Het derde gebod: Zijn naam - onze vrijheid (1)
Wie gelooft, mag een beroep doen op God: je mag zijn hulp inroepen, zoals een kind zijn vader roept als er problemen zijn. Dat geeft ieder die gelooft, een bijzonder sterke positie in deze wereld. De gelovigen weten zich gesteund door de Almachtige. Toch is er een grens. Je moet heel goed weten waaraan je zijn naam verbindt.
Daarvoor waarschuwt het derde gebod van de decaloog. De naam van God mag niet ijdel worden gebruikt (Ex.20,7). Wie dat wel doet om daarmee zijn eigen plannen door te zetten en zijn naaste schade te berokkenen, laadt schuld op zich.