Ds. L. H. Oosten heeft een aantal momenten uit de kerkgeschiedenis van Friesland beschreven. Zijn boekje geeft ook meer dan een beschrijving. Het roept op tot een zuivere prediking van het Woord. Friesland schreeuwt, aldus de predikant, om het evangelie.

Zendeling onder Friezen, zo werd Eligius genoemd. Hij werd in 650 aangesteld. Zijn gebied was veel en veel groter dan de huidige provincie Friesland. Er werd gesproken over Groot-Friesland. Daarbinnen lag ook Utrecht, waar de Angelsaksische bisschop Willibrord (± 658-739) zijn zetel kreeg: aartsbisschop van de Friezen. Een van diens medewerkers, Wulfram, breidde zijn werkgebied uit tot Medemblik. Hij heeft veel Friezen gedoopt.

Daarna kwam Bonifatius. Toen deze al 82 jaar oud was (wie spreekt over leeftijdsgrenzen voor ouderlingen?), kwam hij op een van zijn reizen bij Dokkum. Daar vond hij in 754 de dood. Maar daarmee was de verkondiging van het evangelie niet beëindigd. Die ging door. Friesland bracht ook zelf een zendeling voort: Ludger (742-809). Deze genoot een groot aanzien bij Karel de Grote, de heerser over het machtige Frankische rijk.

Honderden jaren gingen voorbij. In de vijftiende eeuw preekte pater Johannes Brugman onder de Friezen. Hij deed dat in de geest van de Moderne Devotie. Deze beweging riep op tot eenvoudige gehoorzaamheid aan het evangelie. Ook keerde deze beweging zich tegen misstanden in de Rooms-Katholieke Kerk.

Al voor het begin van de Reformatie in 1517 waren er dorpspastoors die alleen het Woord predikten, zonder het roomse zuurdesem. Sommigen hadden ook al afscheid genomen van het celibaat, waren getrouwd en hadden kinderen. In 1536 sluit Menno Simons, pastoor in Witmarsum, zich aan bij de doperse beweging, die vooral in het toenmalige Friesland veel volgelingen had.

 

Reformatie

Meer en meer vond de Reformatie in de gevestigde rooms-katholieke parochies weerklank. Mensen verzuimden de rooms-katholieke kerkplichten. Pastoors brachten het evangelie van de rechtvaardiging van de zondaar door geloof alleen.

In het begin van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) vluchtten velen vanuit Friesland naar Emden, 'de herberg van God'. Zij vreesden vervolging door de Spaanse overheerser. In Emden werd in 1571 de eerste synode van de gereformeerde kerken gehouden: het begin van de protestantse kerk in de Lage Landen. Ook in Friesland werd het kerkelijk leven meer en meer georganiseerd.

In 1578 stelden de Staten-Generaal een godsdienstvrede voor. In plaatsen waar honderd families erom vroegen kon in vrijheid een vrije godsdienstoefening worden gehouden. In Friesland reageerde men snel op dat voorstel. Spoedig daarna konden samenkomsten in de geest van de Reformatie worden gehouden. De calvinistische Reformatie in Friesland ging verder. In 1580 besloten de Staten van Friesland dat de roomse godsdienst geheel moest worden afgeschaft. In alle plaatsen moesten gereformeerde predikanten, leraars en schoolmeesters worden aangesteld. De gereformeerde minderheidskerk was een in het publieke leven bevoorrechte kerk. Toch kon dit besluit niet worden gehandhaafd, zo begrijpen we. Het calvinistisch deel van de Friese kerken bleef een minderheid vormen tussen roomsen, remonstranten, lutheranen en 'neutralisten'.

In 1584 werd een seminarie opgericht in Franeker voor de opleiding van predikanten. Een jaar later werd de universiteit gesticht, waar naast theologie ook andere vakken werden gedoceerd. Deze universiteit bleef bestaan tot 1811. De universiteit stond in haar bloeitijd bekend als het calvinistische Sion.

 

Nadere Reformatie

Het feit dat de Reformatie ingang vond wil niet zeggen dat de levenspraktijk in alles ging overeenstemmen met het woord van God. Een Nadere Reformatie was ook in Friesland nodig. Iemand die zich daarvoor heeft ingezet was onder meer Herman Witsius, predikant in Leeuwarden. Ds. Paschasius Baers wilde bevorderen dat mensen niet onvoorbereid bij het avondmaal zouden komen. Hij bepaalde dat wie avondmaal wilde vieren een drietal vragen moest beantwoorden. Dat gebeurde in de dienst van voorbereiding. Bij elk van de vragen antwoordde de gemeente met 'ja'. De generale synode van 1817 heeft daarnaar verwezen. Zij wijst op het gebruik in kerken in Groningen en Friesland waar gemeenteleden in de dienst van voorbereiding staande de vragen aanhoort en met een buiging beantwoordt. Daarop heeft de synode ingesteld dat de predikant in de voorbereidingsdienst een aantal vragen moest stellen.

Toch is er ook en sterke opkomst van vrijzinnigheid in Friesland. Opkomst van het socialisme en schrijnende toestanden onder arbeiders hebben velen van het evangelie doen vervreemden. De liberale adel bekommerde zich doorgaans weinig om de bevolking die in armoede leefde.

De universiteit van Franeker ging langzamerhand mee met de geest van de Verlichting en werd een bolwerk van vrijzinnige opvattingen. In de achttiende eeuw werd de theologie aldaar beheerst door een geest van rationalisme. Die geest straalde uit over de gehele provincie. Toen de Franeker universiteit was opgeheven ging echter de vrijzinnige beïnvloeding verder vanuit de universiteit van Groningen. Weinig waardering was er voor de leer van de uitverkiezing, de leer van de verzoening door voldoening, en de gedachte dat mensen onmachtig zijn in zichzelf het goede te doen. God, deugd en onsterfelijkheid waren de kernwoorden van de richting die vanuit Groningen werd uitgedragen. Toch bleef te midden van geestelijk verval ook de klassieke gereformeerde richting bestaan.

 

Afscheiding

Wie in de kerken de gereformeerde prediking niet meer hoorden, zochten elkaar op in huiselijke bijeenkomsten. Anderen liepen soms uren aaneen om een predikant te horen die in alle ernst wet en evangelie predikte. Het Friese Réveil getuigde van een groot verlangen naar het evangelie.

Ds. Oosten schrijft ook over de beweging van de Afscheiding in Friesland. De enige predikant die aanvankelijk met de Afscheiding meeging was ds. S. van Velzen van Drogeham. Hij ging mee zonder zijn kerkenraad en nagenoeg zonder zijn gemeente. Hij heeft ondertussen wel veel betekend voor de Afscheiding in deze provincie. Hij was lange tijd daar de enige afgescheiden predikant. Op veel plaatsen kwamen mensen buiten de gevestigde kerken samen om te luisteren naar de rechtzinnige prediking van het Woord van God, die zij niet meer in de gevestigde vaderlandse kerk hoorden.

In 1886 begon de Doleantie, een brede beweging die zich in 1892 verenigde met gemeenten die uit de Afscheiding waren voortgekomen. Zij die niet met de vereniging meegingen bleven wat zij waren: christelijk-gereformeerd.

Na de Doleantie had Friesland het hoogste percentage gereformeerden van ons land. Rond 1960 was vierentwintig procent van de bevolking gereformeerd. Het protestantisme was sowieso sterk vertegenwoordigd. Veertig procent van de Friese bevolking behoorde in die periode tot de Nederlands Hervormde Kerk. Daarna is de situatie veranderd. En behoorlijk ook.

 

Eigen aard

Ds. Oosten, predikant uit een oud Fries geslacht, probeert af en toe een moment uit de Friese kerkgeschiedenis te verklaren uit de eigen aard van de Friezen in vergelijking met de aard van andere bevolkingsgroepen. Verlangen naar vrijheid, onafhankelijkheid, vasthoudendheid en onbuigzaamheid zouden typische kenmerken zijn. Hij trekt van daaruit een lijn naar de ingang van de Reformatie in de provincie en ook een lijn naar de sterke invloed van vrijzinnigheid.

De predikant benoemt de zegen van een schriftuurlijke bevindelijke prediking. Hij wijst op het gevaar van geestelijke uitholling van de prediking. Daarin heeft hij gelijk. De Here wil de zuivere prediking van het Woord zegenen. Hij wil die zegen geven via een krachtige doorwerking van zijn Geest. Daar mogen en moeten we dan ook om bidden. Wat meer kerkelijk besef kan trouwens ook geen kwaad. Trouw in de dienst aan de Here, in de gemeente waarin je geplaatst bent. Dan zal Hij zijn zegen ook aan Friesland laten zien en aan elke andere provincie waar zijn Woord wordt gebracht. 'Predik het Woord!' naar Schrift en belijdenis. Met die oproep van de predikant uit Driesum kunnen we van harte instemmen.

 

Feanwâlden
D. J. Steensma

 

Naar aanleiding van: L. H. Oosten, Vrije Friezen. Momenten uit de kerkgeschiedenis van Friesland. Artios-reeks, Uitgeverij Groen, Heerenveen, 96 blz., ISBN 978 90 8897 054 2, Prijs € 12,50. Het boekje is uitgegeven in samenwerking met de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland.