens geabonneerd op het Kerkblad voor het Noorden, maar dat heeft hij nu maar snel veranderd. Wie is deze nieuwe predikant van Urk-Maranatha? We hebben hem wat vragen voorgelegd.

 

Kunt u iets vertellen van uzelf, van uw gezin, van uw levensloop, van uw werk in de gemeente Werkendam?

Mijn vrouw en ik verwachten samen met onze zes kinderen medio november ons zevende kindje. Ons hele gezin ziet er erg naar uit. Beiden mogen we nu 35 jaar zijn. Ruim zeven jaar geleden leidde de Heere onze weg naar Werkendam, onze eerste gemeente. Nu zeven jaar later mogen we terugzien op een zeer intensieve en rijk gezegende tijd.

 

U bent ook bezig met een voortgezette studie en promotieonderzoek; kunt u daarvan iets vertellen?

Tijdens mijn studie had ik de gedachte dat mijn eerste gemeente een kleine gemeente zou zijn, zodat ik in de eerste jaren in de pastorie ook mijn dissertatie kon afronden. Zelf had ik daar ook wel een naam bij, maar het is anders gelopen. Zelf had ik de keus gemaakt om in de grote gemeente Werkendam voorlopig met mijn promotiestudie te stoppen. Na een jaar kaartte de kerkenraad dit echter aan. Hij creëerde ruimte om toch mijn promotiestudie op te pakken. Ik onderzoek de receptie en interpretatie van Psalm 110 tot en met de nieuwtestamentische periode. De vraag dus hoe Psalm 110 vanaf zijn ontstaan tot en met de nieuwtestamentische tijd gelezen en uitgelegd wordt. Te zijner tijd hoop ik zowel bij prof. Peels, als bij prof. Hofman te promoveren.

 

U komt van Werkendam en gaat nu naar Urk, naar een gemeente met meerdere predikanten; kunt u iets vertellen over de roepstem die tot u gekomen is en die u moest opvolgen? Voor vele gemeenteleden is dit lang niet altijd duidelijk hoe dit gaat; kunt u er toch iets van vertellen?

Kort na 3 jaar Werkendam diende de eerste kerkenraad zich voor een beroep aan. Bij deze kerkenraad heb ik de boot nog kunnen afhouden. Echter vrij snel daarna beriep Urk-Eben Haëzer mij. Daarna volgde met regelmaat een beroep. Voor alle beroepen heb ik met zekerheid mogen bedanken. Twee jaar geleden beriep Urk-Maranatha mij voor het eerst. Hoewel niets in mij er aan dacht om Werkendam los te laten, sprak de Heere in deze weken krachtig door Zijn Woord. Dit gaf veel gebed. Voor mezelf had ik aan het einde van de tweede week het beroep aangenomen. Enkele dagen voor het verstrijken van de bedenktermijn kreeg ik echter zoveel onrust, waardoor ik uiteindelijk voor dit beroep moest bedanken. Verward bleef ik achter. In de moeilijke en eenzame maanden daarna liet de Heere zien dat Hij duidelijk gesproken had, maar dat ik voor mezelf de toepassing verkeerd had gemaakt. Hij liet zien dat Urk-Maranatha nog eens zou terugkomen. Dat beroep moest ik dan wel aannemen. Tevens liet de Heere zien waarom ik nu nog in Werkendam moest blijven. Toen ds. R. Kok in het voorjaar het beroep naar Noordeloos aannam, wist ik genoeg. Urk-Maranatha beriep weer en ik mocht volgen.

 

Een predikant mag veelzijdig zijn in zijn werk; wat zijn uw speciale gaven in het predikant-zijn; wat maakt het voor u fijn om vandaag predikant te zijn en wat vindt u het lastige om vandaag predikant te zijn?

Met deze vraag weet ik eigenlijk niet goed raad. Speciale gaven heb ik volgens mij niet. Mocht ik ze wel hebben dan ben ik niet geïnteresseerd welke gaven dit zijn. Het kost mij al genoeg energie om met twee benen op de grond te blijven staan. Wel heb ik de gaven die nodig zijn voor de prediking, pastoraat en het catechese. Dit is genade en door God met de roeping geschonken. Al moet nog veel worden bijgeschaafd. Ik vind het een bijzondere gave dat ik alle drie met evenveel vreugde mag doen. Het antwoord op uw laatste vraag hangt sterk af van de tijd en plaats waarin iemand zich bevindt. Op dit moment vind ik het afscheid nemen van een gemeente waarvan ik ben gaan houden het lastigste aspect van het predikant zijn.

 

Hoe kijkt u aan tegen het werken in een nog grotere gemeente; het gevaar is namelijk dat je steeds meer ‘manager’ wordt of dat je in het pastoraat alleen maar bent voor ‘crisispastoraat’; kunt u nog ‘pastor’ zijn voor allemaal?

In de afgelopen jaren mocht ik samen met 10 andere kerkenraadsleden een gemeente van nu ruim 630 leden leiden. Nu kom ik in een nog grotere gemeente die anders georganiseerd is. In de eerste contacten merk ik dat de kerkenraad en daarachter de gemeente alles op alles wil zetten om te voorkomen dat zijn predikanten door alle beleidsmatige zaken niet aan het eigenlijke werk toekomen. Hiervoor zetten veel vrijwilligers zich belangeloos in. Zo ik de ambitie heb om ‘manager’ te worden, dan wordt dit door de structuur van de gemeente Urk-Maranatha direct verhinderd. Nog afgezien van de vraag of Urkers zich laten ‘managen’, maar dat terzijde. Mijn roeping is om in prediking, pastoraat en catechese herder te zijn. Hier klopt ook mijn hart. Het is mijn diepe overtuiging dat het pastoraat in de prediking begint. Tweemaal per week ontvangt nagenoeg de gehele gemeente middels de prediking 1,5 uur ‘Hoog bezoek’. Dan mag ik als herder mijn kudde voorgaan in het ontvouwen van de Schrift en het luisteren naar Gods Woord. De vragen van het hart, dat God mist en Hem in Christus zoekt te leren kennen, mogen ’s zondags tweemaal aan Gods Woord gesteld en beantwoord worden. Maar ook harten zonder vragen, omdat het hart leeg van God is, moeten door het Woord met deze leegte geconfronteerd worden. Je verlangen en gebed zijn dat één van de eerste kernvragen van het leven gaat leven; de vraag: “Wat moet ik doen om zalig te worden?” Als ik die vraag hoor, al is het soms schuchter en aarzelend, bloeit mijn ‘herdershart’ helemaal op. Je wilt toch niet anders dan zondaren aan Christus’ voeten brengen?! Het grijpt mij altijd aan wanneer deze vraag bij mensen niet (meer) leeft, terwijl zij Christus niet persoonlijk kennen. Ik ben er echt kapot van wanneer deze vraag in de prediking niet meer aan de orde gesteld wordt, bijvoorbeeld vanwege de gedachte dat de gemeente deze vraag allang voorbij is.

 

Hebt u nog andere dingen die u graag doet naast het gemeentewerk? (landelijk kerkenwerk of hobby’s)?

In het tweede jaar in Werkendam werd ik mij er opeens van bewust dat ik geen tijd meer voor andere dingen naast het ambtelijke werk, gezin en studie had. Dat was voor mij de reden om mijn oude hobby weer nieuw leven in te blazen. Op dit moment staat in onze woonkamer een groot levend schilderij van 2 meter lengte, waar het hele gezin dagelijks van geniet. Daarnaast heb ik 5 jaar in Deputaten Evangelisatie gezeten. Met pijn in mijn hart heb ik hiervan afscheid genomen, omdat deze werkzaamheden de voortgang van mijn studie afremden. Hoewel ik ook voor andere Deputaatschappen benaderd ben, heb ik totnogtoe de boot afgehouden. Buiten de kerken word ik regelmatig voor allerlei dingen en functies benaderd. Maar ik zeg op dit moment overal ‘nee’ tegen, vanwege de voortgang van mijn promotiestudie. Verder bakent het ambt ook veel af. Ik heb principiële moeite met een predikant die tevens allerlei bestuurlijke functies bekleedt. In dit verband denk ik aan een uitspraak van Spurgeon uit zijn Pastorale Adviezen: “Een echte predikant is altijd predikant of hij is het niet.”

 

We willen ds. De Boer heel hartelijk bedanken voor deze kennismaking; wie hem echter beter wil leren kennen, moet maar eens op Urk ter kerke gaan. Namens redactie en lezers van het Kerkblad voor het Noorden wensen we ds. De Boer en de gemeente Urk-Maranatha op zaterdag 30 oktober een mooi begin en samen een gezegend tijd toe.

 

Dronten

H. Jonkman