Op 31 oktober 1517 spijkerde Maarten Luther 95 stellingen aan de deur van de slotkapel in Wittenberg. 

De bedoeling was dat de opinie van Luther besproken en bediscussieerd zou worden, min of meer intern, op de universiteit. Maar dankzij de uitvinding van de boekdrukkunst in die tijd en de inzet van medestanders, werden zijn stellingen al heel snel bekend bij een groter publiek.  

Dat baarde opzien en weerstand, want wat hij stelde was niet mis. 

In de dagen van Luther werd de mensen geleerd, dat ze hun best moesten doen voor God. Als ze dat maar deden, zou God wel voor de rest zorgen. Dat lijkt een mooie gedachte, maar is het niet. 

De mensen bleven zich maar afvragen, of ze wel genoeg hun best hadden gedaan voor God.

 

Daar heeft Luther lang over nagedacht. Hij ontdekte dat voor God ‘je best doen’ niet genoeg is. 

Dan lijkt het alsof Jezus het deel dat wij vervolgens tekort komen, voor ons moet aanvullen.

Nou, zei Luther, dan heb je de Bijbel nog nooit goed gelezen. Als je het bij God wilt ‘redden’ met je eigen prestaties komt het niet goed. Zondag 24 zegt: zelfs onze beste werken zijn in dit leven allemaal onvolmaakt en met zonden bevlekt. Daarbij helpt biechten of het kopen van een aflaat dus op geen enkele manier. 

 

Zo spitste de discussie zich toe op twee vragen:

1. Kun je er ooit zeker van zijn dat je het eeuwige leven zult ontvangen, als je daar zelf ook een bijdrage aan moet leveren? 

2. Kun je er zeker van zijn dat je het eeuwige leven zult ontvangen, als je erop vertrouwt dat de Here Jezus dat voor jou verdiend heeft? 

 

Luther ontdekte dat alleen door te geloven in het volbrachte werk van Jezus er genade, redding en eeuwig leven voor de mens mogelijk was. God ziet de mens aan in zijn Zoon Jezus Christus. 

Dat betekende een scheuring in de Rooms-Katholieke kerk van Rome. En zo ontstond de Protestantse Kerk. Om dat te verduidelijken heeft men dat ooit samengavat in wat is gaan heten: De vijf Sola’s. 

 

Sola fide: Alleen door geloof.

Luther zei: alleen door geloof zul je gered worden. 

 

Sola Gratia: Alleen door genade.

Luther zei: geloof doet je delen in de verlossing door Jezus. Zijn verdienste geeft ons Gods genade. 

 

Sola Scriptura: Alleen de Schrift.

Luther zei: Niet wat Pausen en kerkleiders beweren of dicteren. Wij hebben genoeg aan de Bijbel als het betrouwbare Woord van God. 

 

Solus Christus: Alleen Christus.

Luther zei: Alleen Christus is onze zaligmaker en voorspreker bij God. Er mag geen heiligenverering zijn. Ook Maria niet. Roep alleen Jezus aan in je gebeden. 

 

Soli Deo Gloria: Alleen God de eer.

Luther zei: Als de mens enkel verlost wordt door wat Christus voor hem verdiend heeft aan het kruis op Golgotha en hij daar zelf niets aan kan of hoeft toe te voegen, is zijn verlossing enkel te danken aan de God die Christus naar de wereld stuurde. En is Hij ook de enige die daar onze lof, eer, dank en aanbidding voor verdient.  

 

Stelling 62. De ware schat der kerk is het heilig evangelie van de heerlijkheid en de genade van God. 

Stelling 63. Deze schat is gehaat, want daardoor worden de eersten tot de laatsten. 

 

Wat een belangrijk stuk geschiedenis voor ons als christenen. En wat een genadeboodschap voor de wereld. Goed om daar elk jaar bij stil te staan. 

 

Art van der Molen, Bierum