In Apeldoorn-Zuid kregen we hele fijne buren. Zij waren gereformeerd-synodaal. Zij hadden gehoord, dat wij met acht kinderen naast hen zouden komen wonen in Villa Jeanette. Mijnheer Boot hield heel veel van een mooie tuin. Hij zag al zestien voetjes zijn tuin vertrappen. Daarom zette hij een ijzeren hek op de scheiding en beplantte de rest met ligusterstekken. Spoedig kwamen ze er achter dat we met drie kinderen waren gearriveerd en toen verdwenen al gauw de aangebrachte afscheidingen. We werden vrienden, vooral onze kinderen. Een nieuw pakje, broek en rokje, moesten mijnheer en mevrouw Boot – zo heetten de buren – direct zien. Ze keuvelden wat af met elkaar.

Toen werd mevrouw Boot ziek. Mijn vrouw en ik togen op een gewoon buren-ziekenbezoek. Toen we een poosje bij haar zaten en met hen beiden in gesprek waren, kwam hun eigen dominee, drs. Y. Vellenga. We deden samen een pastoraal bezoek bij onze buren. Zo fijn en zo bijbels. Aan het eind stelde collega Vellenga voor, dat hij de Bijbel zou lezen en een enkel woord daarover spreken en dat ik het gebed zou doen. Dat gebeurde en we werden broeders in hetzelfde geloof.

Waarom, zo was de mening, kunnen we niet met samenspreking als collega's en kerkenraden in Apeldoorn-Zuid beginnen, elkaar in het gemeentelijke werk helpen en dienen. Samen brachten we deze gedachte op onze kerkenraden en die waren bereid tot nader contact. Zo werd onze gemeente van Apeldoorn-Zuid de enige kerk van ons kerkverband, die samenspreking onderhield met de Gereformeerde Kerk synodaal. Heel bijzonder! Wat hebben we veel van elkaar geleerd in die tijd!

Waar een ziekenbezoek al niet goed voor kan zijn.

 

Bij mijn afscheid van de gemeente van Apeldoorn-Zuid heb ik tot collega Vellenga gezegd: 'Op initiatief van onze kerkenraad zijn we in 1963 tot samenspreking gekomen. Wat heeft dat mijn hart verheugd. We beleefden vergaderingen, waarin de ritselingen van de Heilige Geest merkbaar waren. Wij zijn erg naar elkaar toegegroeid. Het was wederzijds te merken in prediking en pastoraat, wanneer we weer eens samen vergaderden. Er ontstonden persoonlijke contacten, die van grote en blijvende waarde zijn gebleken. Deze situatie heeft mij de beslissing om naar Groningen te gaan uiterst moeilijk gemaakt. Toch meen ik niet anders te mogen doen. Dat ik mij persoonlijk tot u richt, collega Vellenga, heeft een eigen reden. God heeft onze wegen heel dicht bij elkaar gebracht. Laat ons samen voor Jezus buigen, die ons dit heeft gegeven'.

 

Br. en zr. Boot zijn al overleden. Op hun begrafenis heb ik nog gesproken van onze vriendschap voor dit en het toekomende leven. Aan een ziekbed hier werden we verenigd, aan het bruiloftsmaal van het Lam zullen we elkaar weerzien en onze Koning loven om al zijn leiding!

 

 

Hoogeveen                                                                                                                          
T. Brienen


Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...