Wie wil niet vrij zijn? De gedachte aan vrijheid is altijd al een bron van inspiratie geweest voor dichters en denkers, profeten en politici. Zij heeft bovendien in de geschiedenis veel losgemaakt. Maar wat is de vrijheid die Christus schenkt?

De leuze van de Franse Revolutie was: vrijheid, gelijkheid en broeder¬schap. Het verlangen naar vrijheid heeft geleid tot het einde van de macht die ons land van 1940 tot 1945 bezet hield. In de strijd tegen onderdrukkers is en wordt nog steeds veel bloed vergoten. Op 10 december 1948 heeft de algemene vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aanvaard. Deze verklaring spreekt uit dat ieder mens recht heeft op vrijheid. Niemand mag in slavernij of horigheid gehouden worden.

Schrift en Reformatie

Ook de Bijbel spreekt over vrijheid. God heeft Israël bevrijding gebracht. Het oude verbondsvolk is uitgeleid uit de slavernij van Egypte. Deze uitleiding is de basis van zijn bestaan. Maar die basis hebben de Israëlieten niet zuiver bewaard. Ze hebben niet op de Here vertrouwd. Het volk viel voor afgoden. Het gevolg was een nieuw slavenjuk.

De Here is genadig en barmhartig! Hij heeft opnieuw vrijheid beloofd. De Messias zou haar brengen. Profeten mochten daarover spreken. Die verkondiging is in Christus heerlijk vervuld. Hij heeft oudtestamentische woorden van bevrijding op zichzelf toegepast (Luc. 4, 18) en duidelijk gemaakt wie deze vrijheid mogen ontvangen. Dat zijn zij die zijn woorden vasthouden en leven in zijn waarheid. Deze waarheid maakt de zijnen vrij (vgl. Joh. 8, 32 en 36). Christus die de waarheid is, heeft de zijnen geleid uit het diensthuis van zonde en dood. Hij brengt hen in Gods vrijheid thuis.

Wie zo is thuisgekomen moet overigens wel standhouden en zich niet opnieuw een slavenjuk laten opleggen (Gal. 5, 1). Ook dat wil Christus geven. Dat doet Hij door zijn Heilige Geest. De Geest maakt dat je kunt standhouden in zijn kracht. En ook meer. Hij schenkt ook blijdschap over deze bevrijding en zekerheid dat je daarin mag delen. Hij maakt gewillig en bereid als een echt vrij mens te leven, in vrede en met vreugde.

Deze christelijke vrijheid is krachtig verdedigd in de Reformatie. Volgens Luther voert een christen heerschappij over alle dingen. Hij is aan niets of niemand onderwor¬pen. Anderzijds is een christen een dienstknecht van alle mensen en aan iedereen ondergeschikt. Hij is dus beide: heer en dienaar.

Ook Calvijn heeft deze vrijheid beschreven. Hij deed dat met name tegenover de kerk van Rome die het leven van een christen wilde vastleggen in een stelsel van regels en voorschriften.

 

Vrijheid en gezag

Vrijheid wijst doorgaans op bevrijding van benauwende machten. Dat maakt de algemeen menselijke ervaring al duidelijk. Daarvan wil de Here bevrijding geven, alles wat een mens benauwt en hindert op zijn weg naar het volle mens-zijn: de macht van angst voor de mening van mensen en elke andere macht die het mens-zijn schaadt.

Maar er zijn ook vormen van macht die God wil gebruiken in het bestuur en beheer van zijn wereld. Macht is dan het vermogen in dienst van een gezag tot heil van mens en samenleving. Voorbeelden van gezagsinstanties die door God worden gebruikt zijn huwelijk en gezin, de overheid en allerlei verbanden in de samenleving.

Vaak wordt gemeend dat er een tegenstelling bestaat tussen vrijheid aan de ene kant, en gezag en macht aan de andere kant: vrijheid zou een bedreiging vormen voor gezag, en omgekeerd gezag een bedreiging voor vrijheid. Dan zouden zij elkaars concurrenten zijn: wanneer de een groter wordt, wordt de ander minder. Tussen die beide bestaat dan een grote spanning. In Christus Jezus is die spanning echter niet aanwezig. Hij heeft alle machten aan Zich onderworpen. Hij verwerpt elke macht die het mens-zijn schaadt, maar eerbiedigt tegelijk gegeven structuren in de samenleving.

Christus heeft iets laten zien van de wijze waarop wij met gegeven gezag zouden moeten omgaan. Dat deed Hij toen Hij Zich geschikt heeft onder de machten van zijn tijd. Hij heeft mensen voorgehouden dat zij belasting moeten betalen. De keizer moet ontvangen wat hem toekomt. Christus heeft eveneens het gezag van godsdienstige leiders aanvaard en tegen de tem-pelbelasting geen bezwaar gemaakt.

Daarmee is niet gezegd dat Christus Jezus heersende machten in alles verdedigt. Integendeel. Hij heeft ook kritiek op de machten van zijn tijd. Ze hebben niet het laatste woord, maar zijn ondergeschikt aan God. De overheid bijvoorbeeld zou geen macht hebben als deze haar niet gegeven was. Dat verklaart Jezus ronduit tegen machthebbers. Hij heeft daarover gesproken tegenover Pilatus. Bovendien heeft Hij verkondigd dat Hij de macht van de tempel zou tenietdoen. Daarom past een christen geen slaafse en onkritische gehoorzaamheid aan gezagsinstanties. Hij moet zijn God meer gehoorzaam zijn dan de mensen. Dat is de weg die in heel het Nieuwe Testament wordt getekend.

 

Innerlijke vrijheid

Vrijheid is echter niet alleen een losmaking van benauwende machten die het mens-zijn bedreigen. Ze heeft ook een positieve inhoud. Deze bestaat in dienen. Wie door de Here is bevrijd, is een dienaar van God en zijn naaste. Jezus heeft dat laten zien in zijn leven en sterven. Dat betekent voor ons dat we in de verbanden waarin wij functioneren, dienstbaar moeten zijn in navolging van Jezus.

Een christen is innerlijk vrij. Daarmee is niet bedoeld dat hij 'zelf' mag uitmaken hoe hij leeft. Het woordje 'zelf' is besmet. Van nature is een mens een slaaf van zijn zondige neigingen. De macht van de begeerte overheerst hem en zijn menselijke bestaan is zwak. Daarom ligt vrijheid niet in het benadrukken van het 'zelf' en het maken van eigen keuzen.

Deze vrijheid is evenmin gelijk aan het nemen van verstandelijke beslissingen. Dat is overigens wel door grote denkers gezegd: wie zich door zijn verstand laat leiden, verkeert in het rijk van de vrijheid. Hij is dan geen slaaf van zijn neigingen en gevoelens, maar beslist zelf op grond van verstandelijke overwegingen. Toch is ook dat geen ware vrijheid. Het menselijke verstand is vanwege de zon¬de verduisterd (Rom. 1, 22). Mensen menen vaak dat ze wijs zijn, terwijl zij ondertussen dwaas zijn (vgl. 1 Kor. 1, 20).

Ware innerlijke vrij¬heid bestaat in de binding van het zelf aan de Vader en de Zoon. Die vrijheid zouden we ook verder kunnen inkleuren. Dat kan met behulp van de woorden 'gerechtigheid' en 'heiligheid'. Het woord 'gerechtigheid' geeft aan dat de gelovige zich schikt onder het woord van God. Het woord 'heiligheid' spreekt over toewijding. De gelovige is 'heilig' omdat hij zich afzondert van de zondige wereld en leeft in toewijding aan God. Een mens komt tot zijn bestemming wanneer hij deze vrijheid kent. Hij mag die kennen door het geloof in Christus Jezus.

Christus deze vrijheid voor de zijnen verworven. Bovendien heeft Hij de zijnen deze vrijheid voorgeleefd. Hij is de mens zoals God hem heeft bedoeld, in ware gerechtigheid en heiligheid. Zijn vrijheid kwam met name tot uiting toen Hij was vastgehecht aan het kruis van Golgota. Vrij is de mens die, gebonden aan Gods wil, bereid is voor Hem te leven. Hij weet door het geloof dat hij alleen in gehoorzaamheid aan God tot zijn bestemming komt. Dat mag hij steeds weer en hoe langer hoe meer ontvangen door het werk van de Heilige Geest. Waar de Geest van de Here is, daar is vrijheid (2 Kor. 3, 17).

 

Vrij van zelfbedrog

Wanneer wij dat beseffen, bedriegen we onszelf niet. Dat bedrog ligt dichtbij ons. Vanuit onszelf menen we bijvoorbeeld dat we uit eigen kracht zouden kunnen ontkomen aan de macht van zonde en dood, en aan de eisen van de wet. Daarmee komen we echter bedrogen uit.

Ware vrijheid begint met aanvaarding van de diagnose die God over ons leven stelt. Zijn Woord is beslissend, niet ons eigen woord, niet het woord van mensen. De Heilige Geest brengt ons tot aanvaarding van Gods diagnose en doet ons beseffen dat menselijke meningen niet beslissend zijn, ook niet de mening van kerkmensen. Wel is het woord van onze Koning beslissend. De Geest bemoedigt en vermaant om in de vrijheid van dat Woord stand te houden: Houd stand en laat je niet opnieuw een slavenjuk opleggen (Gal. 5, 1).

 

Feanwâlden
D. J. Steensma


Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...