Het woord ‘missionair’ wordt vaak gebruikt.

De gemeente van Christus moet immers

missionair zijn.

Er moet wat van de kerk uitgaan.

 

Veel mensen ervaren een schuldgevoel als ze eraan denken dat ze toch eigenlijk zouden moeten uitkomen voor hun geloof. Het wordt hun steeds weer voorgehouden dat van hen verwacht wordt dat ze de blijde boodschap doorgeven. Want als je dat als christen niet doet, hoe moet het dan met al die mensen die nog nooit van de Here Jezus hoorden?

 

Ik heb geleerd dat als je een antwoord zoekt op deze vraag de grote Bijbelse hoofdlijn geweldig belangrijk is. Daarom begon ik het eerste artikel met vast te stellen, dat zending bij God begint. Het is het plan van God en het gebeurt onder de belofte van God. Bij dat startpunt maak ik in dit artikel een drietal opmerkingen, van waaruit de lijn mag worden doorgetrokken.

 

Het werk van de Vader …

Allereerst is het van het grootste belang vast te stellen dat God zelf ervoor zorgt dat zijn heilsplan wordt uitgevoerd. God staat niet alleen helemaal achter zijn heilsplan, maar Hij staat er ook voor in. Hij werkt het zelf uit.

Zending is het werk van God. Hij doet het! Hij nam het initiatief. Dat wordt zichtbaar in de hele Bijbel, maar met name als het gaat om het zenden van Gods Zoon. God zond zijn Zoon om door Hem de wereld te behouden (Joh. 3,17). Dat is wat de evangeliën laten zien. Dat is wat Paulus zegt als hij erop wijst dat God door Christus de wereld met zich verzoend heeft (2 Kor. 5,19). God is in zijn Zoon aan het werk. En deze zendingsactiviteit van God gaat nog altijd door. Tot op de dag van vandaag. Hij is nog altijd uit op de redding van mensen. In en door zijn Zoon.

 

Het werk van de Zoon …

Meteen komt dan ook de tweede opmerking. God concentreert zijn zendingsactiviteit in Jezus. Daarom kan meteen ook gezegd worden dat zending het werk is van de Zoon. Hij wist Zich gezonden door de Vader. Hij kwam om de wil te doen van de Vader. Om de wereld redding te brengen (Joh. 3,16). En Hij volbracht die wil van de Vader, in zijn kruis en opstanding. Waarbij dat uitliep op het zenden van de zijnen, die Hij zond net zoals Hij gezonden was (Joh. 20,21).

Daar loopt het op uit, maar daarbij geldt nog iets anders. Want als we denken aan het werk dat Jezus doet in de zending gaat het vooral ook om het feit dat Hij de Geest gezonden heeft. Zoals de Vader zijn zendingsactiviteit concentreert in zijn Zoon, zo concentreert Christus zijn zendingsactiviteit in de heilige Geest. In en door de heilige Geest is Jezus aan het werk. Hij werkt ook vandaag in en door zijn Geest verder aan het grote werk van de verlossing waarvoor Hij in zijn dood en opstanding het fundament gelegd heeft.

 

Het werk van de heilige Geest …

Wat gezegd kan worden van de Vader en van de Zoon geldt ook als het gaat over de heilige Geest. In het boek Handelingen zien we hoe Hij als de Geest van Christus aan het werk is. Op Pinksteren brengt de Geest de verkondiging van het evangelie op gang. Hij inspireert de apostelen. Hij geeft hen de vrijmoedigheid waardoor zij overal en altijd weer de blijde boodschap van Jezus Christus proclameren. Hij bouwt de gemeente, als een nieuwe gemeenschap waar mensen gaan leven rondom Christus, gericht op God, op elkaar en op de mensen om hen heen. En zo trekt de Geest van Christus mensen naar Christus toe.

 

De drie-enige God schakelt mensen in …

Zending is dus voluit het werk van God. Dat is een belangrijk gegeven als het gaat om de vraag die ons bezig houdt. Het geeft namelijk houvast. Als God achter de zending staat en er zelf als de Drie-enige helemaal in betrokken is, dan betekent dat meteen dat zending toekomst heeft. Omdat het in de zending gaat om de toekomst die God zelf tot stand brengt.

Als ik daar Bijbelwoorden bij neerzet zijn het deze: De schare die niemand tellen kan kómt er (Zie Openb. 7,9-17). Die schare komt er. Niet omdat wij die bij elkaar brengen, maar omdat God dat doet. Hij wil dat. Hij heeft het beloofd. En Hij werkt daarnaartoe. En onderweg naar de uiteindelijke vervulling van die belofte schakelt de drie-enige God mensen in. Dat laat het boek Handelingen zien. Dat laat de zendingsgeschiedenis zien. En het is ook vandaag nog het geval. God schakelt mensen in. Door zijn Geest.

 

Om te getuigen …

De Geest maakt ons tot getuigen. Wat dat getuigenis inhoudt? Dat ik in mijn leven mag spreken van de grote daden die God gedaan heeft, en dat ik mag laten zien dat ik echt van die grote daden leef.

Daarover een volgende keer meer.

 

J. van ’t Spijker, Hoogeveen