Toen ik in 1999 op Eerste Paasdag samen met vier anderen belijdenis deed, werd die dienst opgenomen en een week later uitgezonden op landelijke televisie. Dat was een heel spektakel. Onze dominee moest twee of drie keer op cursus naar Hilversum. De dienst werd tot op de laatste komma voorbereid en stond letter voor letter in een draaiboek.

 

Op Paaszondag was Iedereen gespannen tot en met. De organiste, ons jongerenkoor dat in de dienst mocht zingen, de dominee – uiteraard. Pas toen alles er goed op stond, werd er opgelucht ademgehaald. Zo was de hele expeditie ten einde en kon het team van Zendtijd voor Kerken verder in een andere plaats. Een week later konden we zien wat ervan geworden was. De dienst was hier en daar wat ingekort omdat die maximaal 58 minuten mocht duren.

 

Aan mijn ervaringen met deze televisiedienst heb ik vaak moeten denken afgelopen voorjaar toen ineens alle predikanten televisiedominees waren geworden. En hoe? Geen driedaagse training. Geen opnameleider of professionele filmploeg. Geen instructies, geen plakken en knippen, geen enkel idee. We gingen gewoon van de ene op de andere zondag live. Omdat we dat konden met de camera’s in onze kerk. Omdat we via Youtube konden streamen. En omdat er anders niets was.

 

Ik heb mezelf een paar keer teruggekeken. Om te zien hoe het overkwam. Dat was geen onverdeeld genoegen. En ik heb – zonder professionele begeleiding, maar toch – geprobeerd om ervoor te zorgen dat ik zo goed mogelijk overkwam bij de mensen thuis. Maar toen er na een week of acht weer wat mensen in de kerk mochten komen, preekte ik zomaar weer voor de mensen in de kerk en niet voor de camera. Dat voelde veel natuurlijker. Dat ging ook automatisch. Al zitten er maar dertig mensen voor je – dan preek je voor hen.

 

Maar ook die dertig zitten er nu niet. Waar ik vorig jaar juni hoopte dat het voorbij zou zijn, ben ik alweer vier weken televisiedominee. En het einde is voorlopig niet in zicht. Je hoort soms wat dat met mensen en met gezinnen doet als je thuis de dienst moet volgen. En ik weet van mezelf wat het met een dominee doet. Ik weet wat het met muzikanten en voorzangers doet. En iedereen heeft een mening. Logisch. Ik ook. Want de kwaliteit van onze uitzending is op geen enkele manier te vergelijken met wat Zendtijd voor Kerken eind jaren negentig kon. En ik ben nog steeds geen televisiedominee. Toch moeten we hier doorheen.

 

Ik ben dankbaar voor alle positieve reacties en voor alle liefdevolle opbouwende kritiek. Ik ben dankbaar voor de mogelijkheden die we hebben om het geloof te delen, ondanks de afstand. Maar een ding weet ik wel: ik word nooit een echte televisiedominee…

 

Wouter Moolhuizen, Hoogeveen