ImageBinnen de kerken is een verschuiving zichtbaar van ?klassiek? pastoraat naar vormen waarin de ouderling vooral het pastoraat van anderen coördineert. Pastoraat komt steeds meer bij gemeenteleden zelf te liggen .  

Met het begrip pastoraat wordt aangegeven, dat iemand geestelijke verzorging krijgt, van oudsher van een geestelijke. Verder zijn er specifieke vormen van pastoraat, zoals studenten- of stadspastoraat, gevangenispastoraat en ziekenhuispastoraat. Een andere term voor pastoraat is herderlijke zorg; een pastor is een herder

Uit mijn jeugd
Nog levendig herinner ik mij hoe in mijn kinderjaren de jaarlijkse huisbezoeken werden afgekondigd in de ochtenddienst vlak voor de collecte: ?Dinsdagavond huisbezoek om zeven uur bij de familie S. Sijtsma, acht uur bij ?om negen uur bij ? . Het was afwachten, wie er kwamen. De dominee met een ouderling, of twee ouderlingen. Om zeven uur zaten we dan allemaal keurig en in spanning klaar. Vanaf een jaar of acht moesten wij er gewoon bij zijn. Van de inhoud van deze gesprekken is mij bijgebleven, dat ons gevraagd werd naar school, club en catechese. Met mijn ouders spraken ze over het weer, de agrarische sector, of de preken naar tevredenheid waren en tenslotte of mijn ouders nog iets te vragen hadden. Dan werd er een gedeelte uit de Bijbel gelezen en een gebed uitgesproken. Om acht uur vertrok men naar de volgende. En verder? Je moest al heel ernstig ziek zijn, of er met catechisatie zijn uitgestuurd, maar anders zag je geen ouderling of predikant. Dit was toen in mijn beleving pastoraat. Pastoraat stond dus gelijk aan huisbezoek. Actief in het pastoraat
Pastoraat werd dus verricht door predikanten en ouderlingen. Was er toen geen onderling pastoraat? Natuurlijk wel, maar niet gestructureerd. Ook toen zagen gemeenteleden wel naar elkaar om en bemoedigden elkaar in het geloof, maar dat gebeurde spontaan. Dat werd geen pastoraat genoemd. Want pastoraat was voorbehouden aan de dominee of de ouderling. Maar vooral aan de dominee. (?De dominee is geweest?.)  
Het Griekse woord parakalein dat in het Nieuwe Testament voorkomt, kun je vertalen met: ?het aanspreken van de ander?. Maar dan wel een aanspreken in de naam van Jezus Christus op basis van de zachtmoedigheid en de vriendelijkheid (2 Kor. 10:1), ten dienste van de opbouw van de gemeente (Rom. 12).
Als we ervan uitgaan, dat Timotheüs predikant van de kerk te Efeze was, behoorde het ?aanspreken? tot zijn takenpakket. Paulus schrijft hem: u moet u toeleggen op het vermanen (1 Tim. 4:13). Ook Titus, moest op Kreta oudsten aanstellen die in staat waren te vermanen (Titus 1:9). Men zou kunnen zeggen, dat dit de basisgegevens zijn voor pastoraat.

Van ouderling naar pastorale bezoeker
De laatste jaren zie je dat in veel gemeenten de kerkelijke structuren veranderen. Naast een kerkenraad ontstaan er ook wijkteams en speciale zorgteams. Deze verschuiving heeft een aantal oorzaken:
a. verminderde beschikbaarheid van ambtsdragers, met name ouderlingen;
b. complexe factoren in de samenleving zoals relatie- en echtscheidingsproblemen en verslavingsproblematiek;
c. bureaucratisering van het kerkenraadswerk;
d. verwachtingspatronen van gemeenteleden worden hoger;
e. gemeenteleden worden mondiger.
Een gevolg van deze wijziging in de kerkelijke structuur is onder andere, dat ook de pastorale structuur wordt gewijzigd. Naast de predikant en de ouderling komt ook de persoon van de pastorale bezoeker en de jeugdpastor om de hoek kijken. Hoewel dit geen ambtsdragers zijn, worden ze wel in het midden van de gemeente aangesteld. We zouden kunnen zeggen, dat ze ingeleid worden tot hun werk. De gemeenteleden, die aan de zorg van de wijkouderling zijn toevertrouwd worden verdeeld onder een aantal pastorale bezoekers en eventueel jeugdpastors. Zij doen nu het bezoekwerk, waaronder ?de huisbezoeken?. In zo?n situatie treedt er een verschuiving op in het ?profiel? van de ouderling.
Globaal kan gezegd worden, dat de ouderling meer een coach zal moeten zijn dan een bezoeker. Hij werkt meer achter de schermen. In situaties, die de pastorale mogelijkheden van de pastorale bezoeker overstijgen, komt de ouderling duidelijk in beeld. Te denken valt aan situaties van ernstige ziekte, conflictsituaties en situaties van tuchtoefening. Afspraken tussen ouderling en pastorale bezoeker zijn hierbij noodzakelijk. Wanneer in gemeenten een speciaal zorgteam aanwezig is, kan soms daar naar doorverwezen worden.

Van ouderling naar onderling
Tegenwoordig wordt ook wel gesproken van ?onderling pastoraat?. Hiermee wordt bedoeld, dat gemeenteleden naar elkaar omzien en elkaar bemoedigen in het geloof. Dat betekent, dat pastoraat als kernactiviteit van de kerk niet alleen gezien wordt als werk van ambtsdragers, maar ook als een taak van de andere gemeenteleden. In het Nieuwe Testament treffen we herhaaldelijk de oproep aan dat gemeenteleden elkaar onderling moeten ?aanspreken?. (zie bijvoorbeeld 2 Kor. 2:7, 1Tess. 5:11 en Hebr. 3:13). In een beperkt aantal gemeenten is dit al praktijk. Naast de persoonlijke gesprekken tussen twee gemeenteleden, komt men regelmatig (bijvoorbeeld ??n keer per maand) in kleine groepen (vijf tot tien adressen) bij elkaar. Men informeert naar elkaars situatie, ziet om naar elkaar, leeft met elkaar mee, deelt vreugde en verdriet met elkaar. Ook in deze situatie vervult de ouderling de rol van coach en zal hij bij zaken die de groep overstijgen, actie gaan ondernemen.   
Onderling pastoraat kan men dan ook typeren als het met elkaar meeleven en voor elkaar zorgen door middel van persoonlijke gesprekken, waarbij de ??n door de ander vanuit het Woord van God wordt ?aangesproken? met het oog op zijn of haar geestelijk functioneren.

Ieder gemeentelid pastor
Kenmerkend voor elke nieuwe situatie is, dat het pastoraat niet meer exclusief de taak van predikanten en ouderlingen is, maar dat ook gemeenteleden actief zijn in het pastoraat. De meest vergaande vorm hierin is de figuur van een ?buddy?. Een buddy is iemand die er voor de ander is in wat voor situatie dan ook. Ieder gemeentelid krijgt een ander gemeentelid (buddy) toegewezen, waarvoor hij zorg draagt, pastor is. Zo zal er ook een gemeentelid zijn, die voor mij zorg draagt. Of dit haalbaar is weet ik niet, maar het beantwoordt wel aan de oproep dat alle leden van Christus? gemeente zijn geroepen tot dienen, delen en een pastorale taak hebben.

Vragen
Hierboven zijn de verschuivingen in het pastoraat kort in beeld gebracht. Natuurlijk zijn er veel vragen bij te stellen. Wat te doen met gemeenteleden die niet willen meewerken? Is het hierboven geschetste niet een te ideaalbeeld? En, hoe zit het met artikel 22 van onze kerkorde en het bevestigingsformulier voor ouderlingen, als ouderlingen niet meer altijd zelf alle gemeenteleden in hun wijk bezoeken? Duidelijk is wel, dat gemeenteleden die in een kleine groep functioneren, veel vaker en regelmatiger pastorale zorg ontvangen dan in de ?oude situatie?. Dat is winst. Die winst zit hem ook in het feit, dat gemeenteleden in de ?nieuwe situatie? meer actief zijn door ingeschakeld te worden in het pastoraat.  

Tenslotte
Pastoraat is een wezenlijk onderdeel van gemeente zijn. Hoe het ook is ingericht, de pastorale structuur dient erop gericht te zijn dat niemand in de gemeente zonder een luisterend oor en liefdevol oog hoeft te leven, maar dat juist ieder bemoedigd wordt in het leven met de HEERE, waarin Christus centraal staat. Dat is het doel van pastoraat, ook van onderling pastoraat.

Dokkum                           
Pieter Sijtsma