Elke week stuur ik een van de jongeren van het beamteam in onze gemeente de orde van dienst. Mijn bericht sluit ik altijd af met de zin: 'Succes met de verwerking ervan'.
Paul Verhaeghe vertelt dat jongvolwassenen het woord 'succes' vaak gebruiken in hun afscheidsgroet. Ze wensen elkaar succes toe bij een examen, op vakantie, in hun relatie en op de werkvloer. Op zichzelf klinkt dat heel sympathiek en vrij onschuldig. Maar volgens deze klinisch psycholoog en psychoanalyticus is er meer aan de hand. Succes op economisch gebied is de maatstaf geworden waarmee mensen vandaag hun eigen leven en dat van anderen beoordelen.
De laatste dertig jaar is de succesgedachte dominant geworden in onze cultuur, aldus Verhaeghe. Onze cultuur wordt erdoor gekenmerkt: mensen moeten prestaties leveren om 'het te maken'. Deze gedachte drukt een stempel op de identiteitsontwikkeling van jongeren. Maar niet alleen dat. Er gaat ook dwang van uit. Je moet meedoen op straffe van uitsluiting. Volgens Tim Keller is 'succes' een van de namaakgoden van onze tijd. Het is iets waarop mensen hun vertrouwen stellen naast of in plaats van de enige ware God.
Wie succes wil hebben, moet daarvoor zelf zorgen, aldus het nieuwe levensideaal. Hij moet voor zichzelf opkomen en de beste willen zijn. Ellebogenwerk is daaraan niet vreemd. Dat hoort nu eenmaal bij het mens-zijn, zo wordt gezegd. Wie zijn levensdoel bereikt, heeft dat zelf tot stand gebracht. De boodschap is daarom: wie de juiste competenties aanleert en gebruikt, krijgt de baan die financieel succes garandeert. Nodig daarvoor is flexibiliteit, vlotheid, mondigheid en efficiënt kunnen werken. Je moet jezelf kunnen verkopen en een netwerk opbouwen. Je moet weten wat je wilt en je eigen plan blijven trekken. Dan kun je het uiteindelijke doel bereiken: genieten van het leven en je hebt aanzien bij de mensen. Kortom, het leven is maakbaar.
De gevolgen van de verering van deze afgod blijven niet uit: een leeg hart, dat geen tevredenheid kent en voortdurend zoekt naar nieuw succes. Het uiteindelijke gevolg is dat de ziel verloren gaat. En de gevolgen voor de samenleving? Zou iemand die gericht is op succes aandacht hebben voor zijn naaste? Zou hij in kerk of samenleving meer doen dan wat van hem wordt verwacht?
En wat te denken van diegene die geen succes heeft? Hij heeft dat volgens de succesgedachte aan zichzelf te wijten: een zwakke persoonlijkheid. Te betreuren is wie niet aan het ideaalbeeld kan beantwoorden. Een van de meest voorkomende scheldwoorden is loser (verliezer). Funest voor het zelfbeeld: buitengesloten worden.
Wie niet voldoet aan de maatstaf van succes, is zelf daaraan schuldig, zo verkondigt de succesgedachte. Of toch niet? Velen worden doorverwezen naar een hulpverlener, een psycholoog of psychater. Het zoeken naar succes kent als keerzijde de psychische problematiek.
Het evangelie verkondigt daarentegen de Christus. Hij is niet gekomen om diegenen te zoeken die het gemaakt hebben, die alles al hebben en alles al weten. Nee, Hij is gekomen om mislukten te zoeken en te behouden. Daartoe heeft Hij het allerhoogste goed opgegeven. Hij is een mislukkeling geworden zodat wij door zijn mislukt leven dat eindigde aan een vervloekt hout, het allerhoogste goed zouden ontvangen. In Hem meer dan geslaagd!
En de kerk? Het ideaalbeeld van economisch succes overheerst onze samenleving en is ook gezinnen binnengedrongen. In gezinnen schiet succesaanbidding haar eerste wortels (Tim Keller). Ook het onderwijs ligt onder dat beslag. En de kerk? In hoeverre is dit ideaal daar binnengedrongen? Ik denk dat ik mijn standaardbrief enigszins aanpas. Misschien moet er dan ook meer worden aangepast in ons kerkelijk leven.
Feanwâlden
D. J. Steensma