Vorige week heeft het moderamen van onze generale synode aan de kerkenraden binnen ons kerkverband een brief gestuurd met de vraag op zondag 7 juni in het bijzonder in de voorbede aandacht te geven aan de situatie waarin ons land en de wereld zich momenteel bevinden. Op die zondag zou dan ook gedankt kunnen worden voor het goede dat God ons geeft in deze tijd, zoals goede gezondheidszorg en bewaring.

Het moderamen van onze kerken is daartoe benaderd door het moderamen van de Hersteld Hervormde Kerk. Kerkenraden kunnen overwegen of zij zich bij dit initiatief willen sluiten.

Zonder meer is verootmoediging onder de huidige omstandigheden een goede zaak. Vast en zeker heeft deze voorbede en dankzegging ook nu al in de zondagse gebeden een vaste plaats. Maar het is ook mooi om het gezamenlijk te doen, als teken van verbondenheid.

Tegelijkertijd is het nog niet zo eenvoudig om aan te geven wat de inhoud van de verootmoediging moet zijn. Waarover moeten we ons precies verootmoedigen? Dat zal verschillend worden beleefd, aldus 'ons' moderamen.

In elk geval: deze brief mogen kerkenraden – en met hen wij allen – ter harte nemen. We kunnen ons nooit genoeg verootmoedigen. De Bijbel roept daar ook toe op: wees ootmoedig (1Pet.3,8). Iemand zei eens dat er drie dingen voor een christen nodig zijn: ootmoed, ootmoed en ootmoed.

Laten we maar uitspreken dat we als mensen geen goede rentmeesters van de schepping zijn. Dat geldt voor een ieder van ons, en niet alleen voor diegenen die in een niet-coronatijd ontelbaar veel vakantiekilometers maken om maar te genieten van nieuwe indrukken, en zonder enige vliegschaamte een grote voetafdruk achterlaten. Allen staan wij schuldig. Wij zijn ook  schuldig ten aanzien van de manier waarop wij met onze voedselvoorziening omgaan. Hoe is bijvoorbeeld ons eetpatroon? Wat op een markt in Wuhan gebeurde, staat symbool voor de omgang met de behandeling van dieren wereldwijd. Weten wij echt wat ons vee toekomt? (vgl. Spr.12,10). Wij maken deel uit van de mensheid als geheel. We kunnen niets anders doen dan een dikke streep zetten onder de oproep tot verootmoediging. Ook met het oog op eigen leven en welzijn (Spr.22,4).

 

D.J. Steensma, Feanwâlden