In de serie ‘christen en beroep’ maken we portretten van gemeenteleden die iets vertellen over wat hen beweegt in hun werk en welke rol geloof daarin speelt. Vandaag het tweede artikel over Rosi van der Wal. Het eerste artikel ging over haar afkomst en geschiedenis, deze gaat over haar geloof en beroep.

Rosi wilde bewust haar dochter zelf opvoeden. En dat deed zij. Toen haar dochter dertien werd is Rosi weer gaan nadenken over een beroepsopleiding. Wat haar in die dertien jaar was opgevallen was dat ze zo veel plezier beleefde aan de zorg voor haar kind. Maar Rosi dacht, dat komt allemaal voort uit mijn moederliefde. Maar dat was niet het hele verhaal, zo bleek.

Als je zo terugkijkt op je geschiedenis dan vallen een paar dingen op. ‘Geen identiteit hebben’, losvast wat beroepen. Hoe wist je nou wat je moest gaan doen?

Goeie vraag. Tijdens de opvoeding van Lisa leek mijn zorgkant een kwestie van moederliefde. Toen de moeder van mijn man ernstig ziek was en ik even een paar weken moest inspringen, zag ik dat eigenlijk helemaal niet zitten. Maar iemand moest het doen. Die intieme verzorging, dat leek me niks. Maar niks was minder waar. Toen ik haar ging verzorgen was het alsof ik dit al jaren deed. Ook zaken als observatie, alertheid en tact, ze leken mij aangeboren te zijn. Toen dacht ik, misschien moet ik hier iets mee. Later werd mijn man ernstig ziek, en na de operatie genas de wond slecht. Ik stond er met mijn neus bovenop om te weten hoe je een wond verzorgt. Terwijl ik eerder dacht dat ik bij zulke dingen over mijn nek zou gaan! Toen bleek dat mijn man niet meer aan het werk kon, besloot ik: dan ga ík aan de slag! Hoewel de banen toen niet voor het oprapen lagen, ik zou en ik moest.

Zo ontdekte ik dus een kant in mijzelf die mij onbekend was. Ik kwam vervolgens door de sollicitatiegesprekken en capaciteitentest heen, en dat had ik niet verwacht! Het voelde als ‘bestuurd’ dat ik het haalde.

‘Bestuurd’. Dat God voor je zorgt? Je groeide zonder geloof op in Oost-Duitsland. Hoe is dat zo veranderd?
Ja, dat God voor mij zorgt. Dat begon al in Duitsland. Hemmo vertelde enthousiast over het geloof. Maar ik had moeite met een God die het lijden toeliet. Waar ís God op zulke momenten? Toch bleef het knagen. Hemmo vertelde dat er een God is die er voor je is en dingen voor jou kan ombuigen. Dat vond ik wel interessant. Wat kan me gebeuren, zo dacht ik. Ik ken het niet, dat geloof, maar ik probeer gewoon!

 

Daar klinkt iets in door van ‘ik heb toch niks te verliezen’?
Ja, dat klopt helemaal! Ik was mijn identiteit kwijt. Pasgetrouwd weliswaar, wat meer stabiliteit, maar er bleef een zekere mate van onrust bestaan. Bovendien, op mijn eenentwintigste pleegde mijn vader zelfmoord. En omdat ik zijn schulden niet wilde erven, mocht ik van de instanties ook niet de begrafenis bijwonen. Mijn levensvragen namen alleen maar toe. Ik was onzeker over de opvoeding van Lisa. Vroeg me af hoe mijn vader zelfmoord had gepleegd, wat er in hem om was gegaan. Ik liep lang rond met schuldgevoel, omdat ik in mijn beleving nalatig was geweest in het bezoeken van hem. Misschien had ik het kunnen voorkomen. Dat denk ik trouwens nu niet meer, hoor!

Het eerste dat gebeurde, was dat ik de Bijbel steeds meer ging vertrouwen, wat ik daarin las. Daar las ik over kwaad, rampen en toenemende liefdeloosheid. Mijn vraag over ‘God en het lijden’ veranderde in het besef dat de Bijbel hier heel realistisch over schrijft. En dat het ook de oorzaak, de zondeval, er bij aanwijst.

Oké, de Bijbel realistisch over het kwaad waarvan jij zozeer zelf ook slachtoffer was geworden, maar God vertrouwen...?
Dit realisme hielp mij dus inderdaad allereerst de Bijbel te vertrouwen. Toen geleidelijk aan pas kon ik God persoonlijk ervaren. Ik werd mij bewust van Zijn aanwezigheid. Wat ik eerder als onzin beschouwde, veranderde. Hij is er altijd bij geweest. Dat besef gaf mij het vertrouwen dat God zijn beloften waarmaakt. Eerst was er bij mij alleen blind vertrouwen, zonder ervaring. Eigenlijk heeft het wel even geduurd voor ik God ging vertrouwen als een Vader. Vanwege alle gedoe met mijn eigen vader. Mijn geloof begon eigenlijk vooral met Jezus, mijn vriend Jezus. Door die vriendschap heen ontwikkelde ik vertrouwen in God. Wat ik me ook begon te realiseren was dat deze Vader ook de Vader is van mijn vader, die zelf ook slachtoffer was van het systeem.

Tot slot over je werk, dat je zo met heel je hart doet.
Ik ben nu verzorgende. Mensen denken zomaar geringschattend over het werk dat een verzorgende doet. ‘Slechts wassen en verzorgen.’ Maar er komt heel wat meer bij kijken. Werkelijk contact maken, observeren, iemands geschiedenis weten, ziektebeelden herkennen, medicijnkennis en verpleegtechnische handelingen zoals spuiten en katheters plaatsen. Geen dag is hetzelfde, en daarom moet je flexibel zijn en improviseren. Omdat mensen afhankelijk van je zijn is het belangrijk om betrouwbaar, empathisch, geduldig en begripvol te zijn. Dementie doet een appel op dit soort eigenschappen.

Wat maakt je blij in je werk?
Om iemand te ondersteunen, bijvoorbeeld een dementerende, als hij of zij angstig, verward of hallucinerend is of zelfs afatisch (de taal niet meer begrijpt). De glimlach en de dankbaarheid die je dan ontvangt, die zijn onbetaalbaar. Een geslaagde werkdag betekent voor mij dat ik me heb mogen inzetten met hart en ziel voor onze kwetsbare ouderen. Dat ik ondanks alle bezuinigingen en tijdsdruk iets mag betekenen in de zorg voor hen.

Wat betekent je geloof in je werk?
Wat ik nooit had verwacht, werd realiteit, namelijk dat mijn werk mijn passie is geworden. Voor mij staat de mens centraal, de unieke mens. Wie hij is, was, met al zijn kwetsbaarheid, zijn verleden, punt, verdriet, ziekte, herinneringen en gevoelens. Ik mag een vertrouwenspersoon en hulpverlener voor hem zijn. Belevingsgerichte zorg verlenen staat bij mij hoog in het vaandel en mijn motto is: behandel je naaste zoals je zelf behandeld wilt worden, zoals Jezus zei. Daarbij is zelfreflectie belangrijk, mezelf een spiegel voor houden en me afvragen waarom ik welke keuzes maak, vooral als het gaat om ethische dilemma’s.

Wanneer ben je afgestudeerd?

Ik ben inmiddels geslaagd en heb op 4 juli 2016 officieel  mijn diploma ontvangen. Ik ben op dit moment bezig met mijn volgende sollicitatie en wie weet word ik daarna toegelaten tot de opleiding tot verpleegkundige!

Nynke Sikkema-Holwerda, Hoogeveen

 

 

 


Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...