Ze was al een eind in de tachtig. Woonde nog zelfstandig en kon zich nog goed redden. Dankbaar voor haar goede gezondheid en vitaliteit. Toch zei ze vaak: ‘Ik hoop dat ik nooit hulpbehoevend word, dat lijkt me verschrikkelijk.’ 

Ze bedoelde daarmee dat ze het erg zou vinden wanneer ze zich niet meer zonder hulp van anderen zou kunnen redden. Zo helemaal afhankelijk te moeten zijn. 

Heel veel ouderen herkennen dit. Als je jong bent denk je daar misschien nog niet zo aan, maar wanneer je ouder wordt komen deze vragen bij ons allemaal regelmatig op.

Wat is het dan goed om je omringd te weten door je kinderen of je vrienden, maar ook door je broeders en zusters uit de gemeente. Wat kan onderlinge zorg belangrijk zijn. Beseffen we dat we daarin allemaal een taak hebben? 

 

Er is echter nóg een soort hulpbehoevendheid. Daarvan lezen we in de Bijbel. 

De tekst uit Psalm 146 hierboven laat er geen misverstand over bestaan. 

We worden gelukgewenst, gefeliciteerd, wanneer we beseffen dat we de hulp van de God van Jacob... nódig hebben. 

Het is een prachtige blije psalm en hij wordt nog vaak gezongen, maar het is ook een psalm waardoor mensen kunnen afhaken. Het betekent nogal wat. Het gooit je hele hebben en houwen, je hele leven, overhoop. 

Je zelfstandigheid kwijt raken, je eigenwaarde, je onafhankelijkheid. Alleen maar hopen op die onzichtbare God. Louter vertrouwen op Hem. Dat is geen gewaardeerde boodschap in onze individualistisch ingestelde maatschappij.

Geloven is om hulp vragen, en wie wil dat nog? 

 

Toch staat het er, we zijn te feliciteren met Gods hulp. Bijzonder dat in deze tekst Jacob wordt genoemd. Want, laten we wel wezen, wat heeft hij niet geprutst in zijn leven. 

Van het ene bedrog naar het andere. Zijn broer, zijn vader, zijn schoonfamilie. Menselijk gezien zou onze sympathie eerder uitgaan naar Ezau. Toch staat hier ‘de God van Jacob’ in de tekst. Blijkbaar gaf Jacob toe in zijn leven niet zonder God te kunnen. 

Met alle lek en gebrek, het desondanks van de hemelse Vader verwachten.  

Mensen met die houding stuurt God niet weg.

 

De psalmist van 146 leert ons de hulp van God te verwachten. Wij in 2021 weten wat en wie die hulp is: Jezus Christus. 

Gods hulp, in de meest omvangrijke betekenis van het woord, is Zijn Zoon. 

In die zin is het geen schande, maar vreugde, om hulpbehoevend te zijn. 

Al denkt de wereld er heel anders over, de winkels puilen weer uit van de kerstartikelen. 

Er moet weer versierd worden, nagedacht over eten en drinken. Sommigen versieren zelfs hun hele huis. En waarvoor? 

De tijd van Advent heeft voor de wereld geen betekenis, maar wie gelooft ziet in de eerste adventskaars de weg naar behoud. Nog even, een paar weken, dan het is Kerst, bevrijdingsdag.

 Immanuel, God zag om naar de wereld. Jezus kwam en maakt ons vrij. Uitzien naar en geloven in die verlossing maakt eeuwig vrij. Laten we ons inspannen om die vrijheid bekend te maken aan de wereld om ons heen, zodat ook anderen ontdekken waar echte hulp vandaan komt. Laten we tussen al die lichtjes wijzen op het Grote Licht. 

 

Wees Gij de zon van mijn bestaan, dan kan ik veilig verder gaan,

tot ik U zie, o eeuwig Licht, van aangezicht tot aangezicht.

 

Art van der Molen, Bierum

 


Commentaar

  • Pinksteren 2024-05-17 18:03:28

    In dit nummer van het Kerkblad wordt speciaal ingegaan op Pinksteren. De uitstorting van de...

  • Wereldverbeteraars 2024-05-03 13:31:31

    Wereldverbeteraars Met zijn boek ‘De meeste mensen deugen’ (2019), heeft Rutger Bregman zijn...

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....