Op 11 februari 2010 kwam de classis Hoogeveen bij elkaar in de Centrumkerk te Hoogeveen. Elke keer weer als er zo?n vergadering is, moet je ? voor sommige mensen ? iets van een drempel over. Want wat is dat eigenlijk: een classisvergadering en is dat nou nodig dat mensen zich voor een dag vrij maken om met elkaar te praten over de dingen die ?
Meer en meer leeft de gedachte dat alles wat met de kerk te maken heeft toch vooral een plaatselijk gebeuren is: we zijn kerk in en rond de plaats waar we als gemeente samen komen. Daar gebeurt het en daar zetten we ons voor in. En om dan ook nog eens samen met andere kerken bij elkaar te moeten komen, waar is dat voor nodig?

Wel, op 11 februari was er zo?n classisvergadering: met tien kerken waren we daar samen in Hoogeveen. Om elkaar te dienen, te helpen en te ondersteunen. Want daar is de classis voor bedoeld. Ook als er een van tevoren opgestelde agenda wordt behandeld.
Het is niet een administratief gebeuren, waarbij je af kunt vinken wat je al gehad hebt, en waarin je vooral kunt kijken of alles volgens de onder ons geldende en afgesproken regels gebeurt. Het is allereerst een geestelijk gebeuren, bedoeld om echt die drie dingen die genoemd worden te doen: we dienen elkaar, we helpen elkaar en we ondersteunen elkaar.
Daarom is ? heel principieel gezien ? het meest wezenlijke onderdeel van de agenda de ontmoeting. Daarvoor wijst de onder ons geldende kerkorde een duidelijke weg: er is de rondvraag naar artikel 41 van die kerkenorde, en er is het elkaar opzoeken middels de kerkvisitatie, waarvan op de classisvergadering verslag wordt gedaan.
Dat onderdeel van de agenda neemt daarom ook het merendeel van de vergadertijd in beslag. En dat is goed. We praten als kerken met elkaar over de dingen die spelen onder ons; we luisteren naar elkaar wanneer er zorgen zijn en we bemoedigen elkaar om ? te midden van alle dingen die gebeuren en die soms heel veel aandacht van afzonderlijke kerkenraden vragen ? vol te houden en staande te blijven als gemeente van Jezus Christus op de plaats waar de Here ons stelde.

Zo waren we op 11 februari in Hoogeveen en deelden we lief en leed met elkaar. Een enkele greep: we waren blij met de gemeente van Steenwijk, waar de contacten met de broeders en zusters uit de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt groeien. We deelden in de zorg van de gemeente Assen vanwege het teruglopende ledental, waarbij we met elkaar aftastten wat daarvan de reden zou kunnen zijn en wat er ? onder de zegen van de Here ? aan gedaan zou kunnen worden. We spraken met elkaar over de zorgen om in een kleine gemeente als Nieuw-Amsterdam het gemeentelijk leven op gang te houden.
Die dingen kwamen aan de orde. En we waren er samen met elkaar ? omdat we elkaar willen dienen, helpen en ondersteunen.
Het was goed dat zo te kunnen doen. Het was een goede classisvergadering.

O ja, en wat we ook nog deden (er zijn nou eenmaal dingen die goed geregeld moeten worden): we vaardigden broeders af naar de te houden vergadering van de Particuliere Synode van het Noorden: als predikanten de di. S.Otten, K. Jonkman en J. van ?t Spijker, met als respectieve secundi de di. L. van Dalen, J.J. Lof en A. Versluis. Als ouderlingen de brs. A. Kerssies (Hardenberg), W. Feijen (Assen) en G. Otten (Steenwijk) met als respectieve secundi de brs. C.J. Sok (Nieuw-Balinge), Jt. Meinen (Hardenberg) en G.W. de Ruyter (Assen). Als diaken br. R. Winkel (Hoogeveen) met als secundus br. M.J. van de Pol (Steenwijk).

Namens de classis,
J. van ?t Spijker, scriba