De eerste van de zeven gemeenten is Efeze. Een stad, die op het moment dat de brief bezorgd wordt, reeds een lange geschiedenis achter zich heeft liggen. Het is ook de eerste op de bezorgroute van de postdienst vanuit Patmos. De volgorde van de zeven brieven wordt namelijk door de bezorgroute van de brieven bepaald.

De eerste getuigen van menselijk bestaan in Efeze dateren uit 1400-1300 v. Chr. Vanaf 1000 v. Chr. maakt Efeze een grote opgang. In die tijd strijken Griekse kolonisten op deze en andere plaatsen neer. Zij leggen in Efeze verschillende havens aan, die in de loop der eeuwen uitgebreid en verbeterd worden. Gelet op de gunstige ligging van deze stad verbaast de keus van deze kolonisten niet. Efeze ligt aan de oostkust van het huidige Turkije, aan de monding van een rivier, die uitloopt in de Egeïsche Zee. Deze havenstad is doorvoerplaats tussen Oost en West en onderdeel van een van de belangrijkste hoofdroutes in Anatolië. Onder invloed van de Lydische roemruchte koning Croesus vermengt de Anatolische cultuur van Efeze zich met de Griekse cultuur van het Lydische rijk. Na de overwinning van de Perzische koning Cyrus (vgl. Ezra 1) in 560 v. Chr., kiest de stad, als enige van Ionische steden, direct de kant van de Perzen en ondergaat zo op een vreedzame wijze de invloeden van de Perzische cultuur.

Hellenistische tijd

De intocht van de Griekse vorst Lysimachus in 290 v. Chr. luidt voor Efeze een nieuwe fase in. Op zijn bevel wordt de stad meer landinwaarts “verplaatst” in het gebied tussen de twee grote heuvels Panayir Dagh en Bülbül Dagh. Dit betekent dat de oude stad verwoest wordt en een paar kilometer verderop een nieuwe stad herrijst. Tegenstand bij de inwoners breekt Lysimachus door de straten blank te zetten. Met de stedelijke herinrichting reorganiseert hij ook het bestuurlijk en ambtelijk apparaat. Hij versterkt de nieuwe stad met het bouwen van een 9 kilometer lange muur van 7 meter hoog en 3 meter breed, waarvan de restanten vandaag de dag nog bezichtigd kunnen worden. Met de dood van Lysimachus in 280 v. Chr. breekt voor de stad opnieuw een onrustige tijd aan.

Efeze en Rome

Pas met de komst van de Romeinen in 133 v. Chr. herstelt zich de rust. Efeze neemt aanvankelijk ten opzichte van de Romeinen een ambivalente houding aan. Enerzijds viert men de Romeinse feesten, anderzijds participeert Efeze in een opstand onder leiding van koning Mithridates. Hiervoor betaalt de stad een hoge tol. Dat de verhoudingen na deze gebeurtenissen normaliseren, blijkt uit het warme onthaal dat Antonius en Cleopatra in 33 v. Chr. te beurt valt. Met de aanvang van de regering van Augustus (vgl. Luk 2,1) verandert er voor Efeze veel. De stad wordt door Rome aangewezen als de “Eerste en grootste Metropolis van Azië”. Dat dit niet zomaar een inhoudsloze titel is, blijkt uit de vele belangrijke publieke gebouwen, aquaducten en de aanleg en vernieuwing van straten en andere grootstedelijke bouwwerken, bijvoorbeeld gymnasia, marktplaatsen, badhuizen, een stadion dat 25.000 mensen kan herbergen (vgl. Hand 19,19), ondergrondse winkelcentra, tal van tempels, enz. Omdat Efeze nu ook het politieke machtscentrum van Klein-Azië is, worden binnen de stad grote triomfmonumenten voor belangrijke Romeinse machtshebbers opgericht. Verder verrijzen bijvoorbeeld de koninklijke basiliek, de tempel van Roma, voor Julius Ceasar, voor Dominitianus en de tempel van Augustus. In deze heiligdommen ontstaat rond 30 v. Chr. de keizercultus, de religie om de keizer goddelijk eer toe te kennen. Ceasar is kurios! Caesar is heer! Vanuit Klein-Azië rukt aan het begin van de 1e eeuw n. Chr. dit nieuwe fenomeen snel op en weet in vrij korte tijd ook Italië in te winnen. De gevolgen van deze keizercultus zullen de christenen in de tweede en derde eeuw ondervinden….

Godsdienstig leven in Efeze

Efeze is een kosmopolitische stad, die sinds jaar en dag openstaat voor de invloeden van verschillende godsdiensten. Centrum van alle religies is de tempel van Artemis. Dit beeldbepalend gebouw aan de skyline van Efeze is het grootste Griekse heiligdom in de Oudheid, een van de zeven wereldwonderen in de Laat Antieke Wereld. Ten tijde van het ontstaan van de christelijke gemeente te Efeze is de omvang van deze tempel 70x130 m. Het bezit 127 marmeren pilaren, elk 20 m hoog met een diameter van 2m. 35 zuilen zijn met goud en juwelen belegd. Buiten de tempel bevindt zich het altaar in de vorm van een groot hoefijzer, dat is opgericht in een gebied van 32x22 m. Bijzonder aan dit heiligdom is het zgn. asielrecht. De tempel biedt een legitieme plaats voor gevluchte criminelen of andere personen, die moeten vrezen voor hun leven, vanwege een misdaad tegen het burgerlijk recht. Aan dit recht heeft keizer Augustus rigoureus een eind gemaakt, toen de georganiseerde misdaad dit gebouw als uitvalsbasis ging gebruiken. Het heiligdom van Artemis boogt op een geschiedenis van meer dan 1200 jaar waarin het verschillende veranderingen ondergaat. Mede door deze vernieuwingen wordt de tempel door een boom gesymboliseerd. Deze levensboom symboliseert de aanwezigheid van de godin Artemis te midden van haar volk. Ook symboliseert deze levensboom de status van Artemis. Zij is maagd en moeder. Rein en toch vruchtbaar want zij heeft haar volk voortgebracht en voorziet middels een uitgebreid irrigatiesysteem Efeze van water en welvaart. De relatie tussen de tempel van Artemis en dit symbool keert terug op munten, verhalen en andere afbeeldingen uit de tijd tussen de 4e eeuw v. Chr.- 3e eeuw n. Chr. Het symbool neemt ook een opmerkelijke plaats in, in de brief die Johannes in opdracht van Christus aan Efeze moet schrijven (Openbaring 2,7).

 

Urk
C.P. de Boer