Nog even over de dingen dezer dagen. Over de polarisatie binnen onze samenleving die nog steeds  toeneemt. Iedereen heeft er inmiddels op een of andere manier mee te maken. Noem het woord ‘vaccinatie’ en er rijst gelijk een dikke muur op. Vrienden en familieleden dreigen elkaar kwijt te raken. Hoe is het zover gekomen en wie spreekt er nog een paar verstandige woorden?

 

In het Reformatorisch dagblad van zaterdag 6 november jl. stond een boeiend en bezinnend stuk. Het is een samenvatting van de ‘Biblebelt Lezing’, uitgesproken door Beatrice de Graaf. Ze is hoogleraar aan de Universiteit in Utrecht en doet onderzoek naar terrorisme. En niet onbelangrijk, ze is een belijdend christen.

 

De Graaf vind het niet vreemd dat orthodoxe christenen zich onveilig voelen. ‘In de westerse wereld en zeker ook in Nederland zijn de kerkelijke gemeenschappen wel erg snel afgekalfd. Tegelijk zijn overheid en samenleving die restanten van het christendom ook steeds meer als iets raars, of zelfs als iets oneigenlijks gaan behandelen. Christenen worden in de media regelmatig en zonder terughoudendheid bespot. Voeg daarbij de coronacrisis en de kritiek op eenieder, ook christenen, die zich niet laten vaccineren, en het is wel verklaarbaar waarom orthodoxe christenen zich onzeker en onveilig voelen.’

 

Een belangrijke vraag is natuurlijk, hoe gaan we met deze gevoelens van onveiligheid om? Volgens De Graaf leven in reformatorische en evangelische kringen ‘gedachten die wijzen op een vorm van eschatologisch ongeduld en een fascinatie met een mogelijk naderende christenvervolging.’ Ze waarschuwt voor een militant en problematisch soort slachtofferschap. ‘Elke preek, lezing, tweet of facebookpost over de naderende eindtijd en de Great Reset wordt gretig opgepakt als bouwsteen om de muren nog hoger en dikker te maken.’

 

‘Wat zou Jezus doen?’ Dat is een vraag die we ons altijd weer opnieuw moeten stellen. De Graaf: ‘Hoe ging hij om met dreigende en echte vervolging? Hij werd pas boos als de Naam en de eer van de Vader in het geding waren, zoals met de handel in de tempel. Of wanneer de kleinen werden buitengesloten. Toen Hij wel iemand als knecht van de satan aansprak was dat discipel Petrus omdat die hem van de heilsweg wilde afhouden. Met andere woorden, de grootste strijd tegen het kwaad is niet die tegen een vermeende duivelse overheid, maar is de strijd in eigen kring, en in eigen hart.’

 

Ze stelt nog een richtinggevende vraag. ‘Waartoe is de christelijke gemeente hier geplant? Bid niet voor uzelf, maar voor hen die elders echt hongeren en dorsten naar gerechtigheid. Voor mensen in acute fysieke, geestelijke nood in China. Voor christenen die worden vervolgd in Nigeria en Kameroen.’

 

Het zijn gedachten die het overwegen waard zijn. Hebben we in een soort paniek misschien de strijd verlegd naar een front waar wel gestreden wordt, heel hevig zelfs, maar niet de strijd van het geloof? Laten we in de leer gaan bij het vervolgde deel van de kerk. In China zijn mensen zelfs achter dikke gevangenismuren bereid de Grote Opdracht uit te voeren: ‘Verkondig het Evangelie.’

 

Krijn de Jong, Urk