De Levieten hadden 3000 man gedood in opdracht van God / Mozes. En doden is een heilig ding. Met doden zet je je op de stoel van God, die leven geeft. Begrijp me goed, ik zeg niet dat je dus niet mag of moet doden. Daar kunnen goede redenen voor zijn. Doden kan zelfs dienst aan de HEER zijn. Ik zeg alleen maar, dat je door te doden jezelf aan God gelijk maakt. En ook dat kan soms nodig zijn. Maar tegelijkertijd ben je ook een beetje niet-mens geworden. Daarom zegt Mozes ook tegen de Levieten, dat ze zich na hun daad aan God moeten wijden. Dat betekent zelfs, dat zij zich tegen zoon en broer moeten keren. Maar ook zullen zij dan de zegen van de HEER ontvangen. De dodende Levieten worden dus een zonderlinge, welhaast eenzame groep op aarde. Het is alsof Mozes' eenzame plek vanaf die dag gevuld is met een eigen privéleger van de HEER.

En Mozes? Hij gaat opnieuw voor het volk naar God en pleit daar voor het volk. ’Schrap ze toch niet uit uw boek! Schrap mij dan uit uw boek.’ Maar de HEER reageert in mijn ogen nogal plomp op die opmerking. ‘Wie gezondigd heeft schrap Ik, maar ga jij je werk doen.’ Zo vat ik het maar even samen. Mozes ontkomt niet aan de spagaat van zijn leven met één been in het rijk van God en één been in de wereld van de mensen. Geen heilige en geen zondaar, niet gered en niet verloren. Maar wel met de zekerheid, dat het volk op de plaats zou komen, waarvan God Mozes had verteld.

 

P. van Dolderen, Almere


Commentaar

  • Bevrijding en vrede – wij gedenken 2025-04-25 08:13:45

    Dit nummer verschijnt kort voor de officiële dodenherdenking – met de kransleggingen op de Dam in...

  • Voorjaar 2025-04-12 09:38:55

    Het kan niemand ontgaan zijn, het voorjaar hangt in de lucht. Heerlijk om weer even in het...

  • Veertig dagen Paaspodcast en Spotify 2025-03-28 18:37:35

    Nog een paar weken en dan vieren we opnieuw het Paasfeest. Dat betekent dat we voor wat betreft...

  • Asjera’s terugkeer 2025-03-15 08:38:30

    De profetische uitspraak: ‘Het is God of de afgoden,’ van de christenfilosoof prof. dr. ir. H. van...