ImageOns land zal zijn gewas voortbrengen. Dat staat in Psalm 85:13b. Uit de Psalm geknipt lijkt deze tekst geknipt voor de biddag voor gewas en arbeid. Uit deze woorden spreekt vertrouwen op God, evenals uit 13a: de HERE zal het goede geven. God is trouw en zal ons zegenen. Dat mogen we geloven.

Wat moeten mensen met wie het niet goed gaat met deze tekst? Mensen die zwaar getroffen zijn door recessie of aardbeving. Mensen zonder oogst of werk kunnen er door in de put ra-ken, hun vertrouwen op God kwijtraken.

Omkeer
De tekst mag niet uit de Psalm worden geknipt, zoals trouwens van elke Bijbeltekst geldt dat hij niet uit zijn context mag worden los gemaakt. Vers 13 moet worden gelezen vanuit de hele Psalm.
Psalm 85 gaat over ballingschap en bekering. En geeft hoog op van liefde en trouw, vrede en gerechtigheid. In de verzen 11, 12 en 14 gaat het over gerechtigheid. Daartussenin, bijna aan het slot van dit lied, komt het gewas ter sprake.

In Psalm 85 komt vijf keer het werkwoord voor dat op de ??n of andere manier met keren moet worden weergegeven (2, 4, 5, 7 en 9). In de meeste vertalingen komt dat helaas niet uit de verf.
De dichter staat eerst stil bij de ballingschap van Isra?l. De HERE heeft een omkeer teweeg-gebracht, een keer ten goede (2). Want Hij keerde zich af van zijn brandende toorn die in de ballingschap tot uiting kwam (4).
In vers 5 wordt gebeden of God weer een keer wil geven; een totale omkeer in het bestaan (7). Het is een gebed om bekering, dat Gods volk niet weer zal terugkeren tot dwaasheid (9).
Wat heeft dit ons te zeggen? Isra?l staat model voor alle volkeren en het land voor de hele aarde. Daarom is deze Psalm ook voor Christus? gemeente welsprekend. Want ook die ge-meente keert zich maar al te vaak van de HERE af. Dat brengt ellende (ballingschap). God belooft niet alleen redding uit de ellende, maar roept ook op tot bekering.
Dat zegt Jezus ook: bekeer u en geloof het evangelie. Dan is het heil van de HERE nabij. Als de HERE nabij is, wordt de aarde het land van de Vader. In het Vaderland woont de heerlijk-heid van de HERE onder ons (10).

Gerechtigheid en gewas
Wat de heerlijkheid van de HERE is, wordt in de verzen 11-14 op po?tische wijze verwoord. Het gebeurt extatisch, in de taal van de liefde.
Goedertierenheid (liefde) en waarheid (trouw) ontmoeten elkaar. Ze vormen een paar, net als gerechtigheid en vrede. Die twee kussen elkaar, want ze houden van elkaar. Ze horen bij el-kaar, omdat ze bij God horen en bij zijn schepping. Daarom schrijft Petrus dat er op de nieuwe aarde gerechtigheid zal wonen.
In Psalm 85 ligt alle nadruk op de gerechtigheid, niet op het gewas. Wij keren dat om, of erger nog, wij gaan voor het gewas terwijl de gerechtigheid buiten beeld blijft. Dan blijft God ook buiten beeld. Bidden voor brood heeft dan geen zin. Het is praten in de ruimte. Het is leven in een wereld waarin liefde en trouw geen paar zijn; gerechtigheid en vrede elkaar niet kussen; de liefde ver te zoeken is.
Dat is de wereld waarin wij leven, een wereld vol ongerechtigheid en oorlog. Er lijkt geen hoop op echte en blijvende verandering.

Ontspruitende trouw
Toch is er hoop. Want Gods Zoon is als Mensenzoon in de wereld gekomen. Eer voor God in de hoge en vrede op aarde. Jezus Christus is onze vrede. Hij is onze gerechtigheid. Hij is dat doordat Hij als Middelaar stierf aan het kruis.
Hij vergelijkt zichzelf met een graankorrel die in de aarde valt en sterft en veel vrucht voort-brengt (Joh.12:24). Vanuit die woorden lees ik in Psalm 85:12: trouw spruit voort uit de aarde.
De dichter denkt daarbij niet aan Jezus. Hij denkt wel aan de trouw van de HERE. Die komt uit in Jezus. Daarom denk ik bij deze tekst aan Hem, aan zijn dood en opstanding. Door zijn sterven is er nieuw leven. Hij is ons door God tot gerechtigheid gegeven. In Hem spruit Gods trouw voort uit de aarde. Laten we bidden om de vrucht van dit gewas. Want in Gods trouw ontmoeten we ook zijn liefde, gerechtigheid en vrede. Wie hier iets van begrijpt, wordt gegre-pen door de goedheid van God.

Beeld van God
Van Gods goedheid en trouw is het gewas op het land een beeld. Het is meer dan een beeld. Gods trouw wordt geproefd in het brood dat gemalen en gebakken wordt nadat het de weg van de graankorrel is gegaan. In het brood is God ons nabij. Als we thuis ons brood eten, maar ook als we dat in de kerk doen aan de maaltijd des Heren. Dat brood spreekt ervan dat in (de dood en opstanding van) Christus Gods trouw uit de aarde is voortgesproten.  In deze maaltijd laat God ons iets proeven van zijn heilsgeheim.
Daarbij hoort dat we in dat licht ons dagelijks brood eten. En dat we in die geest de bidstond voor gewas en arbeid houden. Bidden om gewas in het licht van bekering en gerechtigheid; vanwege de grote liefde van de hemelse Vader.

Niemand heeft Psalm 85 zo ontroerend en raak in verband gebracht met het hart van het Woord, het sterven en de opstanding van Jezus Christus, dan Willem Barnard in gezang 199 uit het Liedboek voor de Kerken.


De toekomst van de Heer is daar
en voor zijn voeten uit
gaan vrede en rechtvaardigheid
als bruidegom en bruid.

De trouw zal bloeien als een roos
en zie, gerechtigheid
zal uit de hemel moeiteloos
neerdalen in de tijd.

Voorwaar, het heil is nu nabij,
uw goedertierenheid.
En vol verwachting zingen wij:
God roept de vrede uit!

Sta op, o God, en maak het waar
wat heel uw kerk bezingt:
dat heel uw schepping weer ontwaakt
uit haar betovering.

Want groot zijt Gij en daden groot
zijn door uw hand gedaan;
het graan ontkiemt ternauwernood,
het sterft om op te staan.

Gij hebt de groeve toegedekt
waarin de korrel viel
om weer te worden opgewekt:
Adam met hart en ziel.

Nu is de dag van oogsten daar,
het hoogste van de tijd;
een koning als een korenaar
staat op in majesteit.

Amersfoort                                   
D. Visser