Vastentijd
Direct nadat Jezus was gedoopt door Johannes de Doper werd hij door de Geest meegenomen naar de woestijn, waar hij veertig dagen en veertig nachten vastte. Hij had grote honger en werd toen door de duivel op de proef gesteld (Matteüs 4:3).
Niet alleen van Jezus weten we dat hij vastte. Bekende voorbeelden uit de Bijbel zijn onder meer David en Daniël. Vasten, gebed en toewijding aan God hangen vaak nauw met elkaar samen. Vasten is een goede manier om de concentratie scherp te krijgen en de volledige afhankelijkheid van God te erkennen. Van oudsher is het een veelgebruikte methode om de relatie met God scherp te stellen en God intensief te betrekken in te nemen besluiten en bij belangrijke beslissingen.