Sommigen weten meteen wat het eerste woord betekent: zachte karamel, een lekkernij gemaakt van boter, suiker en melk of room. Maar dit Engelstalige woord betekent ook: knoeien, eromheen draaien, ontwijken, en in elkaar flansen.

Een Amerikaanse psycholoog gebruikte dit woord toen hij wilde aangeven hoe gemakkelijk mensen oneerlijk kunnen zijn: de fudge factor. De stelling van deze psycholoog, Don Ariely, is: hoe creatiever mensen hun verstandelijke vermogens omgaan, des te beter kunnen zij verhalen verzinnen om goed te praten wat ze doen, ook als datgene wat zij doen aantoonbaar niet juist is. Die creativiteit heeft tot gevolg dat het morele kompas steeds meer ontregeld raakt. Dan is niet meer duidelijk wat het mens-zijn dient en bevordert. Dan zien we steeds minder waardoor we in gebreke blijven.

Dat is ook een gevaar voor theologen. Zonder dat je het goed en wel in de gaten hebt, kan de fudge factor binnensluipen. Paul van der Geest wijst erop dat de grote kerkvader Augustinus deze factor al te lijf is gegaan, zo'n zestien eeuwen geleden. Hij wilde niet alleen anderen maar ook zichzelf bewaren voor een kleverig omgaan met de waarheid van het woord van God. Daarom schreef hij een zogenaamde spiegel (speculum): een boek met alleen maar een opsomming van geboden en verboden uit de Bijbel. Kennis daarvan – zo was zijn gedachte – leidt tot een beter inzicht in en scherpere bewustwording van zonde, ongeordende begeerte en ongerechtigheid. Hoe nauwkeuriger die spiegel is, des te meer wordt de fudge factor uitgesloten. 

Zegt ook Paulus niet dat wet zonde doet kennen? Daarom worden van oudsher in de kerken van de reformatie de tien geboden voorgelezen. Sommige predikanten zeggen daarbij uitdrukkelijk: de spiegel van de wet! Ook diegenen die veel over theologische zaken nadenken, hebben die spiegel nodig. Paul van der Geest schrijft ergens: 'Al ver voor Ariely was (Augustinus) tot het inzicht gekomen dat men zichzelf juist door het schrijven, lezen en interpreteren van bloemrijke, verantwoorde theologische literatuur moreel ook juist in slaap kan sussen.' Geboden van God als tegengif tegen de fudge factor, een middel dat ook de kerk van vandaag meer dan nodig heeft.

 

D.J. Steensma, Feanwâlden