Een belangrijk deel van het werk van een predikant bestaat in de omgang met mensen. We noemen dat het pastoraat. Het woord ‘pastor’ is een prachtig woord. Het laat ons zien dat een dominee geroepen is om als een herder de kudde van Christus te weiden.

Dat is een voorrecht wanneer je door de grote Herder, de Heere Jezus, geroepen wordt om herder over Zijn kudde te zijn. Het vraagt allereerst van de herder om zelf schaap te zijn van de kudde.

Nu gaat het ook in het pastoraat om het verkondigen van het Woord. In de prediking wordt het Woord verkondigd aan de hele gemeente. Heel de gemeente is bij elkaar en luistert naar het Woord van God. In het pastoraat mag je het Woord van God doorgeven in een concrete situatie van een gemeentelid. Paulus zegt dat hij in het openbaar en bij de huizen het Evangelie heeft verkondigd (Hand. 20, 20). Hij heeft in het openbaar en bij de huizen getuigd van de bekering tot God en het geloof in de Heere Jezus Christus.

Een pastoraal bezoek is geen gezelligheidsbezoekje waarin de dominee op de koffie komt en een praatje maakt. Het bezoek is bedoeld om het gemeentelid in zijn situatie te helpen met en door het Woord van God. Trouwens een pastoraal bezoek kan ook plaatsvinden in de studeerkamer van de predikant. Soms is het voor iemand makkelijker om vertrouwelijk met de pastor te spreken dan thuis waar ook nog andere leden van het gezin wonen of aanwezig zijn.

In de regel leg ik de pastorale bezoeken alleen af. Er zijn situaties waarin het van belang is dat je iemand bij je hebt. Ik denk dan bijvoorbeeld als er een bezoek gebracht moet worden wanneer iemand in zonde leeft en vermaand moet worden. Het is dan beter om een ouderling naast je te hebben, ook om het verslag naar de kerkenraad zo goed objectief mogelijk weer te geven en een getuige te hebben van je wat gehoord hebt.

 

De stem van de goede Herder

Het is het gebed van de pastor dat de stem van de goede Herder gehoord wordt tijdens het pastorale gesprek. Het is je verlangen als pastor dat er ontmoeting is met de goede Herder. In de evangeliën lezen we hoe de Heere Jezus met innerlijk ontferming bewogen is over de schapen. Hij zoekt mensen op in hun nood. In het pastorale bezoek is Christus Zelf bezig om Zijn ontferming te tonen aan verloren zondaren.

 

Luisteren

Maar dat betekent niet dat direct aan het begin van het bezoek de Bijbel opengaat of begonnen wordt met de geestelijke vragen. De herder moet eerst luisteren. Je moet je als pastor een beeld vormen van de situatie waarin het gemeentelid verkeert en wat er in hem of haar omgaat. Het is belangrijk om te vragen naar de dingen die de broeder of zuster bezig houdt in het dagelijks leven en om te proeven of en hoe die dingen geestelijk verwerkt worden. Dat wordt ook niet altijd in het eerste gesprek duidelijk.

Het maakt ook verschil of je bij iemand voor het eerst op bezoek komt of dat je met regelmaat een bezoek brengt. In het laatste geval  kun je aansluiten bij de dingen die in een vorig bezoek aan de orde zijn gekomen. Er kan ook een concrete aanleiding zijn om een pastoraal bezoek te brengen.

Het maakt een verschil of je iemand opzoekt in verband met het overlijden van een geliefde of dat je bij jonge ouders bent die zojuist een baby hebben gekregen.

Je probeert als pastor te luisteren naar wat er gezegd wordt en ook op te merken wat er niet gezegd wordt. Niet een ieder legt zijn hart in een eerste gesprek op tafel.

 

Relatie met de Heere

Je zoekt naar een aanknopingspunt om de relatie met de Heere ter sprake te brengen. Er kunnen in de relatie tot de Heere heel wat hindernissen en obstakels zijn. Soms moet er gesproken worden over zonden die beleden en bestreden moeten worden. Er kunnen situaties zich voordoen waarin mensen zich afvragen of de Heere er wel voor hen is. Het gesprek kan zijn met iemand die wil breken met de kerk of onverschillig is ten aanzien van het Woord van God. Een pastor probeert te ontdekken hoe iemand tegenover de Heere staat.

 

Het Woord open

Het Woord moet op de een of andere manier aan het woord in het pastorale gesprek. Het is de opdracht van de pastor om te wijzen op goede Herder. Bij Hem is een onuitputtelijke bron van genade, een volheid van genade.

Zelf sluit ik een gesprek altijd af met Schriftlezing en gebed of er moet een bijzondere reden zijn dat dit niet mogelijk is. Zelf heb ik nooit meegemaakt dat iemand dit weigerde. Voor het bezoek heb ik meestal een bijbelgedeelte uitgekozen en gaandeweg het gesprek vraag je jezelf af of het een passend stukje is of dat een ander gedeelte geschikt is.  Je probeert de mensen het Woord mee te geven. Samen zoek je het aangezicht van de Heere in het gebed en leg je de broeder of zuster, het gezin voor de Heere neer.

 

Gebed

Het gebed van de pastor voor hij op bezoek gaat is belangrijk, maar ook daarna. Je legt de bezoeken die je hebt afgelegd in Gods handen en bidt om Zijn herderlijke zorg over de kudde. Het is ook een zegen om ook zaken die vertrouwelijk zijn en tot het ambtsgeheim behoren, aan de Heere te kunnen toevertrouwen.

 

Pastoraat in nood

In een grote gemeente zoals onze Maranathakerk bestaat je werk als pastor voor een groot deel uit het bezoeken van zieken in het ziekenhuis of thuis of in verpleegtehuizen. Ook ben je vaak betrokken bij problemen in gezinnen en huwelijk. Je zou dit crisispastoraat kunnen noemen. Daarnaast zijn er ook bezoeken waarin je mensen ontmoet die zegeningen ontvangen hebben. In onze jonge gemeente worden veel kinderen geboren en is een wekelijks kraambezoek eerder regel dan uitzondering. Ook gesprekken met jonge mensen die aangeven belijdenis te willen doen of in het huwelijk te treden zijn vaak open en mooie gesprekken waarin we samen luisteren naar het Woord van Heere.

Het komt ook meer dan eens voor dat je benaderd wordt met vragen over het geloof en over de Bijbel die aanleiding geven voor een pastoraal gesprek. Gezien de grootte van de wijk is het voor mij als predikant niet mogelijk om mee te gaan op huisbezoek. Ik bewaar trouwens goede herinneringen aan mijn eerste gemeente Genemuiden, waar ik als jong predikant met een ervaren ouderling huisbezoek deed en veel mocht leren. God legde zo een fundament om te leren een pastor te zijn.

 

Pastoraat aan de pastor

De pastor heeft zelf ook een ziel. Het is belangrijk dat hij dit zelf goed beseft en zich laat voeden en weiden door de grote Herder. Daarnaast is het belangrijk dat ook de kerkenraad oog heeft voor de pastor en zijn gezin. Je mag verwachten dat de pastor zelf ook huisbezoek krijgt. Zelf ervaar ik dat elke keer weer als een zegen. De grote Herder vergeet ook hen niet die namens Hem anderen opzoeken. Je mag jezelf dan ook opgezocht weten door Christus.

Het stimuleert je ook weer om in de dienst van de Heere bezig te zijn.

Het brengen van pastorale bezoeken is niet altijd gemakkelijk, maar het is heel mooi werk.

Immers, de Heere Jezus zorgt voor Zijn kudde. Dat geef je als pastor ook moed, rust en vertrouwen.

 

Urk
H. Polinder