{mosimage}Ik zeg u: Maakt u vrienden met behulp van de onrechtvaardige Mammon, opdat, wanneer deze u ontvalt, men u opneme in de eeuwige tenten.           Lucas 16:9
        
Met Lucas 16:9 besluit Jezus de gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester, nadat Hij in vers 8 gezegd had: de heer prees de onrechtvaardige rentmeester, dat hij met overleg gehandeld had, want de kinderen dezer wereld gaan ten aanzien van hun geslacht met veel meer overleg te werk dan de kinderen des lichts.
Wat vindt u van deze gelijkenis? Hoe kan de heer de rentmeester prijzen en tot een voorbeeld stellen? Wie wordt met de heer bedoeld? De Heer vertelt over een heer. Het prijzen van de heer wordt heel verschillend uitgelegd. Volgens mij is uit vers 8 duidelijk dat de heer de rentmeester alleen maar prijst omdat hij met overleg heeft gehandeld. Van hem valt te leren dat wie slim is, aan zijn toekomst denkt.
De rentmeester krijgt te horen dat hij zal worden ontslagen. Dat is zijn eigen schuld, want hij had het bezit van zijn heer verkwist en hij was onrechtvaardig. Maar eerst moet hij verant-woording afleggen. Hij gebruikt de tijd die hem nog gegeven wordt goed met het oog op de toekomst. God is de rijkste Heer, want alles is van Hem. Hij heeft ons als rentmeesters aangesteld. Zijn wij niet bezig Gods rijkdommen te verkwisten en ons geld verkeerd te gebruiken? Door over de onrechtvaardige Mammon te spreken, lijkt het alsof Jezus een hekel aan (mensen met) geld heeft. Dat komt omdat geld vaak onrechtvaardig verkregen wordt. Ook is het dikwijls een middel tot zonde. Paulus schrijft daarom: geldzucht is de wortel van alle kwaad (1 Tim. 6:10). Als we ons moeten verantwoorden hoe we met Gods eigendommen zijn omgegaan, zal ook aan de orde komen wat we met ons geld hebben gedaan.
Hoe moet dat dan? Hoe moet het nu? Maak vrienden met geld. Dan wordt u in de eeuwige tenten opgenomen. Dat zegt Jezus. Als ik het zei, zou u het niet willen geloven. Je zou met geld de hemel kunnen verdienen? Wij weten wel beter.
Christus heeft het verdiend. Wij mogen en kunnen daar niets aan toevoegen. Het is genade alleen. Maar leven van genade maakt een ander mens van je. Het maakt ook je houding tot geld en goed anders. Je weet dat jij de heer niet bent, al ben je nog zo rijk. Je weet van je eigen wanbeheer. Toch wil je graag God dienen, Hem liefhebben boven alles en je naaste als jezelf.
Die liefde wordt ook tot uitdrukking gebracht door de manier waarop je met geld omgaat. Daaraan valt de waarde van je geloof te schatten. Door deze gelijkenis kunnen we ontdekken wat (ons) geloof in Christus inhoudt. 
Mijn leerlingen zijn niet erg slim, zegt Jezus. Ze weten wel dat geld niet gelukkig maakt. Maar toch willen ze er zoveel mogelijk van hebben. Gebruik je verstand. Gebruik je geld met liefde. Wees rijk door vrijgevigheid. Daarmee leg je een stevig fundament voor de toekomst. En win je het ware leven ( 1 Tim. 6:19).
Het blijft een moeilijk verhaal. We horen liever de gelijkenis over de verloren zoon die aan de gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester voorafgaat. Toen de jongste zoon alles verkwist had, kwam hij berooid thuis. Daar werd hij door zijn vader met open armen ontvangen. Zo groot is Gods liefde voor verkwisters van zijn bezit. Voor verloren zondaren. Wie gevonden is, is thuisgekomen. Die is leerling van Jezus.
Maar zijn leerlingen moeten weten wat zijn liefde inhoudt en uitwerkt. Daarom zegt Jezus tegen zijn leerlingen: wees niet dom en hebzuchtig, maar open je hart en portemonnee voor je naaste. Waarom je dat moet doen, kun je zelfs leren van de onrechtvaardige rentmeester. Dat doe je met het oog op de toekomst. Je doet het om het Koninkrijk te kunnen binnengaan. Jezus zegt dat de manier waarop je met je geld omgaat van doorslaggevend belang is. Zo maakt geld gelukkig.

Amersfoort                                       
D. Visser