Op het moment dat ik dit commentaar schrijf, is ons land volledig in een lockdown. De kerkdiensten vinden zonder of met heel erg weinig mensen plaats en het openbare leven ligt grotendeels stil. Dat allemaal omdat de dreiging van de omikron-variant van het corona-virus groot is en de zorg zomaar weer overbelast zou kunnen gaan worden. Dat willen we natuurlijk niet.

 

Tegelijk merk ik om me heen en ook bij mezelf dat veel mensen er wel een beetje klaar mee zijn. Kinderen die niet naar school kunnen, jongeren die een sociaal leven ontzegd worden, ouders die met passen en meten of hangen en wurgen de oppas rond moeten zien krijgen en ouderen die aan huis gebonden zijn, omdat alles dicht is.

 

Uiteraard begrijp ik dat de overheid soms moeilijke keuzes moet maken. Ik zou niet graag in de schoenen van onze overheid staan op dit moment. Maar mijn klomp brak vlak voor kerst toen ik de lokale slijter opbelde om een bepaalde fles wijn. Tot mijn grote verbazing vertelde hij mij dat zijn winkel gewoon open was. Slijterijen worden onder de essentiële winkels gerekend. Waar zijn we mee bezig?

 

Verenigen en kerken zoeken naar mogelijkheden om mensen te bereiken. We schalen af en zijn (meestal) uiterst voorzichtig. We willen geen aanstoot geven aan mensen buiten de kerk en zeker geen negativiteit aan Christus toebrengen. Maar mijn geduld gaat wel een beetje opraken. Ik snap het niet meer, ook niet omdat in onze buurlanden alles gewoon open is.

 

Pleit ik voor opstand? Nee, dat niet. Maar wel voor het laten horen van onze stem als kerken omdat we weten wat echt essentieel is in leven en sterven. Het eigendom van Christus zijn. Gelukkig is zijn geduld oneindig veel groter dan dat van mij.

 

Jurrian Oosterbroek, Dronten