ImageFrans Willem Verbaas schreef een roman rondom Calvijn onder de titel: Heilig vuur. Het ver-haal is vol vuur geschreven. Het geeft een prachtig beeld van de tijd waarin Calvijn leefde, van het leven in de steden Rouen, Parijs en vooral Gen?ve. Het beschrijft de impact van de pest, maar vooral van de opkomst en invloed van Calvijn. Hoe sommigen hem zagen als een pest en anderen als een zegen.

De uitgever vroeg aan Verbaas, die al twee romans op zijn naam heeft staan, of hij kans zag in het Calvijnjaar 2009 een roman over de Hervormer het licht te laten zien. Eerst voelde Verbaas er weinig voor, omdat hij, hoewel predikant in de calvinistische traditie, niet veel met Calvijn had. Toch ging hij zich verdiepen in het leven van Calvijn; hij ging anders over hem denken en kwam tot het schrijven van een roman van 400 bladzijden. Het boek is uitgegeven bij Moza?ek in Zoetermeer en kost ? 19,50.

Hoofdpersoon
Voor zijn roman koos hij echter niet Calvijn als hoofdpersoon, maar ene Henri de la Mare. Die kwam uit Rouen, werd onrechtvaardig uit die stad verbannen en kwam in Parijs terecht. Daar kwam De la Mare in aanraking met Jacques Bernard uit Gen?ve. In een geheime samenkomst, waarin het avondmaal werd gevierd, ontmoetten zij Jean Calvin. (Zo geeft Verbaas zijn naam in dit boek weer. Zo doe ik dat verder in deze bespreking ook.) Henri gaat met Jacques mee naar Gen?ve. Uiteindelijk worden zij beiden predikant in Gen?ve, evenals Calvin. Maar later worden beiden door toedoen van Calvin verplaatst naar dorpen buiten Gen?ve. Want die vindt dat zijn collega?s niet zuiver genoeg in de leer zijn en zich onvoldoende aan zijn standpunten conformeren.
Henri de la Mare wordt na het bijwonen van een feestavond, waarop gedanst werd, als predi-kant ontslagen. Hij moet het grondgebied van Gen?ve verlaten en wordt predikant in een dorp dat valt onder Bern, de stad die toen vol rivaliteit tegenover Gen?ve was.

Verkiezingsleer
Henri de la Mare had met Calvin een liefde?haat verhouding. Hij bewonderde Calvin omdat hij vroom en geleerd was, sprankelend kon spreken en schrijven, hard kon werken en goed kon organiseren, en trouw vasthield aan zijn geloof en idealen. Maar toch was Calvin geen schitterend mens door koppigheid en hoogmoed, door zijn verachting van allen die er andere principes op nahouden, door zijn ongeneeslijke neiging zijn tegenstanders te vernederen.
Bovendien kreeg De la Mare steeds meer een hekel aan Calvin vanwege wat hij zijn vervloek-te verkiezingsleer noemt. Meer dan eens voert hij daarover met Calvin verhitte discussies. Dat gebeurt onder andere als Calvin De La Mare meeneemt naar Gabri?l, een krankzinnige man. Calvin zegt dan dat de verkiezingsleer een troostleer is voor Gabri?l, als hij een uitverkorene Gods is. Dat acht Calvin heel goed mogelijk, zo ook dat hij zelf een verworpene is. De la Mare begrijpt hier niets van. Ik ook niet.
Calvin bedoelt inderdaad te zeggen dat de verkiezingsleer een troost is. Maar dan voor ieder die gelooft, ook voor Calvin zelf. Verbaas doet geen recht aan Calvins verkiezingsleer.

Angst
Aan het slot van de roman hebben De la Mare en Calvin in de nacht een twistgesprek op een brug in Gen?ve. Dar gesprek eindigt er mee dat De la Mare Calvin over de leuning van de brug in de rivier wil gooien. Maar hij ziet er van af als hij de angst in de ogen van Calvin ziet. Dan weet De la Mare opeens dat de verklaring voor Calvins geloofsleer in zijn angst voor het onbekende ligt. Daarom kan Calvin de menselijke vrijheid, die deur naar het onbekende, niet verdragen. Dat verklaart waarom hij de menselijke zaligheid volstrekt afhankelijk maakt van Gods genade, met voorbijgaan aan iedere menselijke inbreng. Daarom lukt de vrije mens wat zelfs de duivel niet voor elkaar krijgt. Hij kan Calvin laten sidderen van angst.
In een nawoord schrijft Verbaas dat dit nachtelijke gesprek aan zijn fantasie is ontsproten. Het is het goed recht van de romanschrijver deze psychologische verklaring voor Calvins verkie-zingsleer te geven. Maar het is zeer de vraag of daarmee aan de leer van Calvijn recht wordt gedaan.

Borrelpraat
We maken kennis met Calvin door de ogen van de sympathieke, veel minder begaafde hoofd-persoon Henri de la Mare. Hij heeft waardering voor Calvin, maar houdt hem toch op een afstand. Die afstand domineert in de roman. Verder wordt er van Calvin een scheef beeld gegeven. Dat gebeurt schrijnend als Henri de la Mare bijna aan het eind van het verhaal in de kroeg zit met een stel oude vrienden. Hun lange gesprek over het Gen?ve voor en door Calvijn is niet anders te typeren dan borrelpraat.
Een mooie trek in de roman lijkt de groeiende vriendschap tussen Clauda Deleaumont, de vrouw van De la Mare en Idelette de Bure, de vrouw van Calvin. Als Idelette ernstig ziek wordt, laat zij vragen of haar vriendin Clauda bij haar komt. De la Mare vindt dat goed, maar is verbijsterd als hij hoort dat zij tot de dood van haar vriendin logeert in het huis van Calvin. Wat hun mannen niet kunnen, kunnen deze vrouwen wel. In werkelijkheid komt Calvin hier-door nog slechter uit de verf.

Verbaas verbaast
Het mag duidelijk zijn dat ik deze roman met gemengde gevoelens heb gelezen. Verbaas heeft op basis van grondig voorwerk een mooie roman geschreven over het leven in Europa in de zestiende eeuw, in het bijzonder over de kerkelijke ontwikkelingen en verwikkelingen, met een toespitsing op het Gen?ve van Calvin.
Maar deze roman heeft ook zwakke punten. Zo bevat hij, naast prachtig geschreven bladzij-den, vlakke passages. De zwakte zit vooral in de wijze waarop Verbaas Calvin portretteert. Hij heeft hem door studie veel beter leren kennen. Maar hij heeft Calvin niet echt in de ogen gekeken, laat staan in het hart. Met zijn verkiezingsleer rekent hij af door er een karikatuur van te maken. Dat doet hij vooral door Calvins tegenspeler, Henri de la Mare, de hoofdpersoon uit deze roman.
Hij doet het ook in de structuur van de roman. Hij heeft het boek in drie delen verdeeld. In het eerste deel voelt De la Mare zich uitverkoren, door zijn geloofskeuze, zijn predikantschap en zijn huwelijk.
In het tweede deel wordt hij een verworpene doordat hij botst op (de overtuiging van) Calvin. Maar in het derde deel komt voor hem de verlossing. Hij laat Calvin met zijn verkiezingsleer, die ontsproten is aan angst, achter zich. Hij voelt zich vrij.
Verbaas schreef een verbazend mooie roman. Daarin komt Calvin ook voorbij. Maar Verbaas heeft me verbaasd over hem. Wie Calvin echt wil leren kennen, heeft aan deze roman niet genoeg. Dit is de Calvin van Henri de la Mare, oftewel van Frans Willem Verbaas.

Broeksterwoude                               
D. Visser