Dit boek heeft lang op mijn bureau gelegen. Ook na het lezen ervan. Het moet besproken worden. Omdat het gelezen moet worden. Maar wat brengt het veel op gang, en wat roept het veel op. Uit gesprekken met mensen die een deel van het laatste stuk van de in dit boek beschreven geschiedenis hebben meegemaakt – die er zelf op een bepaalde manier een rol in speelden en moesten spelen – heb ik begrepen hoe diep dat wat zich voltrok in Indonesië heeft ingesneden in hun leven. Ook, en vooral, omdat het zo diep insneed in en sporen trok in het leven van de mensen daar, in Indonesië. Als je met deze mensen sprak, deden ze niet gemakkelijk een boekje open over hoe het allemaal geweest was; over wat ze allemaal meegemaakt hadden; over wat ze allemaal hadden moeten doen. Ze deden er veelal het zwijgen toe. Omdat het te veel was. Omdat het te zwaar was. Want wie zal het allemaal zeggen? Wie kan, onbevooroordeeld, zeggen hoe het was; hoe het had moeten zijn?

Het boek ligt nu al geruime tijd op mijn bureau. Het moet besproken worden, omdat het een stuk geschiedenis open legt. En dan gebeurt dat – zo was mijn leeservaring – op een manier, die ons iets over onszelf laat zien, over hoe er in de tijd waarin Nederland het voor het zeggen had in Indonesië, omgegaan werd met mensen. Ze werden ingedeeld in drie groepen: mensen bovenaan, mensen helemaal onderaan, en mensen daar tussenin. De beelden die Van Reybrouck daarbij gebruikt maken het zichtbaar. En het roept gevoelens op die doen schrikken: was dit werkelijk wat er gebeurde? Ging het echt zo?

 

Schrikbarend

Van Reybrouck schreef het allemaal op. In de hem eigen stijl. Ik kende zijn boek over Congo, dat ik ademloos gelezen heb, waarbij ik me heel wat keren afvroeg hoe het mogelijk is dat mensen met medemensen omgaan op de manier die in dat boek beschreven wordt. Maar het was de realiteit, toen en daar, in Congo.

Na Congo richtte Van Reybrouck zijn aandacht op Indonesië. Omdat hij merkte hoe ambivalent er vanuit Nederland naar de eigen geschiedenis in Indonesië gekeken werd. Hij vertelt dat hij schrok van de trots waarmee Nederlanders, blijkens een onderzoek in 2019, terugkeken op ons koloniale verleden: vrijwel de helft van de Nederlandse bevolking gaf aan daar trots op te zijn, terwijl slechts 6 procent van de Nederlanders zich ervoor schaamde. Toen er na het verschijnen van Van Reybrouck’s boek over Congo gezegd werd, dat het goed zou zijn dat er een vergelijkbaar boek over Indonesië zou komen, was er in Nederland niemand die dat oppakte. Daarom deed Van Reybrouck het uiteindelijk. Hij begon met de nodige research, en werkte er vijf jaar aan. Hij bestudeerde zoveel mogelijk van de bronnen die er waren: schriftelijke, maar ook mondelinge. Hij sprak met vele mensen die met eigen ogen hadden meegemaakt hoe het met name in de laatste decennia van de Nederlandse tijd in Indonesië was geweest, en hij bracht het in kaart, de talloze verhalen die zich aaneenrijgen. Het is een schrikbarend relaas geworden waarin het woord ‘geweld’ de boventoon lijkt te voeren. Er wordt verteld van strafexpedities die gehouden worden naar het eiland Banda in 1621, waarbij tussen de tien- en vijftienduizend mensen werden omgebracht; er wordt verteld van de aanleg van een grote postweg op het eiland Java aan het begin van de 19e eeuw waarbij vele duizenden dwangarbeiders werden ingezet, die – veelal – het leven lieten. En ga zo maar door.

 

Geweld dat geweld oproept en losmaakt

Ik las het. Nee, niet in één adem. Omdat het overweldigend is, en je stil maakt. Het gaat immers om een stuk geschiedenis waarin wij als Nederlanders betrokken waren, waarvoor de verantwoordelijkheid toch vooral ligt aan de kant van wat ik dan nu maar in een enkel woord de Nederlandse politiek noem. En dan weet ik dat het nog altijd gevoelig ligt. We merkten dat aan de gemengde reacties toen koning Willem Alexander in maart 2020 in Indonesië excuses uitsprak. Maar we kunnen er niet omheen. Ook al niet omdat het maar al te begrijpelijk is dat het geweld waarmee in Indonesië geregeerd werd, geweld van de andere kant opriep en losmaakte. Het wordt ook allemaal aan het papier toevertrouwd door Van Reybrouck. Ook omdat de strijd – en de daarop volgende onafhankelijkheid – van Indonesië op een bepaalde manier vormgevend is geweest voor latere momenten van vrijheidsstrijd die zich in de wereld voordeden. Indonesië was het eerste land na de tweede Wereldoorlog dat zich onafhankelijk verklaarde. En Nederland, zo betoogt Van Reybrouck, zag het niet aankomen. Het verraste ons. En we wisten er geen raad mee.

 

Het moet gelezen worden

Ik weet het, ik schrijf dat nu neer in heel eenvoudig aandoende woorden. Maar het deed me heel wat, dit boek te lezen. Eigenlijk doet een artikel als dit nog steeds geen recht aan alles wat er gebeurde, en ook niet aan iedereen die er direct bij betrokken was. Maar kan dat ooit?

Ik leerde ooit dat we onze geschiedenis onder ogen moeten zien, en durven zien, om de dag van vandaag met alles wat er op ons af komt, en waar we middenin zitten, aan te kunnen. Om ervan te leren. Het is waar dat heel veel van de geschiedenis zich (telkens weer) herhaalt. Ik hoop echter, dat de meeste dingen die we vanuit onze geschiedenis leren – ook door het lezen van dit boek – zich nooit meer zullen herhalen. Het is goed dat dit boek er is.

 

Jan van ’t Spijker, Hoogeveen

 

 

N.a.v. David van Reybrouck, Revolusi. Indonesië en het ontstaan van de moderne wereld Uitgeverij De Bezige Bij: Amsterdam, 2020, 638 p., € 39,99, ISBN 978 9403 1834 04

 


Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...