Komende zondag is het hulpverleningszondag. Het is een goed gebruik om in de dienst stil te staan bij bijbelse noties rond hulpverlening. Daarnaast is er materiaal en een collectedoel, beide aangedragen door deputaten diaconaat. Mooi om zo bezig te zijn met een belangrijke christelijke waarde: hulp verlenen. We hebben er de afgelopen periode iets van gezien in de ‘Werken van barmhartigheid’ die de afgelopen maanden in het Kerkblad zijn besproken.

Mooi om op die manier over hulpverlening na te denken. Misschien ligt het aan mij, maar zelf denk ik bij hulpverlening al snel aan geld geven voor een goed doel. Hoe goed dat ook is, het is maar een van de kanten van hulpverlening. Daarover raakte ik laatst met iemand in gesprek. Geld geven is een goede gewoonte, maar hoe vaak kost het je werkelijk iets? Als je er geen boek minder om koopt, geen vakantie voor overslaat, en er al helemaal geen boterham minder om eet…. Mag het wat kosten? Jazeker, maar we geven vaak uit overvloed. 

Jezus leert ons dat de arme weduwe die twee muntjes in de offerkist gooit veel meer geeft dan alle anderen die er goud en zilver in hebben gegooid. Juist omdat zij van haar armoede heeft gegeven wat ze had. Het is denk ik niet de bedoeling dat we hetzelfde doen, maar wel dat we nagaan hoe we ook van onze armoede kunnen geven. Waar hebben we gebrek aan en wat houden we het liefst voor onszelf? Vandaag de dag is dat, denk ik, vooral tijd en aandacht. We zijn snel naar binnen gericht, hebben tijd voor onszelf, voor ons gezin nodig, en tijd om te ontspannen: vakantie is heilig.

Misschien ligt daar een mooie uitdaging om over na te denken als het over hulpverlening gaat. Hoe kunnen we van ons gebrek aan rust en tijd iets offeren in dienst van het Koninkrijk? Laten we geven wat we kunnen missen. Van ons geld, maar ook van onze aandacht. Laten we op zoek gaan naar iemand die zit te wachten op onze onverdeelde aandacht. Om zo in dat contact hulp te verlenen en zelf geholpen te worden. 

Wouter Moolhuizen, Hoogeveen