Wat er precies bedoeld wordt met bieze in de bijbel, is wat onduidelijk. Het eerste waar je aan denkt is natuurlijk Mozes in zijn biezen kistje. Maar is dat kistje of mandje nou gemaakt van bies of van bieze? Of van papyrus, zoals de NBV vertaalt?

In Job 8 vraagt Bildad, een van Jobs vrienden: ‘Schiet de bieze op waar geen moeras is? Groeit het oevergras waar geen water is? Nog is het in het volle bloei, het kan nog niet worden afgesneden, of het verdort vóór enig ander gras. Zo vergaat het allen die God vergeten, en vergaat de verwachting van de goddeloze.’ (NBG’51). Bieze heeft water nodig om te groeien, anders verdort het voor het volgroeid is. Zo gaat het ook met hem die God vergeet.

En Jesaja zegt in hoofdstuk 58,5: ‘Zou dit het vasten zijn dat ik verkies, een dag, waarop de mens zichzelf verootmoedigt: dat hij zijn hoofd laat hangen als een bieze en zich rouwgewaad en as tot leger spreidt?’(NBG’51).

Maar in het gedeelte uit Job wordt in de NBV het woord bieze ook vertaald met papyrus, net als het mandje van Mozes, de bieze uit Jesaja wordt vertaald met riet.

Een Egyptische waterplant, Cyperus Papyrus, die daar ook nu nog groeit, maar bijvoorbeeld ook in het meer van Galilea, is een grote plant met een driekante stengel, met grote zwaardvormige bladeren. Hij kan wel drie meter hoog worden. Van deze plant vlocht men korfjes, schoenen, maar ook twee- tot driepersoons bootjes die op de Nijl konden varen. Ze konden op de schouder over de stroomversnellingen gedragen worden. De bekende Noorse ontdekkingsreiziger Thor Heyerdahl bouwde zelfs een papyrusboot, de Ra, waarmee hij van Marokko naar de Bahama’s voer. Dit om te bewijzen dat de Egyptenaren naar Amerika hadden kunnen varen…

De aaneengelijmde stengelvliezen van deze bieze-achtige papyrusplant vormden het beroemde schrijfmateriaal van vroeger, het papyrus, vandaar ons woord papier. Dus misschien wordt met bieze en papyrus toch dezelfde plant bedoeld.

 

Janneke van der Molen, Bierum