Op 15 oktober kwamen de afgevaardigden van de classis Leeuwarden bijeen in Dokkum. Ouderling A. Peterson opent namens de roepende kerk de vergadering en wijst ons op de houding van Jezus richting de blindgeborene. Hij had oog voor een mens in nood. Hebben wij als classiskerken ook oog en hart voor elkaar? Met deze opening is de toon gezet!

De voorzitter van de vergadering is ds. J.D. van ’t Zand uit Sneek. Bij toerbeurt is iedere predikant preses. Tijdens de ochtend vraagt de bespreking van de visitatieverslagen de meeste tijd. Namens de classis zijn er in het voorjaar twee visitatoren (vaak twee predikanten, een enkele keer een predikant met een ouderling) op bezoek geweest bij elke kerkenraad om door te spreken over moeiten en vreugden. Tijdens zo’n bezoek wordt er ook doorgevraagd of er vrucht op de prediking is. Van dit bezoek is door één van de visitatoren een verslag gemaakt. De verschillende verslagen liggen tijdens de najaarsvergadering op de tafel. Er is dan de gelegenheid om daar vragen over te stellen, met elkaar mee te leven, van elkaar te leren en zo nodig elkaar te corrigeren. Tijdens de bespreking wordt het voorstel gedaan om D.V. volgend jaar tijdens de visitaties met de broeders kerkenraad vooral door te spreken over het functioneren van de ambten. Wat is onze visie hierop, wat betekent dit in de praktijk? Met het oog hierop stelt de classis een kleine commissie in die de volgende classisvergadering een aantal handvatten zal aanreiken om dit gesprek te kunnen voeren.

 

 

Dankzij de inzet van meer dan tien vrijwilligers worden zo’n 160 gezinnen in de regio Delfzijl wekelijks van een voedselpakket voorzien. Hieronder volgt een korte impressie van de werkzaamheden die hiervoor nodig zijn. Daarnaast wordt aangegeven wat u kunt doen.

 

Vrijdagmorgen 9.45 uur

In een lange rij staan ze al te wachten. De eerste groep bestaat uit zo’n tachtig personen. Mannen, vrouwen, jong, ouder. Allemaal hebben ze één ding gemeen, ze komen aan het eind van de maand geld te kort. En niet voor de vakantie of de nieuwe tv, nee, het gaat om de basisbehoeften van ieder. Brood, beleg, wasmiddel, luiers, aardappelen, shampoo en ga zo maar door. Zaken waar we bij de voedselbank een stukje verlichting in kunnen brengen. Ze hebben trouwens nog iets gemeen. Allemaal hebben ze een lege big shopper bij zich. Het typeert hun situatie en onze opdracht.

Er is mij gevraagd om over deze vraag iets te schrijven met circa 500 woorden. Dus ik waag een poging.

Het predikantschap waarover het gaat, strekt zich uit over een periode vanaf 1965 tot heden.

Predikant zijn is iets waarvoor je door de Koning van de Kerk bestemd bent. Het is roeping. Je kunt of moet het daarom nooit uitproberen als een optie, maar zien als iets dat de Heere in je heeft gelegd. Het zit gewoon in je. Duidelijker dan dat het Woord van God het zelf zegt in 2 Korinthe 5 vers 19 en 20, kan het niet gesteld worden: ‘Want God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende, en heeft het Woord der verzoening in ons gelegd’ Dus, het is niet gepakt, maar gelegd. Vandaar: ‘Zo zijn wij dan gezanten van Christus’ wege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christus’ wege: Laat u met God verzoenen.’

Zestig jaren samen - zestig jaren aan het werk!

Geen kleinigheid!

Het is met ons beiden allemaal begonnen in het Groningse dorp Mussel. Daar als getrouwd paar de pastorie in voor het gemeentewerk. Daarna kwamen we in Apeldoorn-Zuid, Groningen, Kampen, Gorinchem, Amersfoort, Amsterdam-Nieuw-West en ten slotte als emeritaats-echtpaar in Hoogeveen, waar we nu al weer 18½ jaar wonen. Steeds een nieuwe gemeente met heel eigen werk én een ander huis.

Bijzonderheden uit deze 60 jaren? Het krijgen van vier kinderen (2 meisjes en 2 jongens); onze geestelijke en kerkelijke vorming in de gemeente Mussel. Het dóórstuderen tot doctoraal, afgerond in de pastorie van Apeldoorn-Zuid, en het schrijven van de dissertatie De prediking van de Nadere Reformatie in de Groningse tijd, met de promotie bij prof. dr. J.T. Bakker in Kampen in 1974 (2e druk in 1981). Bij Kampen denken we aan de Diensten met Belangstellenden, waarbij Klaas Jan Mulder vaak het orgel bespeelde. In Groningen leerden we de fijne samenwerking met een collega en zijn vrouw.

In de meest buurten van Amsterdam kun je beter niet met een keppeltje over straat lopen. Te gevaarlijk. Openlijk Joods-zijn is niet vanzelfsprekend, ook niet in Nederland. Onlangs zat ik op terugreis uit Israël in het vliegtuig naast een Joodse man. Hij kwam daar niet gelijk mee, maar in het gesprek werd duidelijk dat hij Joods was. Zijn naam deed het ook al vermoeden. Hij vertelde dat hij sinds kort een woninkje in Amsterdam had. ‘Ik ben niet echt bang’, zei hij, ‘maar ik heb toch het naambordje van de vorige bewoner maar op de deur laten zitten’.

Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...