Onze huiskamer wordt net verbouwd. De grote hoge kasten met de vele boeken gaan er uit. Ik hoop ze nog op Markplaats kwijt te kunnen voor wat de gek ervoor geeft. Waarom die verbouwing? Die hoge kasten misstaan. Zijn uit de tijd. Het moet strakker, leger, ruimer. En bovendien…boeken? Die lees je op je e-reader. Die zitten opgeslagen op je harddisk. Bladen? Via internet kun je ze bijna allemaal met een muisklik binnenhalen. Zelfs het Kerkblad voor het Noorden kun je digitaal lezen! Op elk moment zelfs en overal. Wel jammer natuurlijk van dat nostalgische moment dat ‘tante Pos’ op donderdag of vrijdag hem in de bus gooit en dat je dan gretig graait naar het nieuwe nummer. ( als de hond hem al niet eerder tussen de kaken had). Zie daar, het kerkblad wordt zo geen honderd, zou je denken.

Het is waar. Internetboekhandels verkopen nu meer e-books dan papieren exemplaren. En ook veel papieren bladen gaan er aan. Ons gemeenteblaadje Samen op Weg in Assen valt nu met een bliepje in je mailbox. Snel, gemakkelijk en goedkoop en ook nog eens goed voor het milieu. Je spaart bomen uit. En toch…het gekke is dat we sinds de komst van de computer en printer in plaats van minder papier nog veel meer papier gebruiken. Kerkenraads-,classis- en synodetafels buigen door onder de lading rapporten, verslagen en stukken. Brugpiepers vertillen zich nog altijd aan hun boekentas; de lectuurmand zit altijd weer vol onder andere met reclamedrukwerk. De papiercontainer staat bijna wekelijks aan de straat. Waarom?

Omdat het printen en kopiëren zo makkelijk gaat. Omdat je in een oogwenk een blaadje opmaakt en laat drukken en verspreiden. Bij de drukker van ons blad- het Friesch Dagblad- lusten ze er wel pap van: hoe meer hoe beter! Wie dacht dat ‘papier’ uit is, komt bedrogen uit. Waarom ook? Omdat je iets wilt vastpakken, wilt omslaan, wilt terugbladeren. De ander met de vinger wilt aanwijzen en attenderen op een zin, een bericht, een rouwadvertentie: Kijk nou toch wat ik hier lees! Moet je horen wat die nu weer schrijft! Een blad lezen verbindt en verbroedert. Vooral het Kerkblad voor het Noorden.

Maar er zijn toch wel minder abonnees dan eerder? Het blad wordt toch minder gelezen? Dat is ook waar. Maar dat zit hem niet in het papier, maar daarin dat ons levenspatroon is veranderd. We leven in een informatiemaatschappij. We zijn van alles op de hoogte en toch ook weer niet. We weten van de klok maar niet van de klepel. Onze ogen vliegen over veel letters, maar lezen niet. Zo gesteld leven we in een lees-loos land. Docenten klagen daarover steen en been. Taal en schrijfbeheersing zijn bij tijden abominabel.

We moeten tot de letter bekeerd worden. Tot de woorden wedergeboren. Zodat we echt gaan verstaan wat er staat. Echt gaan weten wat geweten moet worden. Voor het Kerkblad voor het Noorden moet je gaan zitten. Een vast moment als vroeger zal er niet altijd meer zijn. Maar toch… Al lezend wil het je stil maken om mee na te denken bij de meditatie, om bewogen te worden om gemelde vreugde en verdriet, om op een idee te komen waar je zelf of je gemeente ook iets mee zou kunnen. Om al piekerend en prakkiserend de enkele kerst- en paaspuzzel op te lossen; om je kind een verhaaltje uit voor te lezen of om je grote knul te attenderen op een concert of jeugdmeeting.

Onze boekenkast is eruit, maar een leesplank voor bladen komt er in. Ook voor het Kerkblad voor het Noorden. Het blad dat blijft.