Van de hoofdredacteur:

Soms lees je iets waarvan je denkt: dat moeten we vast zien te houden; dit is de moeite waard om te onthouden.

Ik had dat, toen ik nadacht over de komende start van het nieuwe kerkelijke seizoen. Daarbij gebruiken we al heel lang de term ‘startzondag’.

Over die term schreef de huidige eindredacteur van ons Kerkblad jaren geleden een artikeltje. Toen ik dat onlangs nog een keer las, dacht ik: dat is gewoon de moeite waard om het nog eens onder de aandacht te brengen. Daarom doe ik dat bij dezen, met toestemming van de auteur.

 

‘Prediker wist het al: alles heeft zijn tijd. Er is een tijd om te vergaderen en een tijd om uit te rusten en weer op te laden.

 

Daarom stoppen we tijdens de vakantie, en soms al lang daarvoor, met allerlei activiteiten uit het kerkelijk leven. In september starten we dan weer met frisse moed: kerkenraad, commissie van beheer, catechisatie, kringen, enzovoort. Dat begin geven we aan met de term ‘startzondag’. In sommige gemeenten is er een startweekend of zelfs een startweek.

 

Hoe is dit ontstaan?

Het zal in de tijd van de jaren zestig zijn geweest, een tijd van de ‘babyboomers’ die in verzet kwamen tegen het traditionalisme van die tijd. Het is de tijd van de provo’s en de nozems, de tijd van de kraakbewegingen en de opstanden, denk aan de rellen in Amsterdam bij het huwelijk van Beatrix en Claus in 1966.

 

In die tijd kwam er in onze kerken ook aandacht voor de jeugd. De oude organisaties zoals meisjesvereniging, knapenvereniging, jongelingsvereniging, veranderden in moderner jeugdwerk en jeugdbonden.

 

In die jaren is ook het nieuwe landelijke jeugdwerk begonnen, onder leiding van de bekende ds. J.H. Velema, met als nieuw fenomeen een jeugdwerker, Bas Molenaar. Ook plaatselijk kwam er meer aandacht voor de jeugd. De jeugdouderling ontstond. In het begin was dit nogal eens een oudere man, iemand van het oude stempel, bijvoorbeeld een vader van een groot gezin. Hij ‘zou wel verstand van jongeren hebben’. Later werden dat vaak jongere mannen, die wat leeftijd en denkwereld betreft dichter bij de jeugd stonden.

 

Rond die tijd is ook de jeugdzondag ontstaan, om de jongeren meer te betrekken bij de kerk. Die jeugdzondag werd begin september gehouden, bij het begin van de catechisaties en de start van het nieuwe jeugdwerkseizoen.

Deze vorm van jeugdzondag werd op een gegeven moment omgezet in ‘startzondag’, omdat tegenwoordig de nadruk op heel het kerkelijk werk is komen te liggen.

 

Foutieve naam? 

Maar klopt de term ’startzondag’ wel? Starten doe je pas als je eerst gestopt bent, of als de motor afgeslagen is. Is dat in de kerk ook zo? Stopt de kerk in de zomer?

 

Eline de Boo schreef in het Nederlands Dagblad: ‘Het is eigenlijk paradoxaal dat het kerkelijk werk in allerlei vormen stopt, juist na het Pinksterfeest. Terwijl we dan belijden dat het God zelf is die ons dan met zijn Geest vult.'

 

Ja, vergaderingen en kringen zijn er in de zomer (bijna) niet. Vergaderen is ook heel lastig, omdat veel leden er gewoon niet zijn. Maar die vergaderingen vormen niet echt de kern van gemeente-zijn.

 

Kerkdiensten, omzien naar elkaar, omzien naar mensen in onze omgeving die ons nodig hebben, helpen van asielzoekers, bidden, geven voor mensen in nood ver weg en dichtbij, helpen bij de voedselbank, kortom, God liefhebben boven alles en onze naasten als onszelf, al deze dingen stoppen niet en hoeven dus ook niet te worden opgestart.

 

In veel kerken worden de laatste jaren juist in de zomer activiteiten gepland. In onze gemeente wordt er om de paar weken ‘ochtendcatechisatie’ gehouden, net als in de rest van het jaar. Een enkele keer is de opkomst wel heel gering, maar over het algemeen zijn de mensen enthousiast, er is onderling contact en de meeste deelnemers, vooral de ouderen, kijken uit naar de volgende catechisatie-ochtend.

 

Het nieuwe seizoen

Begin september hebben we weer ‘startzondag’. Als het goed is doet iedereen mee, ook de gemeenteleden die niet starten met kerkenraadswerk, Bijbelkring of iets anders. Ze zijn te oud, te ziek, of vallen buiten het ‘vergadercircuit’. Toch horen ze op deze dag er gewoon bij. Eigenlijk klopt de naam ‘startzondag’ dus niet. Beter zou zijn ‘gemeente-opbouwzondag’. Dan wordt het een dag van contact, van elkaar laten weten dat we bij elkaar horen. Misschien zijn we heel verschillend, misschien zelfs lid van verschillende kerken, toch horen we bij elkaar. Laten we zo het nieuwe seizoen ingaan, ‘elkaar aanvaardend ter ere van God, zoals ook Christus ons aanvaard heeft’ (Rom. 15,7).’

 

Janneke van der Molen, Bierum