Geregeld is er in ons Kerkblad ruimte voor predikanten die een jubileum vieren. Vandaag aandacht voor ds. H.J.Th. Velema. Op 24 november is het 40 jaar geleden dat hij als predikant in zijn eerste gemeente werd bevestigd.

 

Als jong predikant –nog geen vijfentwintig jaar – begon ds. Velema in de (grote) gemeente van Dokkum. Hij moest nog veel leren: 'Maar de gemeente kon daar goed mee omgaan. De herinnering aan m’n eerste gemeente is die van: je hebt als dominee een geweldige boodschap, maar als mens hoef je je niets te verbeelden. Noem het maar Friese nuchterheid. Na bijna tien jaren ging de weg naar Ermelo – een heel andere gemeente, waarvan de leden uit alle delen van het land kwamen. Belangrijke herinneringen uit die periode zijn de verbouw van de kerk en het sterven van twee jongeren van de gemeente. In Zierikzee was ik de (eerste) tweede gemeentepredikant en ook daar ligt, naast mooie en verdrietige dingen, de herinnering aan het omkomen van twee kinderen uit één gezin bij een auto-ongeluk.’

 

Ontwikkeling

Voor ds. Velema zijn de belangrijkste taken voor een predikant prediking, pastoraat en catechese, 'die bij elkaar horen en elkaar versterken en beïnvloeden.’ Dat geeft vreugde en last: ‘De vreugde van het predikantschap zit ‘m in het altijd weer bezig mogen zijn met het Woord van God. De voornaamste last heb ik ervaren in het niet toekomen aan de dingen die eigenlijk wel moesten gebeuren. Zo zijn er hoogtepunten en dieptepunten geweest, maar als ik het over mocht doen…? Dan zou ik het wel anders doen, maar niet wat anders!’

 

Een predikant is doorgaans drukbezet. Bij ds. Velema was dat niet anders. Hij heeft daardoor niet altijd voldoende tijd kunnen nemen voor zijn gezin en voor ontspanning. 'Het werk in de gemeente en daarbuiten kan je zó opslokken, dat je gezin te kort komt. Aan de andere kant ben je als predikant op uren thuis, waarop een ander werkt. Zo heb ik altijd onze kinderen ’s ochtends naar school gebracht en thuis gegeten tussen de middag en ’s avonds.'

 

Of zijn preken de zondag waarop ze moesten worden gehouden, al klaar waren? 'Nou, in de eerste periode niet altijd; dan stond ik zondagsochtends wel eens vroeg op om de preek "af te ronden".'

Ieder mens maakt een ontwikkeling door, ook een predikant. Ds. Velema geeft aan dat hij in de afgelopen veertig jaar gegroeid is in de manier van preekvoorbereiding en de manier waarop hij preekt: 'gegroeid (in kennis), gerijpt (door ervaring) en verdiept (in spreken en zwijgen). Ik denk, dat m’n preken nu praktischer zijn: minder theoretisch en meer toegespitst op de mens (oudere en jongere) vóór me. Daarin speelt natuurlijk mee, wat je zelf ervaren hebt in je leven.'

 

Emeritaat

Een van de ervaringen die ds. Velema moest meemaken, was dat hij ruim tien jaar geleden met vervroegd emeritaat ging. Dat was geen gemakkelijk traject: 'Het was niet de weg, die ik zelf gekozen heb. Maar ik heb vrede gevonden in het woord van de Heiland, dat Hij sprak tot Petrus: Volg jij mij! Het werd toch een goede tijd in het gezin, dat ‘gewoon’ door moest draaien. Dat gaf zowel structuur als vreugde. Mijn vrouw kreeg de kracht om de dingen op de rails te houden. We hebben door alles heen Gods zorg over ons leven ervaren. Na de verhuizing van Zierikzee naar Hoogeveen heb ik een tijdlang niets kunnen doen. Daarna is het herstel ingetreden en heb ik weer nieuwe krachten gekregen, waarvoor ik heel erg dankbaar ben. Ik heb mijn grenzen en heb geleerd daar rekening mee te houden. Ik heb me nooit een seconde verveeld. De zondagse diensten namen toe van twee diensten in het jaar van m’n afscheid (2006) tot veertig zondagen (met twee diensten) nu. Daarnaast had ik nogal wat werk voor verschillende deputaatschappen, maar dat kon ik in eigen tijd en tempo doen: ik ben sinds 1989 redactiesecretaris van het Jaarboek en was van 1998 tot 2013 voorzitter van deputaten evangelisatie. In 2013 kwam daar het secretariaat van deputaten kerkorde en kerkrecht voor in de plaats. Daarnaast ben ik ook nog voorzitter van deputaten kerkelijke archieven en secretaris van de commissie partners zendingsgemeenten. Van 2014-2017 heb ik hulpdiensten verricht in Nieuweroord/Nieuw-Balinge. Ik mocht met heel veel vreugde weer met de drie kerntaken (zie boven) bezig zijn; daarna in Nieuw-Amsterdam en Noordscheschut.'

 

Als afsluiting nog de vraag hoe lang Ds. Velema nog op de kansel hoopt te staan: ‘Totdat de Here Jezus is teruggekomen, hoop ik het Woord van God te mogen brengen, zo lang Hij mij er de kracht voor geeft.’

 

We danken ds. Velema voor zijn bijdrage aan ons kerkblad, en feliciteren hem met zijn ambtsjubileum.

 

Wouter Moolhuizen, Dedemsvaart