Op de allereerste pinksterdag spreken de apostelen, geleid door de Geest, over de grote daden van God. Alle omstanders zijn stomverbaasd omdat zij hen allemaal in hun eigen moedertaal kunnen horen. Zij zijn daardoor geraakt. Dat God tot hen spreekt in hun eigen taal!

Zo zette de Geest toen al de toon voor de verspreiding van het evangelie vanuit Jeruzalem naar de uiteinden van de aarde. Ieder mag het goede nieuws horen in de taal van zijn of haar hart.

In Nederland gaan we ervanuit dat het doodgewoon is dat we de Bijbel in onze eigen taal kunnen lezen. Dit is echter helemaal niet zo vanzelfsprekend. Er zijn namelijk nog honderden miljoenen mensen op de wereld die dat niet kunnen omdat de Bijbel niet beschikbaar is in hun moedertaal. Die mensen kunnen alleen maar van God horen in een vreemde taal waardoor het geloof toch iets onpersoonlijks, iets uit de tweede hand blijft. God blijft dan ook een vreemde, terwijl Hij mensen toch heel persoonlijk wil raken in hun eigen taal en cultuur.

Onder het motto 'De Bijbel in de taal van je hart!' zet de organisatie Wycliffe Bijbelvertalers zich wereldwijd in om door vertaalwerk en lees- en schrijfonderwijs het mogelijk te maken dat mensen in hun eigen taal en cultuur met de Bijbel aan de slag gaan.

 

Uiteinden van de aarde

Al op de middelbare school raakte ik geïnteresseerd in het werk van Wycliffe Bijbelvertalers. Ik studeerde theologie en taalwetenschap om me voor te bereiden op vertaalwerk. In 1993 werd ik uitgezonden door de toen nog gereformeerde Haagse Pax Christikerk om voor Wycliffe in Papoea-Nieuw-Guinea te gaan werken. Papoea-Nieuw-Guinea is niet alleen qua afstand vanuit Nederland het 'uiteinde van de aarde', maar ook qua ontwikkeling voel je je daar echt aan het einde van de wereld. Een van de vele volken die in de oerwouden van dat ontoegankelijke land leven, zijn de Onobasulu. Dat is het volk waar ik uiteindelijk terecht ben gekomen om een Bijbelvertaalproject te begeleiden. Ook daar, ver weg en ongezien door de 'grote' wereld, klinkt nu voor het eerst het evangelie in de eigen taal. Het is bijzonder om daarbij betrokken te mogen zijn.

 

Bloed aan de deurposten

Pas rond 1960 zijn de Onobasulu ‘ontdekt’ door de buitenwereld. Tot die tijd leefden zij nog in het stenen tijdperk. In de jaren zeventig kwamen er Papoea-Nieuw-Guineërs uit een naburig volk evangeliseren. In eerste instantie waren de Onobasulu niet echt geïnteresseerd. Tot ze het verhaal van de uittocht uit Egypte hoorden. Dat de Israëlieten het bloed van het lam aan de deurposten moesten smeren om gered te worden raakte hen heel direct. 'Dat is ónze God!' zeiden ze. In hun cultuur hadden ze namelijk een ritueel waarbij na een grove overtreding het bloed van een varken aan de deurposten van het grote clanhuis gesmeerd moest worden. De hele clan moest dan die nacht binnenblijven en zo zou de wraak van de geesten voorbijgaan. Dit verhaal was de sleutel waarmee de Onobasulu opengingen voor het evangelie. In 1972 waren er de eerste dopelingen en werd de Onobasulu-kerk gesticht.

 

Een woord met botten

Al vanaf het begin verlangde de Onobasulu-kerk naar een Bijbelvertaling in de eigen taal. Herhaaldelijk hadden ze al aan onze organisatie om hulp gevraagd maar het duurde nog tot 1997 voor ik er kon beginnen. De eerste drie jaar heb ik in een van hun dorpen gewoond om hun taal en hun cultuur te leren kennen. Vier mannen, aangewezen door de plaatselijke kerk, vormen het Onobasulu-vertaalteam. Zij doen het eigenlijke vertaalwerk, ik begeleid het proces.

Deze mannen hebben alleen maar zes jaar onderwijs gehad op een zendingsschool in een naburig gebied. Ze kennen de nationale handelstaal, Tok Pisin, en gebrekkig Engels. U zult kunnen begrijpen dat het vertalen van de Bijbel dan voor de nodige hoofdbrekens zorgt. Met veel moeite worstelen we ons soms door de verzen heen, maar steeds overheerst de vreugde omdat we zien dat onder onze handen de oude woorden van de Bijbel uit een totaal andere cultuur tot leven komen in het Onobasulu. 'Ai, dit woord heeft botten' verzuchtte een van de vertalers bij het vertalen van de brief aan de Kolossenzen. Hij bedoelde dat het krachtig was.

 

Rivierkreeft in een fuik

De impact van de eigen taal is groot. We waren de eerste brief van Johannes aan het vertalen. Midden in een vertaalsessie begonnen de vertalers opeens druk met elkaar over fuiken uitzetten, vis en rivierkreeft te praten. Wat heeft dat nu met 1 Johannes te maken, dacht ik. Ze hebben zeker geen zin meer en hebben het erover dat ze straks lekker gaan vissen. Maar toen legden ze aan mij uit dat ze het lezen van 1 Johannes in de Bijbel in de handelstaal Tok Pisin vergeleken met het zien van een visfuik. Als ze een visfuik hebben uitgezet en dan later gaan kijken of ze wat gevangen hebben, kunnen ze aan het bewegen van de fuik zien of er wat in zit. Wat er in zit, een vis of (liever) een rivierkreeft, kunnen ze pas zien als ze de fuik openmaken. Zo hadden ze bij het lezen van 1 Johannes in het Tok Pisin (een taal die ze toch allemaal goed beheersen) de fuik steeds wel zien bewegen; ze hadden gezien dat er een diepe betekenis in moest zitten, maar wat en hoe werd niet duidelijk. Nu 1 Johannes in het Onobasulu is vertaald, is de fuik opengemaakt en blijkt er de beste vangst, een rivierkreeft, in te zitten. De betekenis is duidelijk geworden en het smaakt goed.

 

Gedragen in Gods adem

Bij het vertalen moet altijd naar de balans gezocht worden tussen de gevende en de ontvangende taal. Soms blijft het behelpen en kan de kracht van de oorspronkelijke tekst niet goed weergegeven worden. Maar heel vaak blijkt het Onobasulu ook wel heel krachtige uitdrukkingen te hebben die de bijbelse betekenis juist verdiepen. Zo is het woord 'liefhebben' in het Onobasulu een samenstelling uit de woorden hame (adem) en se (dragen in een touwtas). De Onobasulu dragen alles in touwtassen, ook hun baby's. Als je van iemand houdt, dan draag je hem dus in je adem. In en uit, in en uit... Zo draagt God ons in Zijn adem en worden wij geroepen om Hem en elkaar in onze adem te dragen. U voelt de extra dimensie die zo aan het woord liefhebben wordt gegeven. Helemaal in het licht van Pinksteren: Gods adem is immers ook Gods Geest...

 

Nootdorp
Anne Stoppels-Dondorp

 

Anne Stoppels-Dondorp is werkzaam voor Wycliffe Bijbelvertalers (www.wycliffe.nl)


Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...