We zijn op zoek gegaan naar de betekenis van vrede in de Bijbel. We zijn daarbij al heel wat  nuances tegengekomen. Bijvoorbeeld, dat vrede met goed en veilig leven te maken heeft en dat  zonde de vrede verstoort en dat vrede bestaat uit goede verhoudingen en harmonie. We zetten in dit artikel onze zoektocht voort. Nu in het Nieuwe Testament. U gaat toch weer mee?

Misschien goed om meteen maar te zeggen, dat we niet moeten denken dat we in het Nieuwe Testament veel nieuwe betekenissen gaan vinden. Dat is niet het geval. En dat komt, omdat het Griekse woord voor vrede, eirene, de betekenissen van het Hebreeuwse sjaloom overneemt. De begroetings- en afscheidswoorden: ga heen in vrede. Maar ook de betekenis van veiligheid, orde en harmonie (God is geen God van wanorde, maar van vrede) en van onderlinge vrede, eensgezindheid. Ook de tegenstelling met oorlog.     

Ook in het Nieuwe Testament wijst het woord vrede op de vrede van de eindtijd, waarvan Israëls profeten hebben gesproken. Maar wat echt anders is: de vrede van de eindtijd is met de komst en het werk van Jezus Christus begonnen. Met zijn komst is die vrede in beginsel werkelijkheid geworden.        

Vredevorst                                                                                                                                                              

Nog voor de geboorte van Jezus hoor ik de oude priester Zacharias profeteren, dat dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God, het stralende licht uit de hemel zal opgaan en verschijnen aan allen die in duisternis leven, zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede (Lucas 1).

Van die vrede zingen de engelen in de kerstnacht. Vrede op aarde. Want het Kind in de kribbe, Jezus, is de grote Zoon van David, de Vredevorst, gekomen om zijn rijk van vrede te vestigen. Hij maakt het leven weer heel en goed. Hij herstelt de door de zonde verstoorde relaties. Hij doet dat als de eniggeboren Zoon van de Vader, die geen zonde gekend noch gedaan heeft en die tot in de dood volmaakt gehoorzaam bleef aan de wil van zijn Vader. Door zijn zondeloze leven te geven als losprijs voor velen, en zo onze zondeschuld te voldoen, heeft Hij ons met God verzoend en brengt Hij vrede op aarde. Vrede met God. En vrede met elkaar. Niet door geweld, maar door zich liefdevol te geven tot in de kruisdood.

Echte vrede is er dus alleen door Jezus Christus. Innerlijke vrede als herstel van de band met God. Maar ook vrede als herstel. Jezus laat als Heiland een spoor van heelheid achter. De bloedvloeiende vrouw die Jezus aanraakt, krijgt van Hem te horen: ga heen in vrede. Uw geloof heeft u gered. Waar geloof in Jezus is, daar verdwijnen de macht en de gevolgen van de zonde. Maar Jezus brengt ook verdeeldheid. Hij roept verzet op. Wij ontvangen zijn vrede alleen in de weg van de navolging, dat is van kruis dragen en zelfverloochening. En wie Jezus navolgt, haalt de haat van de wereld over zich heen. Maar eens zal God alle verzet tegen zijn Zoon en tegen allen die van Hem zijn, voorgoed breken.

De vredegroet                                                                                                                                                             

Genade zij u en vrede van God de Vader en van Jezus Christus. Dit lijkt een gewone joodse groet. Maar Paulus spreekt niet alleen van vrede, ook en eerst van genade. Die twee woorden zijn een belofte. Christenen ontvangen genade van God. Door het geloof delen zij in de redding die God uit genade aan de gemeente schenkt. Er kan pas vrede zijn als God ons genadig is. En als Jezus afscheid neemt van zijn leerlingen zegt Hij: Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u. Ook die woorden zijn een belofte. De herstelde verhouding met God blijft ook als Jezus naar zijn Vader gaat. Hij belooft zijn vrede aan allen die Hem volgen. Om daar troost en kracht uit te halen, maar ook om uit te delen aan anderen. Zalig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden.   

Innerlijke vrede                                                                                                                                                      

Bij vrede denken wij vaak aan een gevoel: je goed voelen, rust in je hoofd, ertegen kunnen. Maar vrede is meer. Vrede is een nieuwe status. Wij waren vijanden van God, maar door onze Here Jezus Christus hebben wij nu vrede met God. Die vrede maak je niet. Verdien je niet. Die vrede krijg je als gelovige uit genade. Het is een gift van God. Dat beleef en voel je ook. Niet altijd even intens, maar toch. Je geweten klaagt je niet meer zo aan. Je bent immers vergeven. Je schuldgevoel wordt minder. Je schuld is immers betaald. Je ervaart dat het goed is dichtbij God te leven. God geeft houvast, rust en vrede als je het moeilijk hebt. Je straalt rust en zekerheid uit naar anderen. En dat allemaal dankzij Jezus Christus. Je mag als kind van Vader genieten van zijn liefdevolle nabijheid en zorg. Een en al beleving lijkt me. Nu al. Straks helemaal.  

Straks. Wanneer de hemel opengaat en het nieuwe Jeruzalem uit de hemel neerdaalt en we een luide stem horen zeggen: Gods woonplaats is bij de mensen. Hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen afwissen. Geen dood meer, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn. Maar alles nieuw, gaaf, tof. God alles in allen. Een en al harmonie. Overal vrede. Dan is het leven echt helemaal goed.    

Gurbe Huisman, Winschoten