Natuurlijk had ik wel eens over Koerden gehoord. Moeilijke dingen meestal. Aanslagen en dat soort ellendes. De Koerden worden onderdrukt, dat is zeker. Het is een volk met een eigen taal, een rijke cultuur, maar zonder land. Eigenlijk zijn ze permanent in oorlog. In bijna alle landen waar ze wonen in het Midden Oosten wordt op hen neergekeken.

Door al die onderdrukking zijn veel Koerden naar veiliger landen gevlucht. Veel wonen er in Amerika. Europa herbergt ongeveer een miljoen Koerden. Het Koerdische volk onderscheidt zich binnen de islam vanwege haar tolerante houding tegenover christenen en Joden. Tot zo ver ging mijn kennis ongeveer. En toen kregen we een Koerdische huisgenoot. Dat helpt om dichterbij te komen. Daar is nu weer een nieuwe vriend bijgekomen. Hij is ook een nieuwe christen. Maar vanwege de taal en het cultuurverschil valt het niet mee om goed bijbels onderwijs te geven. We wisten dat er in Rotterdam een Koerdische kerk is. Daar moeten we naar toe. Met z’n vijven, drie Koerden en twee Nederlanders gaan we richting Rotterdam.

Charlois

Wonderlijk zijn die steden. Je baant je weg door de nerveuze drukte van de stad, in dit geval Rotterdam, en dan ineens waan je je weer in een dorp. De navigatie brengt ons naar het stadsdeel Charlois, voor Rotterdammers Sjaarloos. Voordat Charlois in 1895 door de Maasstad werd opgeslokt was het een eeuwenoud dorp en die sfeer hangt er nog steeds. Zeker op het plekje waar wij nu beland zijn. Het gebouw van de vroegere gereformeerde Bethelkerk staat aan de Boergoensevliet. De zon schijnt volop, in het water spettert een bescheiden fontein, een moeder Zeekoet is druk met haar acht kleintjes. En je kunt er zomaar parkeren. Dat alleen maakt je al een beetje gelukkig.

Die Bethelkerk is een apart verhaal. Ruim honderd jaar staat hij er al. Zo’n echte klassieke gereformeerde kerk met toren. Tot 1975 zaten er elke zondag nog vijftienhonderd mensen in de banken. Na die tijd ging het in rap tempo naar beneden. Inmiddels zijn er vier kerkelijke gemeenten samengevoegd. Er kerken nog honderd mensen. Tot zover het verdrietige verhaal. Maar er is gelukkig meer te vertellen. In dezelfde Bethelkerk komen nu zondags drie gemeenten samen. Een Koerdische gemeente, een Chinese gemeente en een Portugeessprekende gemeente. En ook door de week staat de kerk niet leeg. Er is een voedselbank, er zijn buurtmaaltijden en nog een aantal andere maatschappelijke activiteiten. Je hart springt op als je het hoort en ziet. Door wat kleine verbouwingen kunnen er op zondag gelijktijdig twee diensten worden gehouden.

Gastspreekster

Vanmiddag zitten we in de oude kerkruimte. Het achterste deel van de kerkzaal is afgeschoten door een wand. Daar zijn we ontvangen en hebben natuurlijk koffie gekregen. In de kerkzaal zien we een boeiend liturgisch front. Van rechts naar links, een groot kruis met direct daar achter de Koerdische vlag. Dan een royale katheder voor de prediker, daarnaast een kleine katheder voor de voorzanger met daarnaast het keyboard en enkele snaarinstrumenten. We zijn met ongeveer vijftig mensen. Maar er kijken vele honderden mensen mee via de livestream. Verschillende kerkgangers zijn in traditionele kleding. De mannen dragen wijde broeken, de vrouwen prachtige kleurrijke lange jurken. De voorganger draagt een zwart Koerdisch pak en hagelwitte schoenen. Om zijn hals heeft hij een ketting met een zilveren kruis. Gelukkig zijn er ook een tiental kinderen. Als de dienst begint, gaan ze naar hun eigen ruimte. De dienst wordt geleid door twee Koerdische mannen, de voorganger en een oudste. Natuurlijk gaat de dienst in het Koerdisch, althans in de belangrijkste Koerdische taal, het Sorani. Er wordt vertaald in het tweede belangrijke Koerdische dialect Kurmanci. Ook voor ons, de twee Nederlanders, wordt de preek vertaald. Je moet goed voor je gasten zorgen. In ons gesprek vooraf horen we dat er vandaag een gastspreekster is. Een evangeliste uit Duitsland. Ze heeft een Yezidi achtergrond en werkt onder haar volk in een grote stad in Duitsland. Yezidi’s hebben een syncretische geloofsopvatting. Het is het oude geloof van de Koerden, wat invloeden uit christendom en Islam in zich heeft opgenomen. Ze werden en worden door fundamentalistische islamieten bloedig vervolgd. De Yezidi’s zijn Koerdisch, onze zuster groeide op in Armenië. Daar werd ze door christenburen uitgenodigd voor een dienst. Ze was in die tijd zeer depressief. In de kerk vond ze rust voor haar ziel en ze leerde Christus kennen. En dat niet alleen, ze ervaart ook roeping om aan haar volk het Evangelie te brengen. Als ik haar later spreek verwijst ze naar Jeremia 1:5. En nu is ze dus bij ons om haar verhaal te delen en om de pinksterboodschap te vertellen. Maar zo ver is het nog niet.

Welkom

Na het openingsgebed krijgen we eerst nog tijd om elkaar te begroeten. Niemand mag ongezien blijven. Het is een samenkomst. De gastspreekster wordt welkom geheten en krijgt alvast applaus. Ze zingt enkele lofliederen voor ons in haar eigen taal en met melodieën vanuit haar eigen cultuur. Het raakt me diep. Ik waan me even ergens in het Midden-Oosten. Je hoort heimwee en je hoort de echo van de bergen. Dan volgt een ander indrukwekkend onderdeel van de liturgie. ‘We weten dat we allemaal zondaars zijn. Laten we een tijd hebben van bezinning. Een tijd om te bidden voor vergeving. Jezus zegt: Ik ben voor jouw zonden gekomen naar deze aarde. Als we onze zonden belijden zal Hij ons reinigen van alle zonden.’ Een tiental mensen knielt neer bij het kruis. Ik voeg me bij hen. Een voor ons herkenbaarder onderdeel van de dienst is het lezen van de Tien Geboden. ‘Als we samenkomen, luisteren we naar Gods geboden, luister naar wat de Heere zegt.’ Ook de apostolische geloofsbelijdenis wordt gelezen. ‘We geloven met heel ons hart en ziel.’

Onze evangeliste geeft eenvoudig, helder en duidelijk de boodschap van Pinksteren door. ‘Maak je hart open en je verstand als je de woorden uit de Bijbel hoort. Ze zijn de waarheid.’ Ze neemt ons mee naar het begin van de schepping, toen de Geest van God over de wateren zweefde. ´Laat de Geest in je werken.´ Ze verwijst onder ander naar Johannes 16: 13, ‘Maar wanneer Hij komt, de Geest van de waarheid, zal Hij u de weg wijzen…’ ‘Tweeëntwintig jaar geleden heb ik de Geest ontvangen het was zoals je de wind hoort waaien. Laat de Geest in je werken dan zal Hij je klein maken en Hij zal groot worden.’

Na de preek vieren we het avondmaal. Er wordt uitgelegd voor wie het avondmaal bedoeld is. Iemand uit de zaal vraagt om verduidelijking. De voorganger geeft rustig antwoord. ‘Als je nog dingen moet opruimen kom dan nu niet naar voren, maar ga het eerst in orde maken.’ We gebruiken matzes en wijn. De voorganger houdt het brood omhoog en breekt het. We worden uitgenodigd om naar voren te komen en krijgen het brood en de wijn persoonlijk aangereikt. ‘Dit is Mijn lichaam voor jou, en dit is Mijn bloed voor jou gegeven.’ Als de voorganger na een dankgebed de zegen heeft gegeven gaat hij niet weg. Er zijn aanwezigen die raad nodig hebben en anderen vragen om gebed. Het gaat allemaal gewoon door. Langzaam verschuiven we naar de maaltijd, die vanzelfsprekend klaar staat. Het hoort allemaal bij het samenkomen.

Plaquette

Als ik een uurtje later naar buiten loop zijn daar voor de deur een aantal jongeren en kinderen met een bal aan het spelen. Een vredig tafereel. Zo zal het later zijn. ‘De pleinen van de stad zullen vol zijn met kinderen die daar spelen.’ Maar dan word ik weer binnengeroepen. Trijntje maakt me attent op een plaquette in de hal. Die had ik over het hoofd gezien. Het is geen plaquette voor een eerste steen ofzo, maar voor een gevallen verzetsstrijder. De dominee die de gemeente tijdens de oorlog diende. Ds. H. de Jong, geboren 11 maart 1906, gefusilleerd 20 oktober 1944. Oorlog en vrede liggen dicht bij elkaar, maar wat een verschil.

Krijn de Jong, Urk