Deze kop las ik in een advertentie in het Kerkblad voor het Noorden van de CGK. Ik pak het blad en blader het door. Vier bladzijden met een gevarieerde inhoud. Een overdenking, boekbespreking, een column. Geschreven door een predikant of een herdersjongen. Verder nieuws uit de kerken.

Je leest in welke kerk welke dominee voorgaat en als die niet voorhanden is, staat er ‘leesdienst’. Ik heb dat altijd een aparte benaming gevonden. Leesdienst, wat is daar anders aan dan aan een gewone eredienst? Daarin wordt net zo goed gezongen, gebeden, gepreekt, een collecte gehouden. Het enige verschil zit hierin dat iemand die geen  dominee is een preek leest. Er zijn trouwens ook dominees die hun preken lezen. U merkt, ik praat even hardop tegen mijzelf.

Ondertussen ben ik aangeland bij de kerken. Een kleine vijftig kerken trekken aan mijn oog voorbij. Allemaal vullen ze een klein stukje van het Kerkblad.  Terecht.  Anders zou het blad te vol worden. In enkele zinnen zit lief en leed samengebald. Laten we eens even stil staan bij enkele korte mededelingen. Ik heb ze aangevuld met eigen fantasie.
Broeder S. is in het ziekenhuis opgenomen met hartklachten. Zijn vrouw had al een paar keer gezegd dat hij eens naar de dokter moest gaan. Het was haar opgevallen dat hij, tijdens hun zondagse wandeling, soms zo maar even bleef stil staan. Net alsof hij nooit eerder een hazelaar had zien bloeien. Nu ligt hij aan de monitor en moet hij morgen een fietstest doen. De ouderling, die hem bezocht had, had hem moed ingesproken. Hij was in ‘vertrouwde’ handen. Maar hij had er niet bij  gezegd in wiens handen.
Voor de verbouwing van de pastorie wordt een worstenactie ondernomen. Echte ‘Grunniger’ worst. Drie voor tien euro. Ja, dat is het voordeel als je een zakenman in de kerkenraad hebt zitten. Worst, wie lust dat niet. En van elke tien euro blijft er vijf over voor de verbouwing. Na de biddagdienst kunnen ze gehaald worden, en is er gelijk iets om voor te danken.
Een zuster uit de gemeente is 75 jaar geworden. Reden om de Here te danken. Dat wil de zuster ook wel, maar wel vallen de laatste jaren haar zwaar. Als weduwe. De stoel tegenover haar blijft leeg. Hoewel haar man van nature niet een prater was, was hij toch lichamelijk aanwezig.
In een kleine gemeente gebeuren ook zaken die in de wereld voorkomen, lees ik. De schrijver omschrijft het gebeuren als volgt: Een hongerige kip, vindt altijd wat. Wat zou hier achter schuil gaan? Waren er kippen van de leg? Uitgebroken uit hun ren? Hadden ze in buurmans tuintje het spinaziebed opengekrabd. Of sloeg de kip op een persoon? Een manspersoon die een verboden relatie was aangegaan? Nee, waarschijnlijk niet, dan was het een hongerige haan geweest. Of, misschien bedoelt de schrijver, dat wij hongerig moeten zijn naar Gods Woord en heeft dat niets met de kip te maken. Kortom, als je op deze wijze het Kerkblad gaat lezen, staat er veel meer in, dan je op het eerste gezicht denkt. En ik zou de aankomende ambassadeurs mee willen geven: een abonnement op het Kerkblad voor het Noorden, is een stukje verbondenheid met uw medekerkleden.
Zo komen onder de kopjes: ‘Lief en Leed’.’ Wel en wee’. ‘ Gezondheid en ziekte’.’ Uit de gemeente.’ echte mensen te voorschijn. En heb je er begrip voor dat bij thuiskomst van een broeder uit het ziekenhuis, de vlag fier wappert aan de voorgevel van het huis. Ja, dat is thuiskomen. De Here dankbaar. Nou en of!

 

Douwe Janssen