Het was lijdenstijd. Ik begon mijn preek met een voorbeeld.

Ik had een plaat met het volgende symbool:


Aan de kinderen vroeg ik wat dit symbool betekende. Ze wisten het niet, behalve dan dat het voorop een Bijbel of liedboek staat. Ik vroeg het de ouderen.

Sommigen zeiden: dat betekent: Pax Christi, vrede van Christus. Helaas niet waar.

De goede uitleg is: hier staat ‘Christus’.

Het zijn de twee eerste letter van de naam Christus: de CH en de R, maar dan in het Griekse schrift: de CHi en de Ro. Ik kon het beeld goed gebruiken voor de preek.

Terloops merkte ik op: het zou best wel mooi staan wanneer er aan deze kansel een kleed kwam te hangen met het zelfde symbool.

Want dat zou betekenen dat wij vanaf deze kansel niets anders willen verkondigen dan Jezus Christus, en Die gekruisigd.

 

Nu had ik moeten weten dat er in de gemeente een overijverige zuster was, die gouden handen had. Op het gebied van kleding, borduurwerk en haakwerk was ze onovertroffen.

Maar ze had één handicap: ze was solistisch.

Ik had dus moeten weten dat voornoemde opmerking van mij op de preekstoel, tot actie kon leiden van onze zuster.

 

En jawel, de nieuwe zondag had zich nog niet aangekondigd of zuster X belde mij met de mededeling: hij is al klaar hoor…

Schaapachtig vroeg ik: wat bedoelt u, waar hebt u het over?

Nou, u wilde toch een kleed aan de kansel, ik heb het al klaar.

En ik heb het ook nog wat verfraaid, ik zag een afbeelding met een A en een N ernaast.

Ik begon een beetje te stotteren en kleurde aan de telefoon.

 

Maar zuster X, zei ik, dat was niet mijn bedoeling. En trouwens, als we in de kerk zoiets doen, dan kan dat niet buiten de kerkenraad en de commissie van beheer om.

Maar, vervolgde ik, weet u wat, ik ga dit op de volgende kerkenraad brengen. U hoort van mij.

U begrijpt dat ook de kerkenraad verrast was door deze turbo-actie, maar om de lieve vrede wil zouden een ouderling en mijn persoontje het kanselkleed gaan keuren.

 

Toen ik het zag begreep ik waarom ze had gezegd dat ze het verfraaid had met een A en een N, die stonden er ook. Ik legde uit dat die N moest veranderen.

Het moeten de letters: A, van Alpha en Ω, van Omega zijn.

Zr. X hield echter vol dat het een N moest zijn, zo had ze het ergens gezien.

Wij hielden vol: als er een kleed komt, dan moet het goed zijn, dus u moet de N vervangen door de Ω. Zuster X pakte het kleed en zei: als er geen N op komt, krijgt u het niet.

Onverrichter zake en teleurgesteld keerden we huiswaarts.