De eerste gemeente in Jeruzalem bleef groeien. Op een gegeven moment ontstond er een conflict tussen de Griekstaligen en de Hebreeuwssprekenden: De Grieks-sprekende weduwen zouden achtergesteld worden bij de Joodse weduwen. Daarom stelden de apostelen zeven mannen aan om speciaal deze groep bij te staan. Een van hen was Stefanus. Hij was een man ‘vol van genade en kracht’, hij verrichtte volgens Lukas, in Handelingen 6, grote tekenen en wonderen onder het volk.

Er was een groep Joden die het niet eens was met wat Stefanus leerde, ze konden echter niet op tegen zijn wijsheid en tegen de Geest die hem bezielde. Daarom beschuldigden ze hem van godslastering, ze hitsten ook het volk en de oudsten en schriftgeleerden op. Ze lieten valse getuigen komen en Stefanus moest zich daarover verantwoorden voor het Sanhedrin, net als Jezus indertijd. Stefanus houdt dan een lang betoog, waarin hij heel de geschiedenis van het Joodse volk verhaalt en waarin hij uiteindelijk de Joden ervan beschuldigt dat ze nu zelf de rechtvaardige hebben verraden en vermoord. Toen werden ze pas echt razend. Maar Stefanus zegt, vervuld van de heilige Geest: ‘Ik zie de hemel geopend en de Mensenzoon, die aan Gods rechterhand staat.’ Dat is duidelijk in de ogen van de Joden: Dit is blasfemie, godslastering. Daarop staat volgens de wet van Mozes de doodstraf door steniging.

 

Hier komt Saulus, die wij beter kennen als Paulus, in beeld. In Handelingen wordt vermeld dat de (twee) getuigen hun mantels neerlegden aan de voeten van een jonge man, genaamd Saulus.

Nu ging het bij een steniging als volgt: De eerste getuige wierp de veroordeelde van een muur of een rots van zo’n drie á vier meter hoog naar beneden. Daarna liet de tweede getuige een zware steen op de borstkas van de veroordeelde vallen. Als hij dan nog in leven was, mochten de omstanders net zo lang met stenen gooien tot hij gestorven was.

Bij een steniging moesten twee rechters aanwezig zijn. De beide getuigen moesten hun mantels neerleggen aan de voeten van die rechters, om zo duidelijk te maken dat deze rechters verantwoordelijk waren voor de executie. Saulus was dus één van deze rechters, zoals ook wel paste bij zijn opleiding tot farizeeër. Hij was dus niet een toevallige voorbijganger die wel even op de mantels wilde passen, hij keurde als rechter de moord op Stefanus goed.

 

Intussen bidt Stefanus tot Jezus op dezelfde manier waarop Jezus aan het kruis tot zijn Vader bad:

Here Jezus, in uw handen beveel ik mijn geest, en: Heer, reken hun deze zonde niet aan! Daarna stierf hij.

 

Direct daarna, diezelfde dag nog, brak er een hevige vervolging los tegen de gemeente van Jeruzalem. Saulus was één van de vervolgers, hij probeerde de gemeente van Jeruzalem te vernietigen. Hij sleurde mannen en vrouwen met geweld uit hun huizen, zodat alle overgebleven gemeenteleden, behalve de apostelen, vluchtten. Maar ze verkondigden het woord van God in de streken buiten Jeruzalem en in Samaria. De eerste zendelingen…

 

De dood van Stefanus heeft een geweldige ommekeer gebracht in het leven van de eerste christenen, en heeft Paulus aangezet tot het fanatiek vervolgen van gelovigen.

 

Volgende keer: Ananias en de bekering van Saulus.

 

Janneke van der Molen, Bierum