Tot niets was Hij verplicht. Toch heeft God het heelal en ook de mens geschapen. Hij heeft gekozen voor deze schepping. Uit liefde. Een bron van troost en een sterk houvast voor ieder die gelooft!

 

De belijdenis van het schepper-zijn van God spreekt het bijbelse getuigenis na. Prachtig zijn de bijbelgedeelten over Gods scheppingsmacht. Ze geven uiting aan grote vreugde en dienen tot bemoediging.

Kijk naar de Judeeërs in ballingschap. Het volk is radeloos vanwege twijfel: 'Mijn weg is voor de HERE verborgen.' Het geloof wordt aangevochten. Maar dan klinkt de stem van de profeet: Wie heeft de wateren met de holte van zijn hand opgemeten? Wie heeft het stof van de aarde met een maatbeker gevat? Wie heeft de bergen gewogen met een waag of de heuvels op een weegschaal? (Jes. 40, 12-31).

Scheiden en vormen

De Almachtige verlost zijn volk en overwint de kwade machten. Hij zondert de zijnen af van de machten van dood en chaos. Een zegenrijke afscheiding!

Daarover spreekt onder meer het scheppingsverhaal. Vandaar dat een van de grootste Nederlandse theologen, dr. Oepke Noordmans, zei: 'Scheppen is scheiden'. God maakt scheiding tussen licht en duister, tussen land en water. Daarmee getuigt het scheppingsverhaal van de overwinningsmacht van God over alle machten die ons bedreigen.

Waar de hemelse Vader zijn scheppingsmacht toont, spreekt Hij een oordeel uit. Hoe zou licht kunnen samengaan met duister? De kerk vindt troost en houvast wanneer ze terugziet naar Gods scheppingswerk.

Maar niet alleen dan. Voortdurend ziet de kerk om zich heen wat herinnert aan dat werk. Overal ziet ze op een of andere manier de hand van de Schepper. Die hand is herkenbaar als die van een kunstenaar in zijn kunstwerk.

Hoewel … de 'wreedheid' en het geweld van de natuur roepen de nodige vragen op. Wat kan de wereld verschrikkelijk zijn! Aardbevingen, tsunami's, orkanen. Maar toch …

De belijdenis dat God de Schepper is, is niet alleen een belijdenis die houvast verwoordt. Ze wijst ook een richting voor een leven in overeenstemming met de wil van God. Wat Hij geschapen heeft, is goed in de zin van: dienstbaar aan mens en samenleving.

De kerk belijdt dan ook dat 'scheppen' niet alleen 'scheiden' is, maar ook 'vormen'. God heeft met zijn scheppingswerk een woonplaats voor de mens gevormd. In die zin is deze belijdenis een sterke stimulans in het zoeken van het welzijn van mens en samenleving. De kerk belijdt dat zij zich onderwerpt aan de grenzen die de Schepper heeft gesteld.

De huidige samenleving denkt daar anders over. Zij meent dat ze zelf het leven kan maken en naar eigen goeddunken kan inrichten. Maar de belijdenis van Gods schepper-zijn waarschuwt tegen deze hoogmoed. God is de Schepper, de mens niet.

 

Uit niets

De Allerhoogste heeft de wereld in het begin 'uit niets' geschapen. Deze belijdenis spreekt over zijn vrijheid. Hij was niet aan een bepaalde materie gebonden, maar volkomen vrij. God roept het niet-zijnde tot aanzijn (Rom. 4, 17).

In de kerkgeschiedenis was Irenaeus van Lyon de eerste theoloog en kerkvader die de belijdenis van de 'schepping uit niets' onder woorden heeft gebracht. In zijn tijd dacht bijna iedereen nog dat er een soort goddelijke handwerkman was die bestaande materie gebruikte om de wereld te vormen naar bestaande ideeën. Irenaeus, die leefde in de tweede eeuw, stelde daartegenover dat God de wereld 'uit niets' heeft geschapen. Dat was in zijn dagen een revolutionaire uitspraak. Maar deze uitspraak is wat de Bijbel getuigt. God is vrij en soeverein en niet gebonden aan materie of bestaande ideeën.

Deze belijdenis maakt klein en afhankelijk. Wie zijn wij dat wij God ter verantwoording zouden roepen? Job heeft dat wel gedaan. Deze 'vrome' riep God wel ter verantwoording omdat hij niet kon begrijpen dat zoveel leed op zijn weg kwam. Maar de Heilige schilderde toen de grootheid van zijn scheppingswerk (Job 38-41). Dat bracht Job tot een eerbiedig zwijgen. Zou niet een diepe indruk van Gods grootheid een ieder van ons moeten vervullen?

 

Nieuwe schepping

Het werk van schepping is vooral het werk van God de Vader. Daarnaast zijn daarin ook de Zoon en de Heilige Geest betrokken. Deze zijn de beide 'handen van God', zo zei de kerkvader Irenaeus en in navolging van hem ook de theologen G. van den Brink en C. van der Kooi.

De Zoon is het Woord. Dat Woord was in het begin, aldus de apostel Johannes. Het Woord was bij God en het was God. Alle dingen zijn door het Woord gemaakt. Zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is (Joh. 1, 1-3).

Ook Paulus heeft daarover gesproken: Alle dingen zijn door Christus geschapen (Kol. 1, 16). En: ze zijn in Hem geschapen. Ze zijn zo geschapen dat zij onder zijn heerschappij staan: alles in de hemel en op de aarde, het zichtbare en het onzichtbare, vorsten en heersers, machten en krachten (Kol. 1, 15-20). Of anders gezegd: heel de geschapen werkelijkheid ligt in de handen van Christus. Ze is 'zijn' schepping.

Christus' verlossingswerk raakt dan ook alles wat onder zijn heerschappij staat. Hij verlost niet alleen zondaars uit de macht van de zonde. Maar Hij herstelt ook de gebrokenheid die door de zondeval in de wereld is gekomen. Nog sterker: In Hem is de nieuwe schepping al werkelijkheid geworden. Wie door het geloof aan Hem verbonden is, is met Hem een nieuwe schepping (2 Kor. 5, 17). Waar mensen Hem erkennen, wordt iets van die vernieuwing zichtbaar.

Ondertussen is ze in de huidige bedeling nog grotendeels verborgen. En voor het oog van het ongeloof helemaal onzichtbaar. Maar eens zal deze schat in de akker zichtbaar zijn voor iedereen. Een nieuwe schepping, een nieuwe scheiding, een nieuw begin.

 

Zuchten van de Geest

Het werk van de schepping is tegelijkertijd ook het werk van de Heilige Geest. Direct aan het begin van de Bijbel lezen we daarover. De Geest van God zweefde over het water (Gen. 1, 2). Gods adem brengt nieuw leven: 'U vernieuwt het gelaat van de aardbodem' (Ps. 104, 30). Die adem wekt in elk voorjaar de natuur tot leven. Heeft de Geest ook niet de levensadem ingeblazen bij de eerste mens? Als God zijn Geest, zijn adem, uitzendt, dan komen schepselen tot leven. De Heilige Geest wordt met één woord 'Schepper' genoemd.  Daarom zingt de kerk: 'Kom, Schepper, Geest, daal tot ons neer' (Gez. 237).

Deze Geest is voortdurend aan het werk tot herstel van de gebroken schepping. Hij doet mensen verlangen naar dat herstel. Heel de gebroken schepping lijkt op een vrouw die weeën heeft. Een teken dat het nieuwe leven zich aandient! De Heilige Geest maakt de tijd klaar voor de wedergeboorte van alle dingen. Overal om ons heen horen we het zuchten dat gepaard gaat met de komst van die wedergeboorte (vgl. Rom. 8, 23-26).

 

Met de belijdenis 'Ik geloof in God de Schepper' spreekt de kerk uit dat de zin van de wereld alleen oplicht vanuit haar verhouding tot de Almachtige. Zonder Hem is zij niets. Gelukkig mag ze weten dat die verhouding staat in het teken van Gods liefde. Hij laat zijn schepping niet los en blijft voor haar zorgen, elke dag opnieuw.

Als ik zie op Christus mag ik weten dat God ook mij liefheeft en ook mijn Schepper is, dat Hij ook voor mij blijft zorgen (Mat. 6, 25-34). De zin van mijn leven is: deze liefde ontdekken, hoe langer hoe meer.

 

D. J. Steensma, Feanwâlden