Het is alweer een aantal jaren geleden dat ik in een commentaar kritische opmerkingen maakte over een reclameboodschap van het Humanistisch Verbond. Het is belangrijk zich in het gedachtegoed van deze beweging te blijven verdiepen omdat daarin tot uitdrukking wordt gebracht wat er in brede lagen van ons volk aan opvattingen leeft met name op het terrein van leven en dood. Opvattingen die te maken hebben met vragen als: van wie is ons leven, hoe gaan we met het inrichten van ons leven om, wat is de zin en het doel van ons bestaan? Met daarmee direct verbonden de kwestie: is het met de dood definitief afgelopen of begint het dan pas goed?
De humanisten hebben hier een uitgesproken mening over getuige de nieuwe suggestieve slogan, waarmee ze kort geleden campagne zijn gaan voeren. Riepen ze eerst in hun reclameboodschappen op om zich bij hen aan te sluiten teneinde niet aan de goden – inclusief de God van de Bijbel - overgeleverd te zijn, nu wordt via allerlei publieke kanalen de vraag aan ons voorgelegd: ‘Gelooft u ook meer in het leven vóór de dood?’ Overigens een merkwaardige vraag. Vooral het woordje ‘meer’ doet vreemd aan. Gelooft men dan toch dat er ook leven is ná de dood? Of zou men door het zo te formuleren proberen mensen, die vermoeden dat er na de dood wel iets zal zijn, maar zich daar niet al te druk om maken, over de streep van het lidmaatschap naar zich toe te trekken? Vooral vanuit christelijke kring, omdat er ook daarbinnen hoe langer hoe meer zijn, die alles op de kaart en het hier en nu zetten met als gevolg dat hun blik op het hiernamaals zo goed als verduisterd is. Het zou kunnen. Toch moeten we maar niet uit deze nieuwe slogan concluderen dat het Humanistisch Verbond ruimte laat voor een leven na ons sterven. Je moet naar hun website surfen om er achter te komen wat ze bedoelen met hun leus. Daar tekenen ze er bij aan: ‘Onze boodschap is concreet, onderscheidend, positief: het gaat om dít leven, déze wereld’. Leg daar de beginselverklaring van het Verbond bij en de visie van de humanist wordt glashelder. ‘Het humanisme is de levensovertuiging die probeert leven en wereld te begrijpen uitsluitend met menselijke vermogens. Het acht wezenlijk voor de mens zijn vermogen tot onderscheidend oordelen, waarvoor niets of niemand buiten hem verantwoordelijk kan worden gesteld’. De mens centraal. De mens autonoom. Hij beschikt over zijn leven en de invulling van zijn leven. En aangezien dit leven maar kort is, verklaart een BN-er als propagandist van het Verbond, moet je eruit halen wat erin zit.
En de mens beschikt over zijn sterven. Ik hecht dan ook, verklaart de voorzitter van het Humanistisch Verbond, aan het belang van zelfbeschikking aangaande het levenseinde. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het Humanistisch Verbond alles in het werk stelt om dit zelfbeschikkingsrecht wettelijk mogelijk te maken. En om met behulp van anderen iemand, die zijn en haar leven voltooid acht, te beëindigen. Uiteraard alles onder zorgzame, zorgvuldige, liefdevolle begeleiding.
Hoe vlak en arm steekt dit alles af tegenover de wetenschap van een christen die niet geloof in dit leven vóór zijn dood, maar in de Levende Die de dood heeft overwonnen. O ja, dan leven we ook hier en nu. En we eten en drinken en doen nog zoveel meer. Maar alles tot eer van God. En heil en welzijn tot onze naasten. En de dood dan? Als Hij ons leven is, wat is het sterven dan anders dan eeuwige winst.

Heerde   
G.v.d.Groep