Steeds vaker horen we over transgender personen. In het vorige artikel is daarover het een en ander gezegd. Er zijn allerlei ontwikkelingen met betrekking tot genderproblematiek. Zonder meer hangen die ontwikkelingen samen met een mensbeeld dat de laatste decennia overheersend is geworden in het onze samenleving.
Deze ontwikkelingen ten aanzien van gender en de achterliggende visie daarop komen voort uit het postmoderne denken. Dit denken is met name sinds de jaren zestig van de vorige eeuw het maatschappelijke klimaat gaan overheersen, ook al liggen de wortels veel dieper in de geschiedenis.
Wantrouwen
Een van de kenmerken van dit postmoderne denken is dat het vertrouwen in de rede als bron van waarheid en ethiek is weggevallen. Men wantrouwt overkoepelende visies op de werkelijkheid en iedere claim op algemene waarheid. Iedere waarheidsclaim is in feite een machtsclaim, zo wordt gezegd.
Ook instituties en formeel gezag worden gewantrouwd. Er is geen gegeven werkelijkheid met een orde die respect verdient. Ieder construeert zijn eigen werkelijkheid en identiteit. Waarheid is subjectief. Iedereen claimt ruimte en erkenning voor de eigen waarheid, die sterk is verbonden met persoonlijke beleving: mijn emoties weerspiegelen mijn identiteit. Vrijheid wordt daarbij een kernwaarde, en persoonlijke vrijheid de nieuwe moraal. Wetenschappelijk-technische mogelijkheden zijn in deze visie instrumenten om deze vrijheid te realiseren. Men spreekt in dit verband wel van expressief individualisme.
Centraal in het gevoelsleven van de (postmoderne) mens staat de seksualiteit. Mijn seksuele identiteit en oriëntatie behoren tot de kern van mijn identiteit. Die seksuele identiteit wordt niet bepaald door de sekse van mijn lichaam maar door mijn beleving. De wijze waarop ik mijn identiteit lichamelijk manifesteer, zo nodig met behulp van medische ingrepen, communiceer ik via sociale media. Als iemand zegt zich man te voelen, dan moet die persoon als man gezien worden ook al gaat het lichamelijk gezien om een vrouw, en andersom. Dus als een biologische man zegt vrouw te zijn en mee wil doen aan vrouwensport, of gebruik wil maken van een vrouwenkleedkamer en dergelijke, moet dat mogelijk zijn, zo is de gedachte. Op die manier hebben al veel (biologische) mannen vrouwen een medaille afhandig gemaakt.
Deze ‘bevestigende benadering’ van mensen met genderdysforie heeft geleid tot de grote stijging van het aantal jongeren met genderproblemen.
Kernmomenten
Inmiddels zien we dat dit meer en meer wordt teruggedraaid. Terecht naar ik meen, al dient dat niet af te doen aan de erkenning dat transpersonen lijden aan een psychisch probleem waarvoor zorg nodig is.
Hoe verhoudt deze visie op de mens, diens seksualiteit en gender zich tot wat de Bijbel erover zegt? Ik zal dat bespreken aan de hand van de vier kernmomenten van de heilsgeschiedenis, schepping, zondeval, verlossing en voltooiing, als perspectieven op ons leven.
Schepping
De mens is geschapen in twee geslachten, mannelijk en vrouwelijk. Sekse doortrekt het hele bestaan van de mens en tegelijkertijd is sekse niet de kern van het mens-zijn. De kern is het geschapen zijn naar het beeld van God, dit wil zeggen: in de betrekking tot God en als Gods representant op aarde. Ethische implicaties hiervan zijn: de waardigheid van het menselijk leven, de gelijkwaardigheid van man en vrouw, en de mens als verantwoordelijk wezen.
De scheppingsordeningen zijn geen starre, maar dynamische structuren die telkens weer geïnterpreteerd en geleefd moeten worden. Het man- of vrouw-zijn moet in de geschiedenis en in wisselende omstandigheden steeds weer gestalte krijgen in het leven. Gender is een mede door iemands cultuur bepaalde vormgeving van gegeven sekse en kan individueel divers beleefd worden. Geen reden om, afgezien van biologisch-seksuele verschillen, te denken aan gefixeerde rollen en vermogens.
Sekse is vanuit dit perspectief dus geen keuze maar een gegeven. Gender zal nauw verbonden zijn met sekse en vormt tegelijkertijd een opdracht om er binnen bijbelse kaders vorm aan te geven.
Bij een eenzijdige nadruk op het perspectief van de schepping bestaat het risico dat men te weinig oog heeft voor gebrokenheid van onze wereld; de scheppingsorde is aangetast. En er is het gevaar van conservatisme in de zin dat bepaalde historische vormgevingen van ordeningen voor de ordening zelf worden aangezien.
Zondeval
Door de zonde zijn het kwaad en verstoringen in de schepping gekomen, niet slechts als aanwijsbare aandoeningen of stoornissen maar als een desem dat alles doortrekt.
Daarom zijn in onze gevallen wereld het goede van de schepping en het kwaad vaak onontwarbaar vermengd. Dit geldt ook sekse en seksualiteit.
Lichamelijk doen zich tussenvormen voor tussen mannelijke en vrouwelijke sekse – intersekse genoemd (zie het vorige artikel). In de ervaren relatie tot het eigen lichaam komen allerlei verstoringen voor van schaamte om het lichaam (in het licht van een overgenomen ideaal) tot zelfhaat in de vorm van anorexia of genderdysforie.
Seksualiteitsbeleving kent in het leven van ieder mens wel periodes van spanningen of problemen. Dit kan ernstige vormen van lijden met zich meebrengen. Maar dit vormt in de christelijke ethiek geen reden om de bijbelse visie principieel ter discussie te stellen zoals in de culturele achtergronden van de genderproblematiek gebeurt. Lijden van mensen houdt altijd een opdracht in voor anderen om zorg en verlichting te bieden. De ingrepen die daarvoor ingezet kunnen worden, dienen evenwel ook zelf aan christelijke normen te beantwoorden. Ook de techniek kan een onderdeel van het probleem worden in plaats van een oplossing te bieden.
Bij eenzijdige nadruk op dit element bestaat het gevaar dat men te weinig verwachting heeft van wat soms ook nu aan goeds kan worden gedaan (zoals bijvoorbeeld een opwekking in Engeland begin achttiende eeuw en het Reveil begin negentiende eeuw).
Verlossing
Als reactie op de zondeval gaf God de mens de Wet om het kwaad in te perken en om de mens te brengen tot het zoeken van de Verlosser, Jezus Christus. De Wet houden, leven zoals het bedoeld is, lukt immers niet.
Verlossing is in de kern vergeving van schuld, verzoening en herstel van de relatie met God, en de vernieuwing van het leven, door het leven, de dood en de opstanding van Christus.
Christus Jezus is evenwel ook de Heiland, Heelmaker. In de weg van verzoening en vernieuwing, of anders gezegd, van rechtvaardiging en heiliging, wil en kan Hij ook heling geven van lichamelijke, psychische en geestelijke wonden en verstoringen.
Hierbij valt allereerst te denken aan gebed en voorbede in de gemeente. Tegelijkertijd kunnen we de mogelijkheden van geneeskunde en gezondheidszorg gebruiken. Tussen gebed en geneeskunde moeten we geen tegenstelling zien. In de gezondheidszorg zijn we geroepen om aan de opdracht tot zorg voor de hele mens invulling te geven. Daartoe behoort ook hulp bij genderdysforie. Maar zoals al eerder opgemerkt, moet de behandeling ook zelf aan medisch-ethische normen voldoen. Daarop kom ik in het volgende artikel terug.
Henk Jochemsen, Bennekom
Prof. dr. H. Jochemsen is voormalig directeur van het Prof. dr. G.A. Lindeboom Instituut (1987-2009) en emeritus-bijzonder hoogleraar medische ethiek VUmc en TU Utrecht