Galaten 5, 24: Liefde, blijdschap, vrede, zelfbeheersing… Hoeveel mensen zijn daarnaar niet op zoek in onze tijd. Moge God het werk van alle psychologen en therapeuten rijk zegenen. Maar is het mogelijk dat deze prachtige krachten ook in de kerk door het werk van Gods Geest ontstaan? Dat mensen vol innerlijke pijn en onvrede er zo uit gaan zien? Een serie korte artikelen.

Het leven kan niet zonder wetten en regels. Verkeer van rechts heeft voorrang. En leraren moeten precies opgeven hoeveel huiswerk er gemaakt moet worden. En we spreken nauwkeurig af wanneer we samenkomen als gemeente. En dan hoort iedereen er te zijn.

Zonder regels gaat het niet. En toch schieten regels ook altijd weer te kort. Want een kind of een bejaarde of een colonne eenden geven we ook voorrang al komen ze nog zo van links. Dan gaat het om iets dat niet in wetten is vast te leggen, om innerlijk besef van wat belangrijk is. En dat een leerling zo geboeid raakt door een vak dat hij er meer voor doet dan in zijn huiswerkagenda staat, zou wel eens een signaal kunnen zijn van zijn levensroeping! En met hoeveel geloof en gebed we kerkdiensten omringen is niet in regels vast te leggen en toch maakt dát een kerkdienst tot een zegen.

Daar moet het mee te maken hebben dat Paulus in zijn brieven en zeker in die aan de Galaten soms in negatieve zin schrijft over de wet. Dat hij de prachtige vrucht van de Geest lijnrecht zet tegenover de walgelijke werken van het vlees, begrijpen we, maar dat hij op dezelfde manier een tegenstelling maakt tussen de vrucht van de Geest en de werken van de wet, daar moeten we even langer over nadenken. Want diezelfde Paulus somt toch in zijn brieven een heleboel christelijke regels op, aanwijzingen van de apostel voor het dienen van God die wij niet zomaar naast ons neer kunnen leggen.

Eerst een paar voorbeelden over de wet. In 2, 19 zegt Paulus: ‘Ik leef niet langer voor de wet, máár voor God. In 3, 2 vraagt hij de Galaten: ‘hebben jullie de heilige Geest ontvangen door de werken van de wet, of door de prediking van het geloof?’ En in 5, 18: ‘Als je je door de Geest laat leiden, dan ben je niet onder de wet’. Paulus duwt de wet naar achteren, omdat hij het geloof en de Geest stralend voorop wil stellen!

Voor de mensen waartegen Paulus hier schrijft was de (joodse) wet éven belangrijk als Jezus Christus. Zij verkondigden ten diepste redding door geloof in Jezus én het naleven van wetten. Maar dan komen Jezus Christus en de wet naast elkaar te staan en dat is nét teveel eer voor de wet. En als je niet uitkijkt, wordt de wet zelfs belangrijker dan Jezus Christus. En tegenover deze mensen stelt Paulus dat de wereld niet de wet nodig heeft, máár Jezus Christus. Hij is de vervulling van de wet, wat óók betekent dat de bedoeling van God met het mensenleven nog duidelijker wordt in het leven en in de toewijding van Jezus dan in Gods wet.

 

Een hekwerk of een bron

Een stelling bij een recent ‘Apeldoorns’ proefschrift luidt: ‘Het beeld van een Australische boer die een bron slaat in de steppe als middel om zijn vee bijeen te houden, in plaats van met rasterwerk een weidegebied af te perken, is bruikbaar voor het verstaan van wat voor gemeenschap de kerk eigenlijk is.’ Wetten zijn als een hekwerk. Pas op, daar moet je niet voorbijgaan, want dan stort je in de afgrond. Jezus Christus is als een bron van levend water! Wie daaruit eenmaal gedronken heeft wil steeds meer liefde, wijsheid en kracht ontvangen en zo komt een mens verder in de dienst van God dan wetten op zichzelf dat ooit kunnen geven.

Zwolle
Henk Mijnders